Samenvatting Premoderne Japanse geschiedenis

Hoofdstuk 1: Eerste bewoners
Uiterlijk vanaf 2 e ijstijd werd Japan bewoond.


Jōmon-periode (10.000 BC – 300 BC)
Overgang laat paleolithicum – neolothicum (Europa: begin landbouw Japan: begin aardewerk)
Touwpatroon (=Jōmon) op aardewerk.

A.Sedementaire levensstijl:
klimatologische veranderingen  verandering voedselvoorziening: kleinere dieren+noten,vruchten
(Oost) kust had meeste vestigingen.

B.Sociale structuur: aardebeeldjes en fallusvormige stenen wijzen op religieus en ritueel leven.
Interregionale handel maar geen sprake v. hiërarchische verbanden


Yayoi-periode (300BC- 300)
Demografische verandering: immigranten uit Korea brachten Yayoi-cultuur ( bevolking nam
aanzienlijk toe wegens immigrantenstroom)
Yayoi= wijk in Tōkyō waar karakteristieke aardewerk is gevonden
Yayoi-mens= langer,slanker dan ‘dragers’ v. Jōmon met Mongoolse trekken
 Huidige Japanners = mix Yayoi & Jōmon

A.Technische innovaties:
- natte rijstbouw
- metaalbewerking (brons,later ijzer)
-pottenbakkerswiel
Alleen op Hokaidō bleef Jōmoncultuur tot 8e E

B.Gelaagde maatschappij:
1.Regionale verschillen :
-overheersing rijstbouw over andere granen,
-decoratie aardewerk
-gebruik bronzen voorwerpen
-begrafenisgebruiken
 Oost-Japan = conservatiever dan West-Japan (= dunner bevolkt, makkelijkere verspreiding Yayoi)

2.Politieke organisatie: minder primitief dan Jōmon (met permanente vestigingen met gracht)
Diplomatieke contacten China en rijkjes in ‘land van Wa’. Elk ‘rijkje’ onderhorig aan de Koningin.
Pimiko stuurt geschenken naar Wei, Wei geeft bronzen spiegels( =archeologisch bewijs)
 Geordend staatsverband met relaties China, ondanks onzekerheid bestaan v.Pimiko

,Kofun-periode (300- 710)
Belangrijke doden werden in grafheuvel(=kofun) begraven. (Chinees gebruik,via Korea in Japan)

A. Archeologische contactbewijzen:
1.Belangrijke grafgiften o.a. bronzen spiegels (China) grafschilderingen (Koreaanse invloed)
2.7tandig zwaard(369) met inscriptie koning v. Paekche die goede relatie met koning v. Wa wilt.
3.Stèle(414) v. koning v. Koguryō met inscriptie over leger v. Wa.
 Koreaans schiereiland 2 staten(Koguryō&Paekche) met relatie Japanse machthebbers

B.Aardewerk: Grootscheepse immigratie Koreaanse handwerkslieden
*Suebe: WJapan vervaardigd,grijs,dun en licht, pottenbakkerswiel (Tezelfdertijd in Korea gemaakt)
 In hoge mate gestandaardiseerd: wijst op soort v. gilde
*Hajibe: rood, kleinere aantallen maar groter verspreidingsgebied
Belangrijkste voortbrengsel: Haniwa (Chinees-geïnspireerde beelden v. huizen,mensen,
voorwerpen) op en rond grafheuvels opgesteld.

C.Kolonie:
369 Mimana ‘gesticht’Japan betrokken bij Koreaanse interstaatconflicten
Dan 4districten aan Paekche afgestaan (toen bondgenoot)

 Enige archealogische bewijs hiervoor: 7tandig zwaard & stèle + overeenkomsten in grafvondsten
Chinese kronieken vertellen over 5 heersers v. Wa die titels aan de keizer vragen (vb. koning v. Wa)
 Staat o.d. Japanse eilanden politiek&militair betrokken bij strijd o.h. Koreaans schiereiland!



