SAMENVATTING ‘HELE GETALLEN’ 5.1 T/M 5.5
§5.1
Vanaf groep 5 komt het voortgezette rekenen aan bod. Naast de al aangeleerde basisbewerkingen komen er
nieuwe rekenvormen bij zoals schattend rekenen, schriftelijk rekenen en rekenen met de rekenmachine (ook al
een beetje handig rekenen). Zie boek bladzijde 112 voor schematische schets van de basisschool leerlijn.
§5.2
Rekenen uit het hoofd = Basisvaardigheden: optellen en aftrekken tot 20 en tot 100, de tafels van
vermenigvuldigingen en de deeltafels.
Rekenen met het hoofd = Halfschriftelijk rekenen, waarbij tussenstappen en deelantwoorden mogen worden
genoteerd.
§5.2.1
Bij hoofdrekenen uit het hoofd gaat het veel om precies rekenen en reproduceren. Maar bij
hoofdrekenen met het hoofd wordt vaak gebruik gemaakt van gekende weetjes. Denk hierbij ook aan
schattend rekenen of precies rekenen. De grenzen tussen beide zijn vaak ook niet duidelijk.
§5.2.2
In de bovenbouw worden de getallen waarmee gerekend word steeds groter. Ook is er veel aandacht
voor wiskundetaal van grote getallen (voor de benaming en notatie). Ook vindt hier vaak de
introductie plaats van een nieuwgetallengebied; getallen tot 100.000 of 1.000.000.
§5.2.3
Ook worden in de bovenbouw verschillende oplosmethodes aangeleerd om lastige
vermenigvuldigingen uit te rekenen. Zo worden er bijna altijd een dezelfde aantal fouten ontdekt bij
de kinderen als ze bijvoorbeeld de verdeeleigenschap willen toepassen (61x33, daar doen veel
kinderen 60x30 en 3x1 maar dat is natuurlijk verkeerd). Ook kunnen de kinderen verwisselen. Bij deze
methode wisselen de kinderen de som om (alleen bij keer!) om hem zo makkelijker te kunnen
oplossen. Andere rekenmanieren die de kinderen aangeleerd krijgen in de bovenbouw zijn:
- rechthoekmodel. -nulregel. -compenseren.
- transformeren. -ombouwen.
§5.3
In de bovenbouw zijn er ook twee manieren van schriftelijk rekenen, je hebt hierbij het kolomsgewijs rekenen
en het cijferen. Rekenmanieren die in 5.3 aan bod komen: (staan al samengevat in het boek blz. 125)
- Kolomsgewijs rekenen
- Cijferend rekenen
- Splitsen
- Geld (rekenen met geld)
§5.1
Vanaf groep 5 komt het voortgezette rekenen aan bod. Naast de al aangeleerde basisbewerkingen komen er
nieuwe rekenvormen bij zoals schattend rekenen, schriftelijk rekenen en rekenen met de rekenmachine (ook al
een beetje handig rekenen). Zie boek bladzijde 112 voor schematische schets van de basisschool leerlijn.
§5.2
Rekenen uit het hoofd = Basisvaardigheden: optellen en aftrekken tot 20 en tot 100, de tafels van
vermenigvuldigingen en de deeltafels.
Rekenen met het hoofd = Halfschriftelijk rekenen, waarbij tussenstappen en deelantwoorden mogen worden
genoteerd.
§5.2.1
Bij hoofdrekenen uit het hoofd gaat het veel om precies rekenen en reproduceren. Maar bij
hoofdrekenen met het hoofd wordt vaak gebruik gemaakt van gekende weetjes. Denk hierbij ook aan
schattend rekenen of precies rekenen. De grenzen tussen beide zijn vaak ook niet duidelijk.
§5.2.2
In de bovenbouw worden de getallen waarmee gerekend word steeds groter. Ook is er veel aandacht
voor wiskundetaal van grote getallen (voor de benaming en notatie). Ook vindt hier vaak de
introductie plaats van een nieuwgetallengebied; getallen tot 100.000 of 1.000.000.
§5.2.3
Ook worden in de bovenbouw verschillende oplosmethodes aangeleerd om lastige
vermenigvuldigingen uit te rekenen. Zo worden er bijna altijd een dezelfde aantal fouten ontdekt bij
de kinderen als ze bijvoorbeeld de verdeeleigenschap willen toepassen (61x33, daar doen veel
kinderen 60x30 en 3x1 maar dat is natuurlijk verkeerd). Ook kunnen de kinderen verwisselen. Bij deze
methode wisselen de kinderen de som om (alleen bij keer!) om hem zo makkelijker te kunnen
oplossen. Andere rekenmanieren die de kinderen aangeleerd krijgen in de bovenbouw zijn:
- rechthoekmodel. -nulregel. -compenseren.
- transformeren. -ombouwen.
§5.3
In de bovenbouw zijn er ook twee manieren van schriftelijk rekenen, je hebt hierbij het kolomsgewijs rekenen
en het cijferen. Rekenmanieren die in 5.3 aan bod komen: (staan al samengevat in het boek blz. 125)
- Kolomsgewijs rekenen
- Cijferend rekenen
- Splitsen
- Geld (rekenen met geld)