1
,Inhoudsopgave
Voorblad 1
Inhoudsopgave 2
Opdracht verpleegkundig redeneren 3, 4
Casuïstiek 5
1. Klinisch beeld, oriëntatie op de situatie 6 t/m 9
2. Klinische probleemstelling 10 t/m 13
3. Aanvullend klinisch onderzoek 14 t/m 20
Informatie werking nieren en blaas 21,22
Informatie cystenieren 23
4. Klinisch beleid 24 t/m 29
5. Klinisch verloop 30 t/m 33
6. Nabeschouwing 34
7. Reflectie 35
8. Bronvermelding 36
9. Bijlage 37 t/m 39
2
,Opdracht verpleegkundig redeneren
1 Klinisch beeld/Oriëntatie op de situatie
1.1 Situatie en probleem (Situation)
* Beschrijf de patiënt en het klinisch beeld zoals je de patiënt aantreft.
1.2 Achtergrond, voorgeschiedenis (Background)
* Geef weer wat de meest recente medische diagnose is en hoe recent deze is.
* Geef een korte weergave van de voorgeschiedenis op het medische, sociale en psychische vlak.
Denk aan de thuissituatie, mantelzorg en dagelijkse bezigheden.
* Geef een kort overzicht van de medische behandeling tot nu toe.
1.3 Beoordeling, inschatting (Assesment)
* Beoordeel of waardes van parameters meerwaarde hebben en presenter deze zo nodig.
* Beoordeel of en welke laboratoriumwaarden er op dat moment van belang en bekend zijn en
presenteer deze.
* Beredeneer welke waarden je zorgelijk vindt / beredeneer de urgentie.
* Beoordeel en beredeneer observaties
* Beredeneer de mogelijke oorzaken van deze situatie.
1.4 Aanbeveling (Recommendation)
* Geef aan wat jij ziet dat er moet gebeuren.
* Geef aan wie erbij moet komen.
2 Klinische probleemstellingen
* Beredeneer welke orgaansystemen betrokken zijn en welk orgaansysteem de prioriteit heeft.
(beschrijf je redenatie!)
* Beredeneer m.b.v. de klinische aandachtspunten wat de problemen zijn. (beschrijf je redenatie!)
* Beredeneer de psychosociale problematiek van de situatie. (beschrijf je redenatie!)
3 Aanvullend klinisch onderzoek
3
, * Beredeneer welk aanvullend onderzoek van belang is m.b.t. de anamnese, lichamelijk onderzoek,
laboratoriumonderzoek, beeldvormend onderzoek en/of fysiologisch functieonderzoek. (beschrijf je
redenatie!)
* Beredeneer wat de verwachte uitkomsten zijn en wanneer uitkomsten urgent/ernstig zijn.
(beschrijf je redenatie!)
4 Klinisch beleid
* Beredeneer hoe de patiënt behandeld, bewaakt en begeleid moet worden. (beschrijf je redenatie!)
* Beredeneer wat, in hoofdlijnen, de volgorde van handelen is. (beschrijf je redenatie!)
o Prioriteiten
o Verpleegkundige interventies
* Twee interventies beschrijven met de PES met behulp van Carpenito!
o Overwegende interventies
o Lichaamsfuncties bewaken
o Meewerkende disciplines
o Patiënt inlichten en begeleiden
5 Klinisch verloop
* Beredeneer hoe je het klinisch verloop ziet op de korte en lange termijn; (beschrijf je redenatie!)
* Beredeneer wat de prognose is, welke complicaties op kunnen treden en wat de risico’s van de
behandeling zijn. (beschrijf je redenatie!)
6 Nabeschouwing
* Beredeneer waar en wanneer de patiëntveiligheid niet optimaal was; (beschrijf je redenatie!)
* Beredeneer waar en wanneer de kwaliteit van de beroepsuitoefening niet optimaal was; (beschrijf
je redenatie!)
* Beredeneer waar en wanneer er sprake was van een ethisch dilemma; (beschrijf je redenatie!)
* Beredeneer wat je geleerd hebt met betrekking tot de beroepsrollen en de competenties. (beschrijf
je redenatie!)
4