Materieel strafrecht
Week 1
de bronnen van het materiële strafrecht benoemen;
- Wet → Wetboek van Strafrecht en bijzondere strafwetten (o.a. WVW, WWM,
Opiumwet)
-Jurisprudentie
- Verdragen
- Rechtsbeginselen
- Literatuur
uitleggen wat het materieelrechtelijke legaliteitsbeginsel inhoudt;
Het legaliteitsbeginsel houdt in dat een straf moet berusten op een voorafgaande
wettelijke strafbepaling. Dit is vastgelegd in Art. 16 GW, art. 1 lid 1 Sr en art. 7 EVRM,
15 IVBPR. (Nulla Poena)
Verdachte krijgt altijd de gunstigste straf. (verder uitgewerkt in 15 ivbpr)
7 EVRM: lid 2; kan ook op het moment dat er niks is vastgelegd. (voorbeeld duitsers)
anders zouden bijv oorlogsmisdaden niet kunnen worden berecht.
- Voorafgaande
- Wettelijke (wet in formele zin of apv met uitzonderingen)
- Strafbepaling (moet op schrift staan, moet in het Nederlands zijn
Je kan iemand niet berechten op gewoonterecht.
Subregels uit nulla poena
- De straf moet berusten op een wet in formele zin
- Het verbod van terugwerkende kracht (je kan niet gestraft worden voor iets wat
ten tijde van het plegen niet strafbaar was)
- Bestimmtheitsgebot (lex certa)
- Het verbod van analogische interpretatie (de rechter moet interpreteren of het
bewezen feit ook een strafbaar feit is)
- Materieel: ’’wettelijke strafbepaling’’ ziet op de wet in formele en materiele zin
(formele wetgeving en lagere wetgeving);
- Formeel: ‘’bij de wet voorzien’’ ziet alleen op de wet in formele zin, dus niet
wetgeving door een lagere wetgever.
het beginsel ‘geen straf zonder schuld’ toelichten;
De verdachte wordt voor onschuldig gehouden totdat schuld door de rechter is
vastgesteld, art. 6 lid 2 EVRM. De verdachte moet verwijtbaar hebben gehandeld.
schuld als element.
de doelen en functies van straffen beschrijven en deze in een rechterlijke
uitspraak herkennen.
Het belang van het strafrecht is sociaal onwenselijk gedrag/normen die strafbaar zijn
gesteld te handhaven.
Doel van het strafrecht:
- Absolute theorieën: Kijken naar de ernst van de daad, doel van de straf moet
vergelding zijn.
Vergelding ‘’Oog om oog, tand om tand’’.
- Relatieve theorieën: deze theorie gaat meer uit van de toekomst. Ze richten zich op
Week 1
de bronnen van het materiële strafrecht benoemen;
- Wet → Wetboek van Strafrecht en bijzondere strafwetten (o.a. WVW, WWM,
Opiumwet)
-Jurisprudentie
- Verdragen
- Rechtsbeginselen
- Literatuur
uitleggen wat het materieelrechtelijke legaliteitsbeginsel inhoudt;
Het legaliteitsbeginsel houdt in dat een straf moet berusten op een voorafgaande
wettelijke strafbepaling. Dit is vastgelegd in Art. 16 GW, art. 1 lid 1 Sr en art. 7 EVRM,
15 IVBPR. (Nulla Poena)
Verdachte krijgt altijd de gunstigste straf. (verder uitgewerkt in 15 ivbpr)
7 EVRM: lid 2; kan ook op het moment dat er niks is vastgelegd. (voorbeeld duitsers)
anders zouden bijv oorlogsmisdaden niet kunnen worden berecht.
- Voorafgaande
- Wettelijke (wet in formele zin of apv met uitzonderingen)
- Strafbepaling (moet op schrift staan, moet in het Nederlands zijn
Je kan iemand niet berechten op gewoonterecht.
Subregels uit nulla poena
- De straf moet berusten op een wet in formele zin
- Het verbod van terugwerkende kracht (je kan niet gestraft worden voor iets wat
ten tijde van het plegen niet strafbaar was)
- Bestimmtheitsgebot (lex certa)
- Het verbod van analogische interpretatie (de rechter moet interpreteren of het
bewezen feit ook een strafbaar feit is)
- Materieel: ’’wettelijke strafbepaling’’ ziet op de wet in formele en materiele zin
(formele wetgeving en lagere wetgeving);
- Formeel: ‘’bij de wet voorzien’’ ziet alleen op de wet in formele zin, dus niet
wetgeving door een lagere wetgever.
het beginsel ‘geen straf zonder schuld’ toelichten;
De verdachte wordt voor onschuldig gehouden totdat schuld door de rechter is
vastgesteld, art. 6 lid 2 EVRM. De verdachte moet verwijtbaar hebben gehandeld.
schuld als element.
de doelen en functies van straffen beschrijven en deze in een rechterlijke
uitspraak herkennen.
Het belang van het strafrecht is sociaal onwenselijk gedrag/normen die strafbaar zijn
gesteld te handhaven.
Doel van het strafrecht:
- Absolute theorieën: Kijken naar de ernst van de daad, doel van de straf moet
vergelding zijn.
Vergelding ‘’Oog om oog, tand om tand’’.
- Relatieve theorieën: deze theorie gaat meer uit van de toekomst. Ze richten zich op