Circulatie en bloed: Anatomie Juliëtte Ligthart 1-OAM-M13B
Theorie: BVP: Ketenzorg Deel C Reader, Blok 2 Homeostase
1e les: 12-03-2013 10:55u – 12:35u Dhr. André Beijering
2e les: 14-03-2013 12:35u – 14:15u
2a. Circulatie anatomie en fysiologie.
1. Via welke vaten en ruimten stroomt zuurstofarm bloed vanuit de arm naar de
long?
2. Welke uitwisselingprocessen vinden plaats in de capillairen van de grote
circulatie?
3. Wat dreigt er te gebeuren bij vernauwing van beenarteriën? Leg uit waarom.
4. Waar blijft een bloedprop uit de grote bekkenvenen steken? Leg uit waarom.
5. Van welke hartruimte voel je indirect de contractie als je de pols voelt?
6. Welke vaten zijn beschadigd bij puntbloedinkjes zoals bij een schaafwond?
7. Beschrijf de kleine bloedsomloop van hart rechts tot hart links.
8. Waarom stijgt de systolische bloeddruk met de leeftijd?
Bloedsomloop: http://www.youtube.com/watch?v=pULytfpp5Dc
1. Via welke vaten en ruimten stroomt zuurstofarm bloed vanuit de arm naar de long?
Zuurstofarm bloed stroomt vanuit de capillairen in de arm, via de venen naar het
rechteratrium. Vanuit de rechterventrikel – aa. pulmonales – capillairen van de
longen.
2. Welke uitwisselingprocessen vinden plaats in de capillairen van de grote circulatie?
In de capillairen van de grote circulatie vind de uitwisseling plaats van zuurstof en
voedingsstoffen van het bloed aan de weefsels.
3. Wat dreigt er te gebeuren bij vernauwing van beenarteriën? Leg uit waarom.
Als er een vernauwing is in de beenarteriën is het niet langer mogelijk om
zuurstofarm bloed te vervoeren naar de longen. Hierdoor krijgt het been geen
zuurstofrijk bloed meer aangevoerd.
4. Waar blijft een bloedprop uit de grote bekkenvenen steken? Leg uit waarom.
Een bloedprop uit de grote bekkenvenen blijven steken in de v. cava inferior
(onderste holle ader). Omdat de ader voorzien is van kleppen, kan de bloedprop het
hart niet bereiken.
5. Van welke hartruimte voel je indirect de contractie als je de pols voelt?
Als het linker ventrikel (linker hartkamer) samentrekt wordt een stroom bloed de
aorta ingepompt. De aorta en de groter arteriën (slagaders) hebben een elastische
wand. Deze wand wordt opgerekt door het erin gepompte bloed en de arterie zet
dus heel even uit. Dit uitzetten is te voelen aan arteriën die oppervlakkig liggen,
zoals in de pols, hals en lies.
1
, Circulatie en bloed: Anatomie Juliëtte Ligthart 1-OAM-M13B
6. Welke vaten zijn beschadigd bij puntbloedinkjes zoals bij een schaafwond?
De haarvaten in de dikkere onderhuid zijn beschadigd bij puntbloedinkjes zoals bij
een schaafwond.
7. Beschrijf de kleine bloedsomloop van hart rechts tot hart links.
De route van de pulmonale circulatie/kleine bloedsomloop:
Rechter ventrikel – aa. pulmonalis – capillairen van de longen – v.v. pulmonales –
linker atrium.
8. Waarom stijgt de systolische bloeddruk met de leeftijd?
De systolische bloeddruk (bovendruk) is de drukgolf in de arteriën. De druk in de
arteriën wordt hoger tijdens zo’n drukgolf. De vaten van jonge mensen zijn nog heel
soepel en rekken goed mee als er bloed gepompt wordt door het hart. Ouderen
hebben vaak verkalkte vaten die niet meer zo goed meegeven. De druk op de aderen
word hoger doordat het bloed door smallere vaten moet.
