Samenvatting Overgebleven werk
H1
De zorg voor kinderen is werk dat overblijft als ouders het niet zelf
doen (onderwerp van het boek). Het boek past in de reeks van
vragen zoals; wie gaan het werk doen wat moeders vroeger deden
en hoe zijn de relaties tussen deze betaalde verzorgers en hun
oppaskinderen en ouders en verzorgers?
Door de praktijk van het overblijven te analyseren wilt rinekepineke
laten zien met wat voor alledaagse problemen kinderen en betaalde
verzorgers te maken hebben.
H2
Variaties in overblijf:
- door bewegingsruimte
- soms ouders (werkt vaak niet goed), soms betaalde krachten
- geen school was ingesteld op grootschalige overblijf
- crossnationaal: in NL loopt het achter waarschijnlijk door
huishoudelijke traditie, laag aantal werkende vrouwen in de
eerste helft vd twintigste eeuw en het type verzorgingsstaat
dat zich in deze samenhang heeft ontwikkeld.
H3
Onderzoek gedaan naar interacties tussen de middag op school, de
manier waarop het overblijfwerk is geregeld en de plaats van de
overblijf in de verzorginsstaat.
Problemen deden zich voor op alle 3 onderzochte scholen;
- worsteling met welke plaats overblijven in de verzorgingsstaat
heeft
- spanning over wat overblijf nou precies zou moeten zijn;
uitvergroot huisgezin of een voortzetting van school? Waren
de overblijfkrachten een soort moeders of leerkrachten?
- Creche goed georganiseerd door institutionalisering en
overheidsregulatie, overblijf tegengestelde, te zien is hoe
geinstitutioneerder en meer gereguleerd opvang is hoe beter
H4
De orde van het overblijven is anders dan de orde van de school.
Het is een geimproviseerd arrangement en overblijfkrachten en
kinderen reageren daarnaar.
Financiele transacties verzakelen overblijven en dat gaat ten koste
van de aandacht voor de kinderen, omdat het vaak tijdens het
overblijven afgehandeld wordt. Daarnaast hebben kinderen
daardoor door dat hun zorg geld kost, en dat kan kut werken voor
die kids vooral als hun ouders het geld niet hebben
H1
De zorg voor kinderen is werk dat overblijft als ouders het niet zelf
doen (onderwerp van het boek). Het boek past in de reeks van
vragen zoals; wie gaan het werk doen wat moeders vroeger deden
en hoe zijn de relaties tussen deze betaalde verzorgers en hun
oppaskinderen en ouders en verzorgers?
Door de praktijk van het overblijven te analyseren wilt rinekepineke
laten zien met wat voor alledaagse problemen kinderen en betaalde
verzorgers te maken hebben.
H2
Variaties in overblijf:
- door bewegingsruimte
- soms ouders (werkt vaak niet goed), soms betaalde krachten
- geen school was ingesteld op grootschalige overblijf
- crossnationaal: in NL loopt het achter waarschijnlijk door
huishoudelijke traditie, laag aantal werkende vrouwen in de
eerste helft vd twintigste eeuw en het type verzorgingsstaat
dat zich in deze samenhang heeft ontwikkeld.
H3
Onderzoek gedaan naar interacties tussen de middag op school, de
manier waarop het overblijfwerk is geregeld en de plaats van de
overblijf in de verzorginsstaat.
Problemen deden zich voor op alle 3 onderzochte scholen;
- worsteling met welke plaats overblijven in de verzorgingsstaat
heeft
- spanning over wat overblijf nou precies zou moeten zijn;
uitvergroot huisgezin of een voortzetting van school? Waren
de overblijfkrachten een soort moeders of leerkrachten?
- Creche goed georganiseerd door institutionalisering en
overheidsregulatie, overblijf tegengestelde, te zien is hoe
geinstitutioneerder en meer gereguleerd opvang is hoe beter
H4
De orde van het overblijven is anders dan de orde van de school.
Het is een geimproviseerd arrangement en overblijfkrachten en
kinderen reageren daarnaar.
Financiele transacties verzakelen overblijven en dat gaat ten koste
van de aandacht voor de kinderen, omdat het vaak tijdens het
overblijven afgehandeld wordt. Daarnaast hebben kinderen
daardoor door dat hun zorg geld kost, en dat kan kut werken voor
die kids vooral als hun ouders het geld niet hebben