100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Marketingmanagement II - examenuitslag: 18/20 (leerkracht: Elsie Vestraets)

Rating
4.5
(2)
Sold
12
Pages
48
Uploaded on
27-03-2023
Written in
2022/2023

Volledige samenvatting van alle leerstof voor het examen marketingmanagement. Met deze samenvatting behaalde ik 18/20 op het examen.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
De stukken die behandeld zijn in de les
Uploaded on
March 27, 2023
Number of pages
48
Written in
2022/2023
Type
Summary

Subjects

Content preview

Hoofdstuk 8: Prijsbeleid
Prijs: inleidende bedenkingen
Disruptieve tijden = harde prijszettingsomgeving met snelle veranderingen
Laagconjunctuur: harde prijszettingsomgeving, LC  zet aan tot prijsverlaging = prijzenval
 Risico’s
o Multiplier effect = resultaat stijgt/daalt meer door de daling van de prijs (vb. ppt)
 = effect waarbij een bestedingsimpuls andere bestedingen uitlopt
o Prijzenoorlog  (gevolg)  multiplier effect
o Waardeperceptie veranderd
o Moeilijk om prijzen terug te verhogen na daling
 ↔ klanten betalen graag billijke prijs voor echte waarde
 Bedrijven moeten verkopen op waarde, niet op prijs!
 Hogere prijzen rechtvaardigen op grond van grotere waarde
 Marketing = waardecreatie:
 prijs mag niet het eerste waarde zijn, daar het mogelijk veel (moeizaam
opgebouwde) waarde vernietigt
 “waarde-vol” = iets met waarde, vol van waarde
 ”waarde-loos” = goedkoop, zonder waarde

VUCA world
- Volatility = beweeglijk, grilligheid, onrust  visie
- Uncertainty = onzekerheid  begrip
- Complexity = ingewikkeldheid  duidelijkheid
- Ambiguity = vaagheid, onduidelijkheid  wendbaarheid

1. Wat is prijs?
Prijs ↔ waarde
 Transactioneel = (ruil- of transactiewaarde) = prijs dat je rekent voor je product
 Transformationeel = (transformatiewaarde) andere factoren die prijs beïnvloeden
 Prijs: belangrijkste factor in keuzegedrag consument
o Maakt promoties mogelijk
o Spreekt over kwaliteit v/h product = kwaliteisperceptie
 Pas bepalen na grondige analyse
 Prijszetting is moeilijk:
o Vaste prijszetting ↔ Dynamische prijszetting (=variabele)
 Onafhankelijk van productiehoeveelheid
 Voor vele marketeers een groot probleem
 Gevolg: veel bedrijven gaan niet goed om met prijzen
 1 van de momenten dat we als marketeer een directe impact hebben op omzet en dus
winstvorming van O (anders: inspanning  waarde  impact)

20ste eeuw 21ste eeuw
Streven naar vaste prijszetting Dynamische prijszetting
= (1 prijs voor alle afnemers) = (prijs kan verschillen afh van situatie, klant,
 Tegenwoordig vaak moeilijk kanaal)
! let op potentiële (kanaal)conflicten




1

,Dynamische prijszetting = Yield pricing = variabele prijsstrategie
 Gebaseerd op de kennis van, het begrijpn, anticiperen en beïnvloeden van consumentengedrag om
zo omzet en/of winst te maximaliseren van een vaste resource
 Sinds opkomst van: www - prijsvergelijkingssites - biedingsites - groepsaankopen (inkoopcommunity)
 prijs = gevolg van het spel tussen vraag en aanbod

1. Factoren die van belang zijn op prijsbeslissingen (intern en extern)
Factoren die invloed hebben op prijszetting/prijsbeslissingen
 Interne factoren: marketingdoelstellingen, marketingmixstrategie, kosten en
verantwoordelijkheid binnen de organisatie
 Externe factoren: aard van de markt en de vraag, concurrentie, andere omgevingsfactoren*
* = economie detaillisten, overheid, sociale overwegingen

Interne factoren = bedrijfsgerelateerde factoren
Marketingdoelstellingen
 Indien product, doelgroep & positionering bepaald zijn, is prijs meestal
eenvoudig te bepalen.
- Winstmaximalisatie op KT = afroomprijsstrategie P hoog = ↑
- Afschrikken concurrenten = penetratieprijsstrategie P laag = ↓
- Markt stabiliseren P zelfde
- Klanten aantrekken = penetratieprijsstrategie P laag = ↓
- Groter marktaandeel verkrijgen P laag = ↓

