De huidlaag
Structuur en functie huidlaag
• 2 hoofdlagen:
– Epidermis – opperhuid
– Dermis – lederhuid
– Accessoire structuren:
– Haren, talgklieren,
zweetklieren, nagels
• Tussen huid en onderliggende structuren:
– Hypodermis – onderhuids vet
• Vaak beschouwd als 3de huid-laag
Belangrijkste functies huidlaag:
– Bescherming
• Tegen letsel
• Barrière tegen
micro-
organismen
– Temperatuurregeling
– Zintuiglijke
gewaarwording
• Pijn,
temperatuur,
tast
– Vorming en opslag van
voedingsstoffen
– Uitscheiding en
afscheiding
Epidermis – opperhuid
• Buitenste laag
• Gelaagd verhoornend plaveiselepitheel
• Ligt met instulpingen in dermis
– Epidermis die in lederhuid instulpt: epidermiskammen
– Dermis die omhoogkomt in epidermis: papil
• Bestaat uit verschillende lagen (strata)
• Diepste laag: kiemlaag (stratum basale)
– Continue celdeling, cellen schuiven op naar boven,
• Buitenste laag: stratum corneum: dikke hoornachtige laag:
– platte, dode cellen, zonder kern en vol met keratine
51
,epidermis
• Kiemlaag
− Basaalmembraan
− Stamcellen
• Celdelinglaag
• Bron van vervangende cellen
− Melanocyten
• Vormen melanine
Huidskleur
• In kiemlaag liggen melanocyten: produceren melanine, een donker
pigment
– Hoeveelheid geproduceerde melanine = genetisch bepaald
– Beschermt huid tegen schadelijke invloed van zonlicht
• Andere factoren die kleur mee beïnvloeden:
– Hoeveelheid verzadigd hemoglobine en hoeveelheid circulerend bloed in dermis
(roze kleur)
– Hoeveelheid galpigment in bloed en
– caroteen in onderhuids vet (gelige kleur)
effecten van UV-stralen
• Gezond effect
– Activeert vorming van vitamine D3
– Na bewerking in lever en nier:
• actief calcitriol, nodig voor absorptie van
calcium en fosfaat uit voeding en voor
mineralisatie van bot
• Schadelijke effecten
– Verbranding
– Rimpels, vroegtijdige veroudering
– Huidkanker!:
• Maligne melanoom
• Basocellulair carcinoom
• (spinocellulair carcinoom: zeldzaam)
52
, Dermis-lederhuid
• De lederhuid dringt d.m.v. papillen, binnen in de opperhuid.
• Papillen = los BW
• De rest van de lederhuid bestaat uit dens bindweefsel
• (matrix met collagene en elastine vezels)
• Evenals in de onderhuid bepaalde receptoren voor fijne tast, pijn, druk, warmte en koude.
• belangrijk sensorisch orgaan: info input uit omgeving
• Dermis vormt verbinding:
• met epidermis (via papillen)
• met hypodermis
structuur en functie huidlaag
belangrijk
• De lederhuid biedt mechanische sterkte, buigzaamheid en bescherming voor onderliggend
weefsel.
• Zij is goed doorbloed en bevat een verscheidenheid aan zintuiglijke receptoren die
informatie over de externe omgeving leveren.
Hypodermis – onderhuidse laag
• Bestaat uit los bindweefsel
• Stabiliseert de positie van de huid
− Losjes aan de lederhuid bevestigd
− Losjes aan de spieren bevestigd
• Bevat veel vetcellen
− Zorgt voor thermische isolatie
− Schokbreker voor onderliggende organen
• Geschikt voor injecties
Accessoire structuren: haren
• Instulping van epidermis in dermis: haarfollikel of haarzakje
• Onderaan: haarbulbus, een kap over de haarpapil van waaruit haar groeit door celdeling
– In opwaartse groei: cellen sterven af en verhoornen
– Bovenaan: schacht
– Onderaan: wortel
• Kippenvel:
– Samentrekking van de haarspiertjes
– Sympathische prikkeling, reactie op angst en koude.
