Bibliografische gegevens:
- Naam auteur: Hanna Bervoets
- Titel: Alles wat er was
- Plaats van uitgave: Amsterdan
- Oorspronkelijke jaar van uitgave: 2013
- Jaar van gelezen uitgave: 2019
- Gelezen druk: 13e druk
- Motto: -
- Opdracht: -
Vertelinstantie:
Het boek is met een belevende vertellende ik-verteller geschreven, met een
enkelvoudig perspectief.
De verteller (Merel) schrijft eerst in het algemeen, maar als ze erachter komt dat ze
zwanger is schrijft ze naar een ‘je’, waarschijnlijk haar ongeboren kind.
- ’21.00-23.00 uur: Black out, schreef ik zojuist in Melissa’s agenda.’ (pagina 93)
Dit is een stukje uit het boek nadat er een black out plaatsvond, hiervoor was het licht
ook al een aantal keer uitgevallen, dit zorgde voor onrust, want geen licht betekende
geen elektriciteit. Merel begon met het bijhouden van de black outs totdat de black out
standaard werd, maar dit laat ze niet doorschemerend, daardoor is het een belevende
verteller.
- ‘Maar dat bedenk ik me nu, achteraf, terwijl ik het nieuwe rantsoenschema in
Melissa’s agenda overschrijf.’ (pagina 164)
Hier in dit fragment lees je wat Merel denkt over de ‘nieuwe situatie’, ze betrapt zichzelf
erop dat ze tevreden is met kleine dingen, zoals drie korrels rijst. Ze vind het vervelend
dat dat eerder niet zo geweest is. Dit bedenkt ze zich na het gesprek, tijdens het
opschrijven in Melissa’s agenda (haar dagboek). Je kan zien wat ze denkt en dat ze
niks over de afloop weet, dus is de verteller belevend.
- ‘Jouw komst vond hij al snel, op de middelste pagina.’ (pagina 263)
In dit fragment is Merel zwanger en is Barry net overleden en is merel erachter
gekomen dat Kaylem had bedacht hem op te eten. Kaylem had in de agenda gebladerd
en pagina’s eruit gescheurd volgens Merel. Ze richt zich hier op een ‘jouw’, dit is in dit
geval haar ongeboren kind.
- Naam auteur: Hanna Bervoets
- Titel: Alles wat er was
- Plaats van uitgave: Amsterdan
- Oorspronkelijke jaar van uitgave: 2013
- Jaar van gelezen uitgave: 2019
- Gelezen druk: 13e druk
- Motto: -
- Opdracht: -
Vertelinstantie:
Het boek is met een belevende vertellende ik-verteller geschreven, met een
enkelvoudig perspectief.
De verteller (Merel) schrijft eerst in het algemeen, maar als ze erachter komt dat ze
zwanger is schrijft ze naar een ‘je’, waarschijnlijk haar ongeboren kind.
- ’21.00-23.00 uur: Black out, schreef ik zojuist in Melissa’s agenda.’ (pagina 93)
Dit is een stukje uit het boek nadat er een black out plaatsvond, hiervoor was het licht
ook al een aantal keer uitgevallen, dit zorgde voor onrust, want geen licht betekende
geen elektriciteit. Merel begon met het bijhouden van de black outs totdat de black out
standaard werd, maar dit laat ze niet doorschemerend, daardoor is het een belevende
verteller.
- ‘Maar dat bedenk ik me nu, achteraf, terwijl ik het nieuwe rantsoenschema in
Melissa’s agenda overschrijf.’ (pagina 164)
Hier in dit fragment lees je wat Merel denkt over de ‘nieuwe situatie’, ze betrapt zichzelf
erop dat ze tevreden is met kleine dingen, zoals drie korrels rijst. Ze vind het vervelend
dat dat eerder niet zo geweest is. Dit bedenkt ze zich na het gesprek, tijdens het
opschrijven in Melissa’s agenda (haar dagboek). Je kan zien wat ze denkt en dat ze
niks over de afloop weet, dus is de verteller belevend.
- ‘Jouw komst vond hij al snel, op de middelste pagina.’ (pagina 263)
In dit fragment is Merel zwanger en is Barry net overleden en is merel erachter
gekomen dat Kaylem had bedacht hem op te eten. Kaylem had in de agenda gebladerd
en pagina’s eruit gescheurd volgens Merel. Ze richt zich hier op een ‘jouw’, dit is in dit
geval haar ongeboren kind.