Assessment
Inleiding
Conceptueel framework en definitie
Definitie
Balans controle = basis van alle motorische vaardigheden (grof + fijn), hierdoor een
cruciale rol spelen in alle activiteiten van het dagelijkse leven
Gereguleerd door
o # systemen + hun interactie
mate waarin balans controle verstoord/gereguleerd kan worden =
afh.: taak, omgeving, ontwikkelingsniveau kind en interactie tss deze
Hoe komen houden en beweging tot stand
= interactie van 3# systemen = dynamische systeem theorie
o Taak
Mobiliteit = verplaatsen: stappen, lopen
Stabiliteit = postuur aannemen + behouden: staan
Quasi mobiliteit = manipulatieve taken vb: voorwaarts reiken
o Individu
= actie perceptie koppeling
Cognitie = aandacht, leren, probleemoplossend
Perceptie = sensorische prikkel, sensorische systemen
Actie = spieren, ROM, centrale aansturing
o Omgeving
Reguleerbaar
Niet reguleerbaar
Mate van interactie
o houding en beweging tot stand komen
o Als 1 onvoldoende werken implicaties op houding en beweging
,Wat is balans controle
= paraplu term met
o Posturale controle
o Equilibrium controle
o in taak en omgevingsniveau voorkomen
o deze 2 altijd samen voorkom en + elkaar beïnvloeden
Posturale controle
= aannemen en aanhouden van gewenste lichaamspositie en deze behouden in
statische en dynamische situatie
Nadruk op taak niveau
Situatie
o Statische situatie
= aannemen van postuur
(zitten, staan, liggen)
o Dynamische situatie
= uitvoeren van motorische vaardigheden
(kruipen, stappen, lopen, springen,)
Equilibrium controle
= aanhouden van intersegmentale stabiliteit in lichaam + van lichaamsdelen ondanks
er krachten op inwerken (interne + externe krachten)
Nadruk op omgevingsniveau
soorten
o Herstellen balans
o Anticiperen
o beide nodig voor equilibrium controle
= afhankelijk van omgevingsfactor
3 groepen van balans mechanismen
Steady state controle
= controle die eerder predictief is
o Vb: continue snelheid wandelen, bipodale stand voor 30 sec. Zonder
omgevingsfactoren
Deel posturale controle taak
, Anticipatoire controle
= voordat beweging moeten uitvoeren, lichaam stabiliseren zodat voorstorende
krachten door de beweging moeten kunnen voorkomen
o = lichaam klaarstomen
o Altijd nodig Bij willekeurige bewegingen
gepaard met leerproces
o Niet kunnen anticiperen op iets dat we niet kennen
Deel posturale + equilibrium control taak en omgeving
Reactieve controle
= reactie op verstoring om val te voorkomen
o = noodsysteem
o Vb: op 1 been staan, onvoldoende anticiperen been terug neerzetten voor
recht blijven
Deel equilibrium controle omgeving
Verstoringen
o Kleine verstoring
= center of mass (CoM) vlot binnen randen van base of support
bewegen
o Matige verstoring
CoM rond randen van base of support
o Stevige verstoring
CoM voorbij base of support
val plaatsvinden protective reactions
Conclusie
Alle activiteiten alle controle mechanisme nodig, op een bepaald moment
Balans controle beoordeling
o Aandacht nodig voor verschillende mechanisme
o + posturale en equilibrium controle
Door 3 mechanismen aan bot laten komen = paraplu van balans al
meenemen