mij...
“Een kwalitatief praktijkonderzoek naar de wijze van handelen door babykamerverpleegkundigen
werkzaam op een psychiatrische afdeling ter bevordering van de moeder-kindhechting bij een post-
partumdepressie’’
Naam: Sheimae Lemsidi
Studentnummer: 0961673
Opleiding: Opleiding tot Verpleegkundige Hogeschool Rotterdam
Code afstudeerproduct: OVK4ABPA01
Afstudeervariant: Praktijkonderzoek
Naam en titel eerste beoordelaar: MSc. Rosanne Akkermans
Naam en titel tweede beoordelaar: MA Anne Dingemans
Naam en titel begeleider: Dr. Janet Been-Dahmen
Opdrachtgever: Praktijkopleider academisch ziekenhuis Zuid-Holland
Datum van inleveren: 15 juni 2021
Aantal woorden: 5936
2
, 2
Sheimae Lemsidi Artikel: interventies bij een verstoorde moeder-kindhechting
2020-2021
, Samenvatting
Aanleiding
Tot nu toe ontbreken er op de babykamer zorgprotocollen en richtlijnen ter bevordering van de
moeder-kindhechting bij een post-partumdepressie. Hierdoor is het niet inzichtelijk hoe
babykamerverpleegkundigen de moeder-kindhechting bevorderen. Vanuit de praktijkopleider van de
afdeling is de opdracht ontstaan hun handelswijze inzichtelijk te maken.
Doelstelling
Het doel van dit onderzoek was inzicht krijgen in interventies die babykamerverpleegkundigen
inzetten om de moeder-kindhechting bij een post-partumdepressie te bevorderen, zodat er
aanbevelingen gegeven kunnen worden over adviezen die de zorg rondom de moeder-kindhechting
verbeteren.
Methode
Er is een kwalitatief onderzoek uitgevoerd onder vijf babykamerverpleegkundigen die middels een
doelgerichte steekproef zijn uitgekozen. Aan de hand van semi-gestructureerde interviews, waarvoor
voorafgaand een topiclijst is opgesteld, zijn de interviews afgenomen. De interviews zijn gecodeerd
en vervolgens thematisch geanalyseerd.
Resultaten
Goede signalering van een verstoorde moeder-kindhechting is bepalend voor de interventies die
babykamerverpleegkundigen inzetten. Veel ingezette interventies zijn gericht op communicatie via de
baby, het creëren van thuissituaties, veiligheidsbevordering, betrekken van het steunsysteem en
educatie door de inzet van trainingen gericht op het omgaan en leren herkennen van de signalen van
de baby. Factoren als overdracht en tegenoverdracht vanuit de verpleegkundige werken belemmerend
in het bevorderen van de hechting evenals het ontbreken van een goede samenwerking binnen het
team. Hierdoor worden interventies niet optimaal ingezet.
Conclusie
Uit dit onderzoek blijkt dat door alle babykamerverpleegkundigen veel verschillende interventies
worden ingezet om de moeder-kindhechting te bevorderen. Echter mist er wat betreft de inzet van
interventies eenduidigheid en bestaat er een grote variëteit hierin. Om dit op te vangen wordt de
HUGS interventie aanbevolen. De attitudes en competenties van een babykamerverpleegkundige zijn
medebepalend in het wel of niet slagen van de interventies. Intervisiebijeenkomsten kunnen dan
uitkomst bieden in het omgaan met lastige situaties waarin het moeilijk lukt de hechting te
bevorderen.
Trefwoorden: Post-partumdepressie, moeder-kindhechting, interventies, klinische setting,
verpleegkundigen
Summary
2