Nieuwe verdeling:
1. Legt de zes soorten zorg die de WLZ-zorg onderscheidt uit;
WLZ staat voor Wet langdurige zorg. De WLZ is bedoeld voor mensen die
voortdurend Intensieve zorg nodig hebben. WLZ onderscheidt de
volgende 6 soorten zorg:
Chronisch zieken
Kwetsbare ouderen
Mensen met ernstige geestelijke beperking
Mensen met een ernstige lichamelijke beperking
Aandoening
2. Benoemt de route van aanvraag indicatie tot indicatiebesluit;
Je dient een aanvraag in bij het CIZ (centrum indicatiestelling zorg):
CIZ beoordeeld of je als zorgvrager recht WLZ-zorg
Adviseer van CIZ beoordeeld de hoeveel en wat voor zorg je hebt aan de
hand van een onderzoek.
Als je recht hebt op zorg ontvang je het indicatiebesluit. In het
indicatiebesluit staat een beschrijving van de soorten zorg en de
startdatum.
De indicatie wordt naar je zorgkantoor gestuurd.
Het zorgkantoor is verantwoordelijk voor de uitvoering van de WLZ
Een zorgaanbieder stuurt bericht aan de zorgvrager om afspraken over de
zorg
3. Legt het verschil tussen WLZ-zorg en de WMO uit;
WMO is een wet in het kader van hulp en ondersteuning van uit de
gemeente.
WMO-ondersteuning wordt ingekocht door de gemeente en WLZ zorg
wordt ingekocht door het zorgkantoor.
4. Benoemt de route van voorbereiding inzet zorg tot beëindiging van de
hulpverlening;
Als een zorgvrager een indicatie heeft voor WLZ zorg, dan kan hij zelf
bepalen van wie hij zorg ontvangt.
Keuze woonzorgcentrum (denk aan ervaringen van andere, wachtlijsten of
voorkeurcontacten enz.)
Het zorgkantoor brengt het zorgcentrum op de hoogte van de voorkeur
van de zorgvrager.
Het zorgcentrum neemt contact op met zorgvragen of familielid.
Verhuizing naar het zorgcentrum.
De zorgaanbieder zal met de zorgvrager afspraak maken voor een
opnamedatum of een eerste huisbezoek van de thuiszorg. Tijdens deze
afspraak vindt een intake plaats.
Zorgafspraken die gemaakt zijn worden in het zorgleefplan vastgelegd en
vormt de basis van het zorgproces.
De beëindiging van de zorg vindt plaats om verschillende redenen.
(Ontslag, overplaatsing of overlijden)
Er vindt een evaluatiegesprek plaats.
5. Legt het begrip ZZP en zorgprofiel uit;
ZZP = Zorgzwaarte pakketten.
Zorgprofiel = hierin staat welke zorg een zorgvrager met WLZ-indicatie
nodig heeft.
, CIZ stelt de behoefte aan zorg vast en bepaald welk zorgprofiel de
zorgvrager nodig heeft.
6. Legt het doel van een zorg(leef)plan uit;
Het doel van een zorg(leef)plan is om de persoonlijke zorg inzichtelijk te
maken, op die manier kan de cliënt de beste zorg ontvangen. Ook kan
d.m.v. het zorg(leef)plan de zorg verantwoord worden aan de
zorgverzekeraar.
7. Herkent hoe een zorg(leef)plan wordt opgesteld, bijgesteld en geëvalueerd
aan de hand van de vier domeinen.
Het is verplicht om een zorg(leef)plan te maken. Dit kan via verschillende
methodes. In een zorg(leef)plan staan de volgende 4 aandachtspunten:
Mentaal welbevinden
Lichamelijk welbevinden
Woon- en leefomstandigheden
Participatie (meedoen)
Alle persoonlijke informatie wordt verzameld d.m.v. een
anamnesegesprek. Tijdens de opname moet de verpleegkundige
regelmatig de verleende zorg evalueren met de zorgvrager en evt.
Familie. Met behulp van deze informatie en informatie van de observaties
kan het zorg(leef)plan aangepast worden.
8. Legt het verschil uit tussen formele en informele zorg;
Formele zorg wordt geboden door professionals die hiervoor opgeleid zijn
en betaald worden. Mantelzorgers en vrijwilligers vallen onder informele
zorg.
9. Benoemt de verpleegkundige aandachtspunten in de samenwerking
tussen formele en informele zorg;
- Kwaliteit van zorg die er geleverd wordt
- Is er evt. voorlichting nodig over bepaalde zaken voor de
mantelzorger/vrijwilliger?
- Wordt het niet teveel voor de mantelzorger/vrijwilliger?
- Zo ja, hoe kunnen wij hem/haar ontlasten?
10. Legt uit hoe casemanagement en zorgpaden bijdragen aan coördinatie en
afstemming van zorg;
Casemanagement is een vorm van coördinatie en afstemming die is
ontwikkeld in de GGZ. Er is een casemanager (hulpverlener) die
zorgdraagt voor coördinatie en afstemming tussen alle betrokken
personen en organisaties rondom de zorgvrager. De casemanager heeft
veel vakkennis hebben en kennis van de sociale kaart.
Een zorgpad beschrijft alle medische, paramedische, verpleegkundige en
verzorgende handelingen. Het kan worden gezien als een multidisciplinaire
richtlijn voor het (be)handelen in een bepaalde zorgsituatie.
Deze 2 dingen bij elkaar zorgen er als het goed is dat de zorgvrager de
juiste zorg op de juiste momenten krijgt.
11. Legt uit wat wordt verstaan onder ketenzorg.
Om een zorgpad geheel te kunnen volgen, zijn er vaak meerdere
organisaties en instanties betrokken, dat noem je ketenzorg. Het blijkt dat