Optond samenvatting Pupillen

Optond HC 1 Pupillen (normaal en abnormaal)

Aandoeningen die de pupilreacties kunnen verstoren:
- NIII parese
- Venatak occlusie
- Herseninfarct
- MD
- AION
- Glaucoom
- Iritis
- Venacentralis occlusie
- Arterietak occlusie
- Neuritis optica
- Trama
- Ablatio retinae (glasvocht loslating)
- Trauma
- Aneurysma
- Arterie centralis occlusie
- Tumor
- Glasvochtbloeding
- Mydriaticum
- Neurosyfilis

Stappen optometries basis onderzoek (OBO):
- • Algemene indruk
- • Anamnese
- • Externals (oa. pupilreacties)
- • Refractie
- • Spleetlamponderzoek
- • Intraoculaire druk
- • Onderzoek achterste segment
- • Evaluatie & plan

Het lichtreflex is op de heenweg (vanaf waarneming tot pretectal nucleus - - - -) afferent en
op de terugweg (vanaf preyectal nucleus tot spier ______) efferent.

Directe reactie: reactie in het oog waar je met het lampje op schijnt
Indirecte reactie: reactie van het oog waar je niet op schijnt

Wat bekijk je bij pupilreacties?
- Zijn de pupillen rond en gelijkmatig van vorm?
- Zijn beide pupillen even groot?
- Reageren de pupillen op licht?
- Indien er geen reactie op licht is: Is de nabijsynkinese intact?

Testomstandigheden:
- Gedimde kamerverlichting
- Patient fixeert op een niet accomodatief punt