Euthanasie en regelgeving
- Euthanasie bij psychiatrische patiënten
- Euthanasie bij (wilsonbekwame) kinderen
- Euthanasie bij voltooid leven
- Euthanasie bij diep dementie
Wet toetsing levenseinde (WTL)
- Vrijwillig en weloverwogen verzoek van de patiënt
- Uitzichtloos en ondraaglijk lijden
- Vooruitzichten zijn helder bij de patiënt
- Geen redelijke andere oplossing
- Onafhankelijk arts wordt betrokken
- Levensbeëindiging wordt zorgvuldig uitgevoerd
Verzoek van een psychiatrisch patiënt
- Mensen met een psychiatrisch ziektebeeld zoals schizofrenie of een bipolaire stoornis,
zonder uitzicht op verbetering, kunnen psychisch erg lijden. Zo erg dat ze een doodswens
hebben. De euthanasiewet maakt geen onderscheid tussen lichamelijk of geestelijk lijden,
maar het is wel zo dat het lijden van een psychiatrisch patiënt moeilijker te duiden is.
- Onvoorspelbaarheid van een psychische aandoening
- Invloed van de aandoening op de oordeelsvorming
- Extra aanvulling op de WTL
o Extra behoedzaamheid
- Doodswens kan een uiting zijn van de stoornis zelf en dat betekent volgens de regionale
toetsingscommissie euthanasie (RTE) dat men extra aandacht aan de stoornis geeft
- Consulatie van een tweede psychiatrisch deskundige bij een verzoek is vereist
Euthanasie bij wilsbekwame minderjarigen
- Leeftijd van 16 tot 18 jaar
- Leeftijd van 12 tot 16 jaar
- Niet van toepassing op kinderen onder de 12 jaar
- Een minderjarige kan vanaf 12 jaar zelf een verzoek om euthanasie doen. Tot 16 jaar is
daarvoor wel instemming van de ouders of voogd nodig
- Jongeren van 16 en 17 jaar nemen de beslissing in eerste instantie zelf. Artsen moeten de
ouders wel altijd bij het besluit betrekken
- Vanaf 18 jaar kan iemand zelf om euthanasie vragen. De arts hoeft de ouders of verzorgers
niet bij het verzoek te betrekken
Medische dilemma
- Door medische behandeling kan ondraaglijk lijden verlengd worden maar ook de kans op
levensverlenging en mogelijk herstel
- Kwaliteit van leven is geen criterium in de euthanasiewet
- Wilsonbekwame kinderen en de stem van ouders -> wie bepaalt
- Euthanasie bij psychiatrische patiënten
- Euthanasie bij (wilsonbekwame) kinderen
- Euthanasie bij voltooid leven
- Euthanasie bij diep dementie
Wet toetsing levenseinde (WTL)
- Vrijwillig en weloverwogen verzoek van de patiënt
- Uitzichtloos en ondraaglijk lijden
- Vooruitzichten zijn helder bij de patiënt
- Geen redelijke andere oplossing
- Onafhankelijk arts wordt betrokken
- Levensbeëindiging wordt zorgvuldig uitgevoerd
Verzoek van een psychiatrisch patiënt
- Mensen met een psychiatrisch ziektebeeld zoals schizofrenie of een bipolaire stoornis,
zonder uitzicht op verbetering, kunnen psychisch erg lijden. Zo erg dat ze een doodswens
hebben. De euthanasiewet maakt geen onderscheid tussen lichamelijk of geestelijk lijden,
maar het is wel zo dat het lijden van een psychiatrisch patiënt moeilijker te duiden is.
- Onvoorspelbaarheid van een psychische aandoening
- Invloed van de aandoening op de oordeelsvorming
- Extra aanvulling op de WTL
o Extra behoedzaamheid
- Doodswens kan een uiting zijn van de stoornis zelf en dat betekent volgens de regionale
toetsingscommissie euthanasie (RTE) dat men extra aandacht aan de stoornis geeft
- Consulatie van een tweede psychiatrisch deskundige bij een verzoek is vereist
Euthanasie bij wilsbekwame minderjarigen
- Leeftijd van 16 tot 18 jaar
- Leeftijd van 12 tot 16 jaar
- Niet van toepassing op kinderen onder de 12 jaar
- Een minderjarige kan vanaf 12 jaar zelf een verzoek om euthanasie doen. Tot 16 jaar is
daarvoor wel instemming van de ouders of voogd nodig
- Jongeren van 16 en 17 jaar nemen de beslissing in eerste instantie zelf. Artsen moeten de
ouders wel altijd bij het besluit betrekken
- Vanaf 18 jaar kan iemand zelf om euthanasie vragen. De arts hoeft de ouders of verzorgers
niet bij het verzoek te betrekken
Medische dilemma
- Door medische behandeling kan ondraaglijk lijden verlengd worden maar ook de kans op
levensverlenging en mogelijk herstel
- Kwaliteit van leven is geen criterium in de euthanasiewet
- Wilsonbekwame kinderen en de stem van ouders -> wie bepaalt