Hoofdstuk 1: Ordenen en herordenen
In de moderne samenlevingen zoals Nederland worden de maatschappelijke taken en
verantwoordelijkheden geordend en verdeeld in drie domeinen:
publiek domein (staat/overheid)
economisch domein (markt/bedrijf)
Sociale domein (civil Society/maatschappelijk middenveld)
Het publieke domein: de verzorgingsstaat
Werd in 1957 geïntroduceerd door de socioloog Hilde Verweij-Jonker. De overheid neemt de
centrale positie als regelaar van collectieve voorzieningen die invloed hebben op vrijwel alle
aspecten van het leven van een staatsburger in. De verzorgingsstaat is als ideaaltype en
moreelconcept: het drukt uit hoe een samenleving de onderlinge betrokkenheid behoort
vorm te geven en de risico’s behoort te delen op nationaal niveau.
Functies
Verzorgen Hulpverlenen aan mensen die niet voor zichzelf kunnen zorgen.
Verzekeren Organiseren van collectieve fondsen die beschikbaar zijn bij “armoede”
Verheffen Aanreiken van vaardigheden, scholing. (vorm geven aan het leven)
Verbinden Bevorderen onderlinge verbondenheid tussen individuen. (ongelijkheid)
De functies zijn het resultaat van maatschappelijke ontwikkelingen.
Nadelen:
Gebrek aan activering en prikkels (voorzieningen zien als recht en niet als vangnet)
Uniforme werkwijze zonder ruimte voor maatwerk en persoonlijke omstandigheden
Oplopende kosten
Dominante rol overheid (financiën en controleur)
Bureaucratie en regelzucht
Trage besluitvorming en stroperigheid
Betutteling en behandeling van de burger als onmondig
Dominantie van formele structuren
De Nederlandse bevolking is niet meer te vergelijken met de bevolking van de 21e eeuw.
Nederland is vrijwel een middenklasse samenleving waar vrijwel iedereen toegang heeft tot
onderwijs, kennis en informatie en arbeid heeft niet de noodzaak om geld te verdienen,
maar er is ook een manier om je eigen identiteit op te bouwen (Kwalitatief individualisme).
Wicked problems: (hardnekkige problemen) zijn niet eenduidig te herleiden aan één oorzaak
en daardoor hebben ze ook niet duidelijk één oplossingsrichting. Ze kenmerken zich door
verschillende en tegenstrijdige aspecten die vaak in elkaar grijpen of elkaar versterken
(armoede, werkloosheid, criminaliteit, milieuproblemen). Deze problemen worden
veroorzaakt doordat verschillende interventies elkaar tegenwerken en kunne worden
aangepakt wanneer alle partijen de krachten bundelen.