Levensloop vanaf de jongvolwassenheid
JONGVOLWASSENHEID (20 – 40 JAAR) (early adulthood)
H1 Lichamelijke ontwikkeling
Mensen van begin 20 jaar zijn over het algemeen gezond, sterk en energiek. De veroudering
(aeging) is ingezet, maar deze veranderingen zijn pas op latere leeftijd te zien. Tegelijkertijd
gaat de groei nog steeds door. De hersenen groeien en in de grijze massa wordt verder
gesnoeid en de myelinisering loopt door.
Myeline: vettige stof die op veel plaatsen in het zenuwstelsel het axon omhult.
Myeline geeft de witte stof zijn witte kleur. Het zorgt ervoor dat zenuwimpulsen
sneller worden doorgestuurd.
De zintuigen (senses) zijn in deze periode gevoeliger dan ooit. Ook de psychomotorische
vermogens (motor skills) zijn op deze leeftijd op zijn best.
Lichamelijke fitheid (physical fitness): “wie beweegt blijft gezond!” Toch beweegt 1
op de 3 Nederlanders te weinig.
De gezondheidsrisco’s zijn tijdens de jongvolwassenheid relatief gering. De belangrijkste
doodsoorzaken zijn ongelukken, aids, kanker, hartziekten en zelfmoord.
Secundaire veroudering: lichamelijke aftakeling veroorzaakt door omgevingsfactoren
of individueel gedrag (bijvoorbeeld alcohol/drugs gebruik of onveilig vrijen).
De meeste jongvolwassenen weten welke voedingsmiddelen (nutrition) gezond zijn en hoe
en uitgebalanceerd dieet eruitziet; ze hebben alleen geen zin om zich daaraan te houden.
Overgewicht (overweight): overgewicht is een belangrijk maatschappelijk probleem
geworden.
Anorexia:
- Vreetbuien/purgerende type: bezig met vreetbuien en laxeren;
- Beperkende type: niet bezig met vreetbuien en laxeren.
Stress: de lichamelijke en emotionele reactie op gebeurtenissen die ons bedreigen of
uitdagen. Stress kan volgens de psychoneuro-immunologie (onderzoek naar de relatie tussen
de hersenen, het immuunsysteem en psychologische factoren) veel gevolgen hebben.
- Biologische reactie: versnelde hartslag, verhoogde bloeddruk en meer
transpiratie.
Stadia waarin mensen bepalen of ze wel of geen stress ervaren:
- Primaire inschatting: oordeel of de gebeurtenis positief, negatief of neutraal
is; dit gebeurt meestal op basis van eerdere ervaringen;
- Secundaire inschatting: antwoord op de vraag: “kan ik dit aan?”.
Er zijn een aantal algemene principes aan de hand waarvan we kunnen voorspellen of een
gebeurtenis als stressvol zal worden opgevat: