Weblecture 1 Ondernemingsvormen 2
Weblecture 2 Balans kort overzicht 2
Weblecture 3 Balans passiva 4
Weblecture 4 Resultatenrekening 5
Weblecture 5 Afschrijven 6
Weblecture 6 Rentekosten 7
Weblecture 7 Liquiditeitsoverzicht 7
Weblecture 8 Liquiditeitskengetallen 8
Weblecture 9 Kengetallen solvabiliteit 10
Weblecture 10 Kengetallen rentabiliteit 11
Weblecture 11 IKP 13
Weblecture 12 Opslagmethode primitief 15
Weblecture 13 Opslagmethode verfijnd 16
Weblecture 14 AC/ DC, BEP en VM 18
, Weblecture 1 Ondernemingsvormen
Eenmanszaak
- Behoort toe aan 1 persoon
- Geen scheiding tussen privévermogen en ondernemingsvermogen
Vof
- Behoort toe aan meerdere personen
- Geen scheiding tussen privévermogen en ondernemingsvermogen
Nadeel van Eenmanszaak en Vof:
Schuldeisers mogen schulden verhalen zowel op je privé vermogen als op je
ondernemingsvermogen.
Naamloze vennootschappen
- Aandelen zijn overdraagbaar
- Aandelen aan toonder/ aandeelbewijzen
- Aandelen kunnen op beurzen verhandelt worden
Besloten vennootschappen
- Aandelen zijn niet overdraagbaar
- Geen aandelen aan toonder of aandeelbewijs
- Aandelen worden niet op de beurs verhandelt
Weblecture 2 Balans kort overzicht
Balans: Een evenwicht die aan beiden kanten even zwaar moeten zijn.
Een investeringsplan aan de ene kant en de financiering aan de andere kant.
Aandelenkapitaal:... bij een BV of een NV
Eigen Vermogen:... bij een eenmanszaak of Vof
Debet: De bezittingen (activa)
Credit: De manier van financieren (passiva)
, Vaste activa: Langdurige bezittingen. Productiemiddelen die langer meegaan dan een jaar.
Bijvoorbeeld: Gebouw, bureau, printer, auto, koelkast enz
Vlottende activa: Bezittingen met korte duur. Productiemiddelen die slechts 1
productieproces meegaan. Bijvoorbeeld: Brood, pennen, papier
Balanstotaal moet aan beide kanten gelijk zijn.
Liquide middelen: Het geld van de organisatie. Bijvoorbeeld kasgeld, saldo van de
bankrekening, potje met geld enz
Passiva: Hoe financier je iets
Eigen vermogen: Aandelenkapitaal of eigen vermogen.
Winstreserve: Wanneer je winst maakt (het geld wat je overhoudt)
Lang vreemd vermogen: Schulden met een looptijd van langer dan een jaar.
Kort vreemd vermogen: Schulden met een looptijd korter dan een jaar. (Moet binnen een
jaar terugbetaald zijn)
Vaste activa/ vaste bezittingen/ vaste assets/ duurzame productiemiddelen zijn:
- Gebouwen, panden, terreinen
- Machines
- Inventaris: inrichting, meubilair, ICT-middelen
Langer dan een productieproces te gebruiken
Vlottende activa/ vlottende bezittingen/ vlottende assets zijn:
- Voorraden, gereed product of grondstof
- Debiteuren: Klanten die nog moeten betalen.
- Vorderingen: Geld dat je nog krijgt.
- Overlopende activa (bijv een verzekeringsclaim die je nog moet betalen)
- Nog te betalen bedragen (bijv als je geld uitgeleend hebt)
- Bankrekening, betaalrekening, rekening courant
- Kas: Geld in een potje
- Liquide middelen: Zowel bank als kasgeld.