Kennistheorie
hoofdvraag: wat is zekere kennis?
begrippen
objectief = feitelijk
subjectief = mening
intersubjectief = een afgesproken waarheid, deze is tussen subjecten geldig
3 stromingen
empirisme: zekere kennis komt uit waarnemingen
- eerst waarnemen, daarna conclusies trekken of een theorie opstellen (= inductie)
- aangeboren kennis bestaat niet
- deze kennis is altijd a posteriori (= opgedaan na de waarneming)
- voorbeeld: raaf 1 = zwart, raaf 2 = zwart, etc.
- conclusie: alle raven zijn zwart
- probleem: albino raven ontkrachten de conclusie
- je kan nooit 100% zeker zijn van empirische kennis
- filosofen: Ari, Berkley, Locke, Hume
rationalisme = zekere kennis komt uit het verstand
- hypotheses worden eerst opgesteld en daarna getest (=deductie)
- deze kennis is a priori (= opgedaan voor de waarneming)
- probleem: je hypothese klopt nooit
scepticisme = zekere kennis is onmogelijk
, filosofen
Descartes (rationalist)
- je moet aan alles twijfelen om zekere kennis te vergaren
- empiristische kennis: je zintuigen kunnen je bedriegen
- rationele kennis: misschien zijn het helemaal niet je eigen gedachten
waarmee je conclusies trekt
- genius malignus = demoon die je verkeerde dingen wijsmaakt
- je komt in een impasse: niks is meer zeker
- het enige wat zeker is: om te twijfelen moet je kunnen denken, om te kunnen
denk moet je bestaan
- conclusie: ik denk dus ik besta (Cogito, ergo sum)
- hierdoor kan het bestaan van de wereld bewezen worden
- godsbewijs
- mens = onvolmaakt
- god = volmaakt
- vraag: hoe kan een onvolmaakt wezen ideeën hebben van een volmaakt
wezen
- antwoord: we hebben de ideeën van god gekregen
- conclusie: god bestaat
- dit is een cirkelredenering
Plato (rationalist)
- richt zich op het ‘hogere’ en onzichtbare
- ideeën blijven altijd bestaan, zelf als ze geen materiële vorm meer hebben
- middeleeuwen
- begripsrealisten = abstracte begrippen bestaan op hunzelf in een hogere
wereld
- essentie en materie zijn twee losse dingen
- de essentie zit in het idee
- Plato is op alle gebieden dualist
- mensbeeld (mens = lichaam en ziel)
- wereldbeeld (wereld = ideeën en materie)
- kennistheorie (kennis = episteme en doxa)
- episteme = ware kennis
- dit is rationalistisch en hoort bij de ideeënwereld
- alleen filosofen hebben deze kennis en moeten dus regeren
- doxa = mening
- empirische kennis die hoort bij de materiële wereld
- dit is onzekere kennis uit de schijnwerkelijkheid
- een ziel heeft al ware kennis omdat zij van de ideeënwereld komt
- in de materiële wereld is deze kennis vergeten
- je kan deze kennis wel weer leren
hoofdvraag: wat is zekere kennis?
begrippen
objectief = feitelijk
subjectief = mening
intersubjectief = een afgesproken waarheid, deze is tussen subjecten geldig
3 stromingen
empirisme: zekere kennis komt uit waarnemingen
- eerst waarnemen, daarna conclusies trekken of een theorie opstellen (= inductie)
- aangeboren kennis bestaat niet
- deze kennis is altijd a posteriori (= opgedaan na de waarneming)
- voorbeeld: raaf 1 = zwart, raaf 2 = zwart, etc.
- conclusie: alle raven zijn zwart
- probleem: albino raven ontkrachten de conclusie
- je kan nooit 100% zeker zijn van empirische kennis
- filosofen: Ari, Berkley, Locke, Hume
rationalisme = zekere kennis komt uit het verstand
- hypotheses worden eerst opgesteld en daarna getest (=deductie)
- deze kennis is a priori (= opgedaan voor de waarneming)
- probleem: je hypothese klopt nooit
scepticisme = zekere kennis is onmogelijk
, filosofen
Descartes (rationalist)
- je moet aan alles twijfelen om zekere kennis te vergaren
- empiristische kennis: je zintuigen kunnen je bedriegen
- rationele kennis: misschien zijn het helemaal niet je eigen gedachten
waarmee je conclusies trekt
- genius malignus = demoon die je verkeerde dingen wijsmaakt
- je komt in een impasse: niks is meer zeker
- het enige wat zeker is: om te twijfelen moet je kunnen denken, om te kunnen
denk moet je bestaan
- conclusie: ik denk dus ik besta (Cogito, ergo sum)
- hierdoor kan het bestaan van de wereld bewezen worden
- godsbewijs
- mens = onvolmaakt
- god = volmaakt
- vraag: hoe kan een onvolmaakt wezen ideeën hebben van een volmaakt
wezen
- antwoord: we hebben de ideeën van god gekregen
- conclusie: god bestaat
- dit is een cirkelredenering
Plato (rationalist)
- richt zich op het ‘hogere’ en onzichtbare
- ideeën blijven altijd bestaan, zelf als ze geen materiële vorm meer hebben
- middeleeuwen
- begripsrealisten = abstracte begrippen bestaan op hunzelf in een hogere
wereld
- essentie en materie zijn twee losse dingen
- de essentie zit in het idee
- Plato is op alle gebieden dualist
- mensbeeld (mens = lichaam en ziel)
- wereldbeeld (wereld = ideeën en materie)
- kennistheorie (kennis = episteme en doxa)
- episteme = ware kennis
- dit is rationalistisch en hoort bij de ideeënwereld
- alleen filosofen hebben deze kennis en moeten dus regeren
- doxa = mening
- empirische kennis die hoort bij de materiële wereld
- dit is onzekere kennis uit de schijnwerkelijkheid
- een ziel heeft al ware kennis omdat zij van de ideeënwereld komt
- in de materiële wereld is deze kennis vergeten
- je kan deze kennis wel weer leren