Week 1
Je kunt kernreacties opstellen en herkennen
Je weet wat de halfwaardetijd van een atoomkern is
Je weet wat de beroemde formule E = mc2 oplevert
Je kent praktische voorbeelden van kernreacties
Je weet hoe je radioactieve straling kunt meten
Week 2
Kent het moderne atoommodel
Weet hoe je de golflengte, frequentie en energie van licht kunt berekenen
Weet wat het foto-elektrisch effect inhoudt
Kent het golf-deeltjeskarakter van licht en elektronen
Kunt elektronen in een atoom karakteriseren en onderscheiden
Week 3
Weet wat de effectieve kernlading inhoudt
Weet hoe elektronen in een atoom zich verdelen over orbitalen m.b.v. het aufbau principe,
de regel van Hund en het Pauli principe
Kunt trends in het periodiek systeem der elementen herkennen
Week 4
Kent diverse trends in het Periodiek systeem der elementen
Kunt een uitspraak doen over de waarschijnlijkheid dat een atoom een elektron opneemt of
afstaat
Kent het verband tussen effectieve kernlading en ionisatie-energie/elektronenaffiniteit
Week 5
Kent de energetische eigenschappen van chemische binding
Kent het verband tussen elektronegativiteit en bindingstype a.d.h.v. de polariteit
Kent de octetregel van Lewis (met uitzonderingen)
Weet hoe je Lewis-structuren tekent
Weet wat mesomerie is en hoe je het toepast
Weet wat de VSEPR-theorie inhoudt
Kent de verschillende geometrieën van moleculen/ionen
Weet welke bindingshoeken bij deze geometrieën horen
Kent de manier waarop je kunt voorspellen/achterhalen hoe een molecuul/ion er ruimtelijk
uitziet
Week 6
Weet wat het dipoolmoment inhoudt
Kunt het dipoolmoment van een molecuul berekenen
Kent de verschillende intermoleculaire krachten
Kent de verschillen tussen de intermoleculaire krachten m.b.v. kennis over
elektronendichtheid
Weet wat oppervlaktespanning inhoudt
Weet wat viscositeit inhoudt
Je kunt kernreacties opstellen en herkennen
Je weet wat de halfwaardetijd van een atoomkern is
Je weet wat de beroemde formule E = mc2 oplevert
Je kent praktische voorbeelden van kernreacties
Je weet hoe je radioactieve straling kunt meten
Week 2
Kent het moderne atoommodel
Weet hoe je de golflengte, frequentie en energie van licht kunt berekenen
Weet wat het foto-elektrisch effect inhoudt
Kent het golf-deeltjeskarakter van licht en elektronen
Kunt elektronen in een atoom karakteriseren en onderscheiden
Week 3
Weet wat de effectieve kernlading inhoudt
Weet hoe elektronen in een atoom zich verdelen over orbitalen m.b.v. het aufbau principe,
de regel van Hund en het Pauli principe
Kunt trends in het periodiek systeem der elementen herkennen
Week 4
Kent diverse trends in het Periodiek systeem der elementen
Kunt een uitspraak doen over de waarschijnlijkheid dat een atoom een elektron opneemt of
afstaat
Kent het verband tussen effectieve kernlading en ionisatie-energie/elektronenaffiniteit
Week 5
Kent de energetische eigenschappen van chemische binding
Kent het verband tussen elektronegativiteit en bindingstype a.d.h.v. de polariteit
Kent de octetregel van Lewis (met uitzonderingen)
Weet hoe je Lewis-structuren tekent
Weet wat mesomerie is en hoe je het toepast
Weet wat de VSEPR-theorie inhoudt
Kent de verschillende geometrieën van moleculen/ionen
Weet welke bindingshoeken bij deze geometrieën horen
Kent de manier waarop je kunt voorspellen/achterhalen hoe een molecuul/ion er ruimtelijk
uitziet
Week 6
Weet wat het dipoolmoment inhoudt
Kunt het dipoolmoment van een molecuul berekenen
Kent de verschillende intermoleculaire krachten
Kent de verschillen tussen de intermoleculaire krachten m.b.v. kennis over
elektronendichtheid
Weet wat oppervlaktespanning inhoudt
Weet wat viscositeit inhoudt