Haarfollikels
53
Structuur en functie huidlaag
• 2 hoofdlagen:
– Epidermis – opperhuid
– Dermis – lederhuid
– Accessoire structuren:
– Haren, talgklieren,
zweetklieren, nagels
• Tussen huid en onderliggende structuren:
– Hypodermis – onderhuids vet
• Vaak beschouwd als 3de huid-laag
Belangrijkste functies huidlaag:
– Bescherming
• Tegen letsel
• Barrière tegen
micro-
organismen
– Temperatuurregeling
– Zintuiglijke
gewaarwording
• Pijn,
temperatuur,
tast
– Vorming en opslag van
voedingsstoffen
– Uitscheiding en
afscheiding
Epidermis – opperhuid
• Buitenste laag
• Gelaagd verhoornend plaveiselepitheel
• Ligt met instulpingen in dermis
– Epidermis die in lederhuid instulpt: epidermiskammen
– Dermis die omhoogkomt in epidermis: papil
• Bestaat uit verschillende lagen (strata)
• Diepste laag: kiemlaag (stratum basale)
– Continue celdeling, cellen schuiven op naar boven,
• Buitenste laag: stratum corneum: dikke hoornachtige laag:
– platte, dode cellen, zonder kern en vol met keratine
51
,epidermis
• Kiemlaag
− Basaalmembraan
− Stamcellen
• Celdelinglaag
• Bron van vervangende cellen
− Melanocyten
• Vormen melanine
Huidskleur
• In kiemlaag liggen melanocyten: produceren melanine, een donker
pigment
– Hoeveelheid geproduceerde melanine = genetisch bepaald
– Beschermt huid tegen schadelijke invloed van zonlicht
• Andere factoren die kleur mee beïnvloeden:
– Hoeveelheid verzadigd hemoglobine en hoeveelheid circulerend bloed in dermis
(roze kleur)
– Hoeveelheid galpigment in bloed en
– caroteen in onderhuids vet (gelige kleur)
effecten van UV-stralen
• Gezond effect
– Activeert vorming van vitamine D3
– Na bewerking in lever en nier:
• actief calcitriol, nodig voor absorptie van
calcium en fosfaat uit voeding en voor
mineralisatie van bot
• Schadelijke effecten
– Verbranding
– Rimpels, vroegtijdige veroudering
– Huidkanker!:
• Maligne melanoom
• Basocellulair carcinoom
• (spinocellulair carcinoom: zeldzaam)
52
, Dermis-lederhuid
• De lederhuid dringt d.m.v. papillen, binnen in de opperhuid.
• Papillen = los BW
• De rest van de lederhuid bestaat uit dens bindweefsel
• (matrix met collagene en elastine vezels)
• Evenals in de onderhuid bepaalde receptoren voor fijne tast, pijn, druk, warmte en koude.
• belangrijk sensorisch orgaan: info input uit omgeving
• Dermis vormt verbinding:
• met epidermis (via papillen)
• met hypodermis
structuur en functie huidlaag
belangrijk
• De lederhuid biedt mechanische sterkte, buigzaamheid en bescherming voor onderliggend
weefsel.
• Zij is goed doorbloed en bevat een verscheidenheid aan zintuiglijke receptoren die
informatie over de externe omgeving leveren.
Hypodermis – onderhuidse laag
• Bestaat uit los bindweefsel
• Stabiliseert de positie van de huid
− Losjes aan de lederhuid bevestigd
− Losjes aan de spieren bevestigd
• Bevat veel vetcellen
− Zorgt voor thermische isolatie
− Schokbreker voor onderliggende organen
• Geschikt voor injecties
Accessoire structuren: haren
• Instulping van epidermis in dermis: haarfollikel of haarzakje
• Onderaan: haarbulbus, een kap over de haarpapil van waaruit haar groeit door celdeling
– In opwaartse groei: cellen sterven af en verhoornen
– Bovenaan: schacht
– Onderaan: wortel
• Kippenvel:
– Samentrekking van de haarspiertjes
– Sympathische prikkeling, reactie op angst en koude.
Haarfollikels
53