Een zintuig is een orgaan dat in staat is prikkels uit de buitenwereld op te vangen en
om te zetten in een gewaarwording. De gevoelszenuwen geleiden deze
prikkels/impulsen naar het ruggenmerg en de hersenen, die ze verwerken.
Daardoor neem je dingen waar of ontstaat er een reactie.
We onderscheiden de volgende zintuigen;
Gevoelszintuig: de huid
Reukzintuig: de neus
Smaakzintuig: de tong
Gehoorzintuig: het oor
Gezichtszintuig: het oog
Sensorische prikkels neem je via het gezichtszintuig, het gehoorzintuig, het
ruikzintuig en het smaakzintuig waar. Sensibele prikkels via de huid.
Pijn neem je waar via de vrije zenuwuiteinden in de huid.
Met de tastlichaampjes in de huid voel je;
- Warmte (tastlichaampjes van Ruffini)
- Kou (tastlichaampjes van Krause)
- Druk (tastlichaampjes van Vater-Pacini)
- Aanraking (tastlichaampjes van Meissner)
Boven in de neusholte, direct onder de schedelbasis, ligt het reukslijmvlies. Een
geurprikkel gaat via een reukzenuw naar de hersenen. Deze zenuwen dringen via
het zeefbeen de schedel binnen.
De smaakpapillen liggen in kleine verhogingen aan de oppervlakte van de tong. Er
zijn vier soorten basissmaken die je met je tong kunt waarnemen; zoet, zuur, zout
en bitter. Zoet proef je vooral op de punt van de tong. Bitter achter op de tong en
zuur aan de zijkanten. Zout proef je op vrijwel de gehele tong, maar vooral aan het
voorste gedeelte van de zijkanten. De smaakprikkels gaan via de tong keelholte
zenuw en door een tak van de aangezichtszenuw naar de hersenen
Het gehoororgaan ligt in het inwendige oor. Het geluid dat in het oor valt brengt het
trommelvlies in trilling. De gehoorbeentjes in het middenoor brengen de trillingen
over op het ovale venster. Deze brengt de trilling vervolgens over op de vloeistof in
het slakkenhuis, waar de gehoorzintuigcellen liggen. Via de gehoorzenuw gaan
geluidsprikkels naar de hersenen.
Het oog bestaat uit drie vliezen: het harde oogvlies, het vaatvlies en het netvlies.
Het binnenste netvlies bevat zintuigcellen. Via het hoornvlies, de lens, het vocht
tussen deze beide oogdelen en het glasachtig lichaam komt er een beeld op het
netvlies. De zintuigcellen van het oog zetten de beelden om in prikkels die via de
oogzenuw terug naar de hersenen gaan