Burgerschap periode 3.3
Hoofdstuk 4.1
Energie
Dit geeft aan hoeveel energie en voedingsstoffen er in het product zitten. Dit wordt
uitgedrukt in calorieën (kcal)
Energie ontstaat uit:
Koolhydraten: zetmeel en suikers. Deze vormen de brandstof voor je lichaam
Eiwitten: bouwstoffen voor het lichaam. Ze zitten vooral in vlees en noten.
Vet: dit wordt opgeslagen in vetcellen in je lichaam. Ze dienen als reserveopslag. Verzadigde
vetten zijn slecht voor je
Ingrediënten
Natrium: dit is een zout en zorgt voor een goede vochtbalans en bloeddruk in je lichaam. Te
veel zout is niet goed
E-nummers: dit zijn toevoegingen die zijn goedgekeurd voor gebruik binnen de EU
Hoeveelheid: binnen bepaalde marges kan er iets meer of minder in de verpakking zitten.
Houdbaarheid: zolang de verpakking niet geopend is, kun je het product bewaren tot en met
de houdbaarheidsdatum: de TGT of THT.
Keurmerken
Keurmerken geven informatie aan de consument.
Hoe kunnen we voedselverspilling voorkomen?
Consumptiemaatschappij: de vrijemarkteconomie maakt het mogelijk dat overal en in allerlei
variëteiten goederen en diensten worden aangeboden. Er is een rijk aanbod waarvan we vrij gebruik
kunnen maken. We noemen de maatschappij waarin we leven daarom ook wel een
consumptiemaatschappij.
4.2 jij en duurzaamheid
Bedreigingen
Klimaatverandering
Verspilling grondstoffen en zoet water
Afval en schadelijke stoffen die in het milieu belanden
Overmatig gebruik van bestrijdingsmiddelen
Lucht vervuiling
Verdroging en verzuring van de bodem
3x P
De mens (people)
Het milieu
De economie
4.3 popmuziek
4.4 communicatie en mediagebruik
Communicatie
Inhoudsniveau: het overdragen van inhoudelijke informatie
Betrekkingsniveau: gaat over een boodschap moet worden opgevat en hoe de verhoudingen zijn
tussen de betrokkenen in een relatie
Externe ruis: zaken die de ontvanger afleiden en daardoor de communicatie verstoren
Interne ruis:
Wanneer is communicatie succesvol?
Technische voorwaarden: zelfde taal beheersen
Hoofdstuk 4.1
Energie
Dit geeft aan hoeveel energie en voedingsstoffen er in het product zitten. Dit wordt
uitgedrukt in calorieën (kcal)
Energie ontstaat uit:
Koolhydraten: zetmeel en suikers. Deze vormen de brandstof voor je lichaam
Eiwitten: bouwstoffen voor het lichaam. Ze zitten vooral in vlees en noten.
Vet: dit wordt opgeslagen in vetcellen in je lichaam. Ze dienen als reserveopslag. Verzadigde
vetten zijn slecht voor je
Ingrediënten
Natrium: dit is een zout en zorgt voor een goede vochtbalans en bloeddruk in je lichaam. Te
veel zout is niet goed
E-nummers: dit zijn toevoegingen die zijn goedgekeurd voor gebruik binnen de EU
Hoeveelheid: binnen bepaalde marges kan er iets meer of minder in de verpakking zitten.
Houdbaarheid: zolang de verpakking niet geopend is, kun je het product bewaren tot en met
de houdbaarheidsdatum: de TGT of THT.
Keurmerken
Keurmerken geven informatie aan de consument.
Hoe kunnen we voedselverspilling voorkomen?
Consumptiemaatschappij: de vrijemarkteconomie maakt het mogelijk dat overal en in allerlei
variëteiten goederen en diensten worden aangeboden. Er is een rijk aanbod waarvan we vrij gebruik
kunnen maken. We noemen de maatschappij waarin we leven daarom ook wel een
consumptiemaatschappij.
4.2 jij en duurzaamheid
Bedreigingen
Klimaatverandering
Verspilling grondstoffen en zoet water
Afval en schadelijke stoffen die in het milieu belanden
Overmatig gebruik van bestrijdingsmiddelen
Lucht vervuiling
Verdroging en verzuring van de bodem
3x P
De mens (people)
Het milieu
De economie
4.3 popmuziek
4.4 communicatie en mediagebruik
Communicatie
Inhoudsniveau: het overdragen van inhoudelijke informatie
Betrekkingsniveau: gaat over een boodschap moet worden opgevat en hoe de verhoudingen zijn
tussen de betrokkenen in een relatie
Externe ruis: zaken die de ontvanger afleiden en daardoor de communicatie verstoren
Interne ruis:
Wanneer is communicatie succesvol?
Technische voorwaarden: zelfde taal beheersen