Darlingstraat 85
1102 MX Amsterdam
Amsterdam 8 januari 2016
Het college van B&W Amsterdam
Raadsweg 92
Postbus 1024
1604 TM Amsterdam
Betreft: bezwaarschrift tegen opgelegde maatregel
Uw kenmerk: Pw.718WA.
Geacht College,
Inleiding
Met uw beschikking van 25 februari 2016 (kenmerk: Pw.718WA.) heeft u mij twee maatregelen
opgelegd. Ik ben het hier niet mee eens en maak door middel van dit schrijven bezwaar tegen deze
beslissing. Een kopie hiervan vindt u in de bijlage.
Feitencomplex
Uit uw beschikking is op te maken dat u van mening bent dat ik in de afgelopen maanden te weinig heb
gesolliciteerd. U legt mij een maatregel op van 30% gedurende één maand. Daarnaast vindt u dat ik mij
heb misdragen tegenover mijn klantmanager, de heer Jordaans. U legt mij voor die gedraging een
maatregel op van 100% gedurende 1 maand.
Bezwaargrond 1
Doordat ik volgens u niet in voldoende mate aan de arbeidsverplichting voldaan heb legt u mij de
maatregel op van 30% gedurende één maand. Dit is in mijn situatie onterecht. In art 2 lid 2 van de
Verordening van Amsterdam staat namelijk dat bij het opleggen van een maatregel gekeken moet worden
naar de ernst van het feit, de mate van verwijtbaarheid en de omstandigheden van de belanghebbende en
zijn gezin. Hier is in mijn situatie duidelijk niet naar gekeken. Als dat wel was gedaan had u namelijk
geweten dat ik zorg draag voor mijn hulpbehoevende moeder en dat één van mijn met zoontjes
gedragsproblemen kampt. Met de zorg voor mijn gezin zijn mijn dagen gevuld, ik heb in mijn situatie
gedaan wat ik kon qua solliciteren. Daarom vind ik dat er afgezien moet worden van deze opgelegde
maatregel. Door alle stress thuis verwachtte ik enigszins begrip van de klantmanager maar dit werd niet
getoond, wat mij wanhopig maakte. De frustratie die ik in het gesprek getoond heb komt ook voort uit
mijn thuissituatie. Meneer was hiervan op de hoogte en toch dwong hij mij om meer te gaan solliciteren.
Ook hier is geen rekening gehouden met mijn thuissituatie. Daarom is het korten van 100% op mijn
uitkering gedurende 1 maand ook onterecht en vraag ik u af te zien van deze maatregel.
Bezwaargrond 2
Volgens het evenredigheidbeginsel moet het besluit in verhouding zijn tot de te dienen doelen. In mijn
geval is dit onevenredig. U legt deze maatregel op om mij duidelijk te maken dat ik moet solliciteren.
Echter ben ik ervan op de hoogte dat ik aan deze plicht moet voldoen. Ik heb in de desbetreffende