Samenvatting
‘Circulatie &
Respiratie’
Daan Beers
Q3 – MGZ
,Inhoudsopgave
E-learning ‘Interactive Physiology’ 3
Bloedvaten 3
Elastische arteriën 3
Musculaire arteriën 3
Arteriolen 3
Capillairen 3
Venulen 4
Venen 4
Bloeddrukregulatie 4
Short-term regulatie 4
Long-term regulatie 4
Anatomie longen 5
Opbouw bronchiale boom 5
Celtypen alveolus 5
Flow volume curve 5
E-learning – Histologie ‘Hart & bloedvaten’ 6
Hartweefsel 6
Aorta 6
Kleppen 6
Soorten capillairen 6
Pericyten 7
Gefenestreerde capillairen 7
Sinusoïde capillairen 7
E-learning – Histologie ‘Longen & luchtwegen’ 8
Epitheel bekleding 8
Septum interalveolare 8
Clara-cellen 8
Septum interalveolare 8
PR – Circulatie 1 9
Anatomie – Positie van hart in de thorax, pericardium 9
Anatomie – Het hart 9
Fysiologie: Druk-volumecurve 11
Opdracht 11
BONUS 11
PR – Circulatie 2 12
Anatomie 1 12
Anatomie 2 13
, E-learning ‘Interactive Physiology’
Bloedvaten
Algemene structuur van bloedvaten bestaan uit 3 lagen:
• Tunica intima:
o Endotheel met lamina basalis;
o Subendoheliale laag (bindweefsel);
o Lamina elastica interna (elastisch weefsel).
• Tunica media:
o Glad spierweefsel (circulair gerangschikt);
o Lamina elastica externa (elastisch weefsel).
• Tunica adventitia:
o Losmazig bindweefsel;
o Vasa vasorum (bloedvaatjes voor de vaten).
Elastische arteriën
• Dichtst bij het hart (grootste druk);
• Bevat veel elastine (tunica media).
Musculaire arteriën
• Brengt bloed naar specifiek orgaan;
• Relatief veel glad spierweefsel (tunica media);
• Weinig elastine (tunica media);
• Vasomotorvezels regelen de activiteit van het gladde spierweefsel (tunica media);
• Kleine veranderingen in diameter zorgen voor grote invloed op bloedflow en
bloeddruk.
Arteriolen
• Kleinste arteriën;
• Bevat hoofdzakelijk glad spierweefsel (tunica media) en lamina elastica interna;
• Zorgt voor de grootste bloeddruk verlaging;
• Veranderd flow van pulserend naar egaal.
Capillairen
• Bevatten alleen een tunica intima (endotheel).
Soort Capillair Kenmerken Voorkomen
Spieren, bindweefsel,
Continue endotheellaag en een lamina
Continue Capillair exocriene klieren,
basalis.
zenuwweefsel.
Gefenestreerde Fenestrae in endotheellaag die een diafragma
Endocriene klieren,
capillairen met dragen, omgeven door een continue lamina
darmkanaal.
diafragma basalis.
‘Circulatie &
Respiratie’
Daan Beers
Q3 – MGZ
,Inhoudsopgave
E-learning ‘Interactive Physiology’ 3
Bloedvaten 3
Elastische arteriën 3
Musculaire arteriën 3
Arteriolen 3
Capillairen 3
Venulen 4
Venen 4
Bloeddrukregulatie 4
Short-term regulatie 4
Long-term regulatie 4
Anatomie longen 5
Opbouw bronchiale boom 5
Celtypen alveolus 5
Flow volume curve 5
E-learning – Histologie ‘Hart & bloedvaten’ 6
Hartweefsel 6
Aorta 6
Kleppen 6
Soorten capillairen 6
Pericyten 7
Gefenestreerde capillairen 7
Sinusoïde capillairen 7
E-learning – Histologie ‘Longen & luchtwegen’ 8
Epitheel bekleding 8
Septum interalveolare 8
Clara-cellen 8
Septum interalveolare 8
PR – Circulatie 1 9
Anatomie – Positie van hart in de thorax, pericardium 9
Anatomie – Het hart 9
Fysiologie: Druk-volumecurve 11
Opdracht 11
BONUS 11
PR – Circulatie 2 12
Anatomie 1 12
Anatomie 2 13
, E-learning ‘Interactive Physiology’
Bloedvaten
Algemene structuur van bloedvaten bestaan uit 3 lagen:
• Tunica intima:
o Endotheel met lamina basalis;
o Subendoheliale laag (bindweefsel);
o Lamina elastica interna (elastisch weefsel).
• Tunica media:
o Glad spierweefsel (circulair gerangschikt);
o Lamina elastica externa (elastisch weefsel).
• Tunica adventitia:
o Losmazig bindweefsel;
o Vasa vasorum (bloedvaatjes voor de vaten).
Elastische arteriën
• Dichtst bij het hart (grootste druk);
• Bevat veel elastine (tunica media).
Musculaire arteriën
• Brengt bloed naar specifiek orgaan;
• Relatief veel glad spierweefsel (tunica media);
• Weinig elastine (tunica media);
• Vasomotorvezels regelen de activiteit van het gladde spierweefsel (tunica media);
• Kleine veranderingen in diameter zorgen voor grote invloed op bloedflow en
bloeddruk.
Arteriolen
• Kleinste arteriën;
• Bevat hoofdzakelijk glad spierweefsel (tunica media) en lamina elastica interna;
• Zorgt voor de grootste bloeddruk verlaging;
• Veranderd flow van pulserend naar egaal.
Capillairen
• Bevatten alleen een tunica intima (endotheel).
Soort Capillair Kenmerken Voorkomen
Spieren, bindweefsel,
Continue endotheellaag en een lamina
Continue Capillair exocriene klieren,
basalis.
zenuwweefsel.
Gefenestreerde Fenestrae in endotheellaag die een diafragma
Endocriene klieren,
capillairen met dragen, omgeven door een continue lamina
darmkanaal.
diafragma basalis.