Marketingmixstrategie
 Prijs hangt samen met de gekozen positionering en de andere 3P’s
(distributie-, product- en communicatiestrategie)
(bv marge van distributeurs)
 Speciale strategie : inverse prijszetting
o Eerst ideale verkoopprijs bepalen (bv. prestige prijszetting
o Dan richten op kosten ↔ op waardecreatie-filosofie
 Steun en promotie door wederverkopers  marge
 Positioneren op hogere kwaliteit/prestaties
 Inverse prijszetting

Kosten
 Vaste kosten + variabele kosten = totale kost
 Geen vraag meer (waardeperceptie) door te hoge prijs = geen winst
meer

Prijsverantwoordelijke
 In kleinere bedrijven: topmanagement
 In grotere bedrijven: divisie/productlijnverantwoordelijke

Extra:
 In B2B krijgen verkopers een onderhandelingsmarge
 Bepaalde sectoren is er een prijsafdeling: bv. energie-sector




2

, Externe factoren = Externe factoren
Prijszetting in verschillende soorten markten = aard van de markt
 Volledig vrije mededinging: homogene bulkgoederen:  prijs stabiel
Aantal  Monopolistische concurrentie: heterogeen: differentiatie > prijsverschil
aanbieders  Homogeen oligopolie: stabiele prijs Onvolledige
 Heterogeen oligopolie: stabiele prijs concurrentie
 Monopolie: vrij stabiel

Prijs-vraagrelatie: wat is een klant bereid te betalen  de vraag-curve
Prijs-vraagrelatie: curve




Prijselasticiteit van de vraag
 De mate waarin de vraag verandert als de prijs wijzigt (de prijsgevoeligheid van de markt)
Q Q = vraag
% ∆
procentuele verandering vraag Q P = prijs
 Ep ¿ =
procentuele verandering prijs P
∆ %
P

Hoe reageert de vraag (Q) op de verandering in prijs (P)
Een prijsverandering is de = oorzaak
Verandering in de vraag = gevolg
Oefening 1:




Oefening 2:
Oorspronkelijke situatie: relatieve verandering van de vraag
Prijs auto: € 10.000 (40 000 – 50 000)/ 50 000 = 0,20 of -20%
Verkoop (omzet): 50.000 stuks

Later (door stijging productiekosten): relatieve verandering van de prijs
Prijs auto: € 12.500 (12 500 – 10 000)/ 10 000 = + 0,25 of + 25%
Verkoop (omzet): 40.000 stuks




3

, Ev = -0,80  als de prijs met 1% toeneemt zal de gevraagde hoeveelheid met 0,80% afnemen



Prijselastische vraag
 | Ep | > 1
 Prijsverandering leidt tot een meer dan evenredige verandering van de gevraagde
hoeveelheid
 Teller > noemer

Oplossingen
- Prijs verlagen? Let op! Extra kosten productie en verkoop < extra inkomsten
- Waardeperceptie verbeteren
- Eventueel nieuwe klanten aantrekken?
Vlakke vraagcurve
Prijsinelastische vraag

 | Ep| < 1
 Prijsverandering leidt tot een minder dan evenredige verandering van de gevraagde
hoeveelheid
 Teller < noemer
 Uniek/hoge kwaliteit, noodzakelijk product, prijs laag t.o.v. inkomen, kosten
gedeeld door andere partij (bv. zonnepanelen)

Andere externe factoren Steile vraagcurve
Concurrentie: prijs van de concurrerende producten of hun reactie op prijsverandering
Economische situatie: inflatie (%), hoog- of laagconjunctuur & rentetarief beïnvloeden zowel C als P
Tussenhandel: marge
Overheid: btw, taksen, accijnzen
Sociale overwegingen: Vzw’s, minimum goed

Roger Best – Market Based Management - Nieuwe markt waar klanten sterk gelijken op
thuismarkt
- Klanten intelligence gebruiken voor prijszetting
op die markt


- Geen kennis waardebepaling klant
- Geen kennis vanuit concurrent
= prijszetting vanuit onze eigen intelligentie

- Informatierijkste situatie
- In Combinatie met onze “eigen interne” kennis
 Marktgeoriënteerde prijszetting

- Geen kennis over hoe klanten waarde bepalen
- Concurrerende die sterk lijken op die van de
thuismarkt
4 perspectieven in totstandkoming van prijs
= competitor intelligence
Y-as: wat weet ik over mijn klanten



4
$10.18
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Reviews from verified buyers

Showing all 2 reviews
3 weeks ago

1 year ago

4.5

2 reviews

5
1
4
1
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
dinabanckaert Hogeschool Gent
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
347
Member since
3 year
Number of followers
116
Documents
48
Last sold
2 weeks ago

4.1

69 reviews

5
26
4
33
3
5
2
2
1
3

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions