Samenvatting economie
De macro-economische grootheden
De economische kringloop
BBP: bruto binnenlands product = is de totale marktwaarde van alle eindproducten en -
diensten die in een bepaald land in een bepaalde periode zijn geproduceerd
≠ BNP: bruto nationaal product: = BBP + primaire inkomens ontvangen door eigen
ingezetenen in het buitenland – primaire inkomens betaald aan het buitenland
o Marktwaarde: output wordt gewaardeerd tegen marktprijzen
o Van alle einde: enkel waarde van eindproducten om dubbele telling te vermijden
o Goederen en diensten: zowel materiële goederen als immateriële diensten
o Geproduceerd: omvat goederen en diensten die in dat jaar geproduceerd werden
o Binnen een land: meet waarde van productie binnen geografische grenzen v/e land
o In een bepaalde periode: meet waarde van productie binnen bepaald tijdsinterval,
meestal een jaar of kwartaal
o Som van
Consumptie (C)
Investeringen (I)
Overheidsaankopen (G)
Netto export (= export (X) – import (M)) (NX)
= C+I+G+X-M = C+I+G+NX
o BBP tegen marktprijzen: goederen en diensten worden gewaardeerd aan marktprijs
<-> factorprijzen: marktprijs bevat elementen die niks te maken hebben met de
waarde van het product (indirecte belastingen en subsidies), deze elementen halen
we uit de marktprijzen
o Door een samenwerking
Gezinnen
Bedrijven
Overheid
Buitenland
o Gegevens bijgehouden door Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR), Nationale
Bank van België (NBB), FOD Economie en Federaal Plantenbureau
o Federaal minister van werk en economie: Pierre-Yves Dermagne (PS)
o Nationaal inkomen = inkomen dat de gezinnen ontvangen van de bedrijven, de
overheid en het buitenland, plus niet-uitgekeerde winsten van onderneming
(reserves en directe belastingen)
= som van alle vergoedingen aan de productiefactoren arbeid en kapitaal die
eigendom zijn van eigen ingezetenen
Doorgaans tegen factorprijzen
Economische activiteit
o Productieoptiek: de totale waarde van de goederen en diensten die gedurende 1 jaar
zijn GEPRODUCEERD
o Bestedingsoptiek: de totale UITGAVEN die gedurende 1 jaar naar de producenten
vloeien
o Inkomensoptiek: bedrag gedurende 1 jaar VERDIEND voor productieve prestaties
1
, Na verloop van tijd gelijk aan elkaar: wat je uitgeeft, moet je kunnen verdienen
Economische kringloop:
Economische kringloop met sparen en investeren:
Geld- en kapitaalmarkt valt
hier ook onder
2
De macro-economische grootheden
De economische kringloop
BBP: bruto binnenlands product = is de totale marktwaarde van alle eindproducten en -
diensten die in een bepaald land in een bepaalde periode zijn geproduceerd
≠ BNP: bruto nationaal product: = BBP + primaire inkomens ontvangen door eigen
ingezetenen in het buitenland – primaire inkomens betaald aan het buitenland
o Marktwaarde: output wordt gewaardeerd tegen marktprijzen
o Van alle einde: enkel waarde van eindproducten om dubbele telling te vermijden
o Goederen en diensten: zowel materiële goederen als immateriële diensten
o Geproduceerd: omvat goederen en diensten die in dat jaar geproduceerd werden
o Binnen een land: meet waarde van productie binnen geografische grenzen v/e land
o In een bepaalde periode: meet waarde van productie binnen bepaald tijdsinterval,
meestal een jaar of kwartaal
o Som van
Consumptie (C)
Investeringen (I)
Overheidsaankopen (G)
Netto export (= export (X) – import (M)) (NX)
= C+I+G+X-M = C+I+G+NX
o BBP tegen marktprijzen: goederen en diensten worden gewaardeerd aan marktprijs
<-> factorprijzen: marktprijs bevat elementen die niks te maken hebben met de
waarde van het product (indirecte belastingen en subsidies), deze elementen halen
we uit de marktprijzen
o Door een samenwerking
Gezinnen
Bedrijven
Overheid
Buitenland
o Gegevens bijgehouden door Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR), Nationale
Bank van België (NBB), FOD Economie en Federaal Plantenbureau
o Federaal minister van werk en economie: Pierre-Yves Dermagne (PS)
o Nationaal inkomen = inkomen dat de gezinnen ontvangen van de bedrijven, de
overheid en het buitenland, plus niet-uitgekeerde winsten van onderneming
(reserves en directe belastingen)
= som van alle vergoedingen aan de productiefactoren arbeid en kapitaal die
eigendom zijn van eigen ingezetenen
Doorgaans tegen factorprijzen
Economische activiteit
o Productieoptiek: de totale waarde van de goederen en diensten die gedurende 1 jaar
zijn GEPRODUCEERD
o Bestedingsoptiek: de totale UITGAVEN die gedurende 1 jaar naar de producenten
vloeien
o Inkomensoptiek: bedrag gedurende 1 jaar VERDIEND voor productieve prestaties
1
, Na verloop van tijd gelijk aan elkaar: wat je uitgeeft, moet je kunnen verdienen
Economische kringloop:
Economische kringloop met sparen en investeren:
Geld- en kapitaalmarkt valt
hier ook onder
2