2
Theorie: BVP: Ketenzorg Deel C Reader, Blok 2 Homeostase
1e les: 12-03-2013 10:55u – 12:35u Dhr. André Beijering
2e les: 14-03-2013 12:35u – 14:15u
2a. Circulatie anatomie en fysiologie.
1. Via welke vaten en ruimten stroomt zuurstofarm bloed vanuit de arm naar de
long?
2. Welke uitwisselingprocessen vinden plaats in de capillairen van de grote
circulatie?
3. Wat dreigt er te gebeuren bij vernauwing van beenarteriën? Leg uit waarom.
4. Waar blijft een bloedprop uit de grote bekkenvenen steken? Leg uit waarom.
5. Van welke hartruimte voel je indirect de contractie als je de pols voelt?
6. Welke vaten zijn beschadigd bij puntbloedinkjes zoals bij een schaafwond?
7. Beschrijf de kleine bloedsomloop van hart rechts tot hart links.
8. Waarom stijgt de systolische bloeddruk met de leeftijd?
Bloedsomloop: http://www.youtube.com/watch?v=pULytfpp5Dc
1. Via welke vaten en ruimten stroomt zuurstofarm bloed vanuit de arm naar de long?
Zuurstofarm bloed stroomt vanuit de capillairen in de arm, via de venen naar het
rechteratrium. Vanuit de rechterventrikel – aa. pulmonales – capillairen van de
longen.
2. Welke uitwisselingprocessen vinden plaats in de capillairen van de grote circulatie?
In de capillairen van de grote circulatie vind de uitwisseling plaats van zuurstof en
voedingsstoffen van het bloed aan de weefsels.
3. Wat dreigt er te gebeuren bij vernauwing van beenarteriën? Leg uit waarom.
Als er een vernauwing is in de beenarteriën is het niet langer mogelijk om
zuurstofarm bloed te vervoeren naar de longen. Hierdoor krijgt het been geen
zuurstofrijk bloed meer aangevoerd.
4. Waar blijft een bloedprop uit de grote bekkenvenen steken? Leg uit waarom.
Een bloedprop uit de grote bekkenvenen blijven steken in de v. cava inferior
(onderste holle ader). Omdat de ader voorzien is van kleppen, kan de bloedprop het
hart niet bereiken.
5. Van welke hartruimte voel je indirect de contractie als je de pols voelt?
Als het linker ventrikel (linker hartkamer) samentrekt wordt een stroom bloed de
aorta ingepompt. De aorta en de groter arteriën (slagaders) hebben een elastische
wand. Deze wand wordt opgerekt door het erin gepompte bloed en de arterie zet
dus heel even uit. Dit uitzetten is te voelen aan arteriën die oppervlakkig liggen,
zoals in de pols, hals en lies.
1
, Circulatie en bloed: Anatomie Juliëtte Ligthart 1-OAM-M13B
6. Welke vaten zijn beschadigd bij puntbloedinkjes zoals bij een schaafwond?
De haarvaten in de dikkere onderhuid zijn beschadigd bij puntbloedinkjes zoals bij
een schaafwond.
7. Beschrijf de kleine bloedsomloop van hart rechts tot hart links.
De route van de pulmonale circulatie/kleine bloedsomloop:
Rechter ventrikel – aa. pulmonalis – capillairen van de longen – v.v. pulmonales –
linker atrium.
8. Waarom stijgt de systolische bloeddruk met de leeftijd?
De systolische bloeddruk (bovendruk) is de drukgolf in de arteriën. De druk in de
arteriën wordt hoger tijdens zo’n drukgolf. De vaten van jonge mensen zijn nog heel
soepel en rekken goed mee als er bloed gepompt wordt door het hart. Ouderen
hebben vaak verkalkte vaten die niet meer zo goed meegeven. De druk op de aderen
word hoger doordat het bloed door smallere vaten moet.
2