Ontstaan v.h. keizerrijk
Koreaanse immigranten importeerde+paste het schrift aan de Japanse taal aan.


Van aristocratie naar autocratie
Kojiki (712) & Nihon Shoki(720) oudste Japanse kronieken met legendes,genealogieën,mythen
Geven beeld v. Japanse msp eind Kofun-periode:
-Aristocratische clans (=uji)
-Erfelijke corporaties (=be) Bijeengehouden door (veronderstelde) bloedrelaties

Yamato= landstreek waar de machthebbende coalitie v. clans was gevestigd
Mensen waren georganiseerd in de ‘be’ , erfelijk belast tot het vervullen van 1 taak. Vb. suebe,hajibe

A.Yamato-clan:
Yamato-coalitie (bondgenoot v. Paekche) betrokken Koreaanse oorlogen
551 koning geeft goud-bronze Boeddhabeeld aan leider Yamato (Kinmei), geeft aan zijn ministers
(Soga no Iname) voor privé aanbidding
 Intro Boeddhisme : tweespalt in coalitie, betoog B. verantwoordelijk toenmalige epidemieën,
koning (Bidatsu) schaft Boeddhisme af

, B.Soga macht:
587: beslissende slag voor-&tegenstanders v.h. Boeddhisme. Voorstanders (o.l.v. Soga no Umako)
wonnen  Hervormingsprogramma:
-Boeddhisme in Japan terug
- status Yamatoclan
-Hofrang (= positie dankzij keizer i.p.v. erfelijk)
-modernisering door Chinese kennis
Bijgestaan door kroonprins Shōtoku.

C.Staatsgreep:
2e gezantschap naar China: Joan (maakte val v.d. Sui-dynastie en stichting Tang-dynastie mee) als
leerkracht 2 beroemdste samenzweerders; prins Naka no ōe & Nakatomi no Kamatari.
--> Leerden beiden Confucius (=excuus om staatsgreep te plannen samen met Joan)
645: Staatsgreep maakt einde a.d. macht v.d. Soga.
1e keer Japanse gesch jaarperiode afgekondigt (naar Chinees voorbeeld): Taika (=Grote verandering)

 verlengde v.h. beleid van Shōtoku, vestigen v.e. gecentraliseerde keizerlijke autocratie
Hervormingen
Prins Naka no ōe =661 keizer Tenji. jongere broer Tenmu dan vrouw Jitō de macht.
 Hun beleid is tot diep 19e E als de norm gebleven

1.oprichten centrale&provinciale bureaucratie met hiërarchisch systeem van functies
2.afkondigen v. strafrechtelijke,bureaucratische,definiërende wetten&reglementen
3.afschaffen privébezit ( alles v.d. keizer)
4.aanleggen bevolkingsregisters (eenheid ‘ko’)
5.periodiek( o.d. 6jaar) herverdelen v. rijstbouwgrond o.b. v. aantal monden in gezin (registers)
6.Belastingen(in oogstpercentage,textiel) & corvees(o.a. dienstplichtleger[Heishiyaku], dienst in
provinciale hoofdstad*Zōyō+ en keizerlijke hoofdstad*Saieki+).

 Saieki vaak afgekocht met textiel, moeilijk om grote groep lange reis te laten maken.


Voor- & nadelen
Boeren: niet veel beter/slechter
Aristocratische clans: onteigend, erfelijke privileges kwijt DUS compromis nodig.
--> hoge functies toegewezen, salaris (eetlenen: x aantal families en hun oogstpercentages [belasting
als eigen inkomen])
-->bepaald o.b.v. hofrang,functie,verdiensten a.d. keizer ( ook v.d. voorouders)

 Eetlenen ongeveer erfelijk: solide basis voor behoud statuut v.d. clan
 Kamatari’s nieuwe clannaam= fujiwara (kwam er het beste van af)