Kwalitatieve analyse
Analyses in kwalitatief onderzoek
Startpunt is het empirisch materiaal:
1. Transcripten van interviews.
2. Observatieverslagen.
3. Uitgewerkte verslagen van dossiers.
4. Samenvattingen van beleidsdocumenten.
5. Screenshots van social media.
6. Foto’s.
Kwalitatieve analyse: 10 basisprincipes:
1. Cyclisch-iteratief proces.
2. Systematisch en omvattend, maar niet verstarrend.
3. Reflectie.
4. Segmentatie van data.
5. Categorisering van datasegmenten.
6. Constante vergelijking van het materiaal.
7. Categorieën zijn flexibel.
8. Analyseproces kent geen “fixed formula”.
9. “Science and art”.
“Science”: structuur en systematiek in de techniek van analyseren.
Volledig onderdompelen in data, maar ook afstand nemen.
In teamverband: zelfde interview coderen en codes vergelijken.
Voortdurend blijven reflecteren.
“Art”: creativiteit en flexibiliteit die gepaard gaan met interpretatie.
‘Zien’ van het verhaal/de verhalen: orde in de chaos.
10. Resultaat is een synthese op een hoger niveau.
Analytische spiraal:
Dataverzameling en – analyse wisselen elkaar continue af.
Lezen, herlezen, segmenteren, coderen, reflecteren.
Fasen wisselen elkaar af.
Hoe gaan we te werk?
Fase 1: ordenen data> databeheer efficiënt laten verlopen.
Fase 2: data leren kennen> (her)lezen.
Fase 3: segmenteren en coderen.
Segmenteren:
Onderverdelen van je data (transcript) in segmenten.
Oftewel: een opdeling in relevante ‘eenheden’.
Kleinere, betekenisvolle delen.
Maar: ook oog (proberen te) houden voor het geheel.
Coderen:
Verschillende benaderingen.
Wij hanteren: thematische en open codes.
Veelal eerst vanuit de theorie (thematische) codes creëren (deductief).
Een code is een thema/theoretische notie.
Bouwsteen van de analyse: reductie van data en op zoek naar patronen.
Welke code(s) hoort/horen bij welk segment?
Thematisch coderen (deductieve analyse):
Vanaf theorie naar data kijken.
Opstellen codelijst.
Aan de hand van een topiclijst en wetenschappelijke literatuur (theoretisch kader).
Oftewel: welke thema’s (codes) kunnen we verwachten in het empirisch materiaal?
Open coderen (inductieve analyse):
Zonder theoretische bril naar de data kijken en de vraag proberen te beantwoorden: wat ‘zegt’ de
data nog meer?
Maar ook: waar wringt de ‘theorie’ of wringen de thematische codes?