PA Sport en Inspanningsfysiologie: cardiorespiratoire reacties op acute inspanning (H7).
Boek: hoofdstuk 7 Cardiorespiratoire reacties op acute inspanning (blz. 192 – 214).
Cardiovasculaire (hart en bloedvaten) reacties op acute inspanning.
Respiratoire (ademhaling) reacties op acute inspanning.
Hoe reageert het lichaam op inspanning wanneer de intensiteit steeds toeneemt?
Cardiovasculaire en respiratoire reacties op acute inspanning.
Doel: mogelijk maken dat het systeem aan de grotere vraag kan voldoen en zijn doel met
maximale efficiëntie kan uitvoeren.
Parameters:
- Hartfrequenties; slagvolume; hartminuutvolume,
- Bloeddruk; doorbloeding
- Bloed
- Longventilatie
Hartslag (hartfrequentie) vs. inspanningsniveau.
VO2max is de inspanning
HR is de hartslag.
Rusthartslag: tussen 60 en 60 p/m (normaal
persoon)
Rusthartslag duurtrainer: tussen 40/50 p/m
Hartslag neemt tijdens inspanning lineair toe met de
inspanning.
Tegen het einde van de VO2max begint de hartslag af
te vlakken tot HRmax hart is gebonden aan
capaciteiten op een gegeven moment kan het niet
sneller meer kloppen.
- Mannen: 220 – leeftijd
- Vrouwen 226 – leeftijd.
Bij bepaalde factoren is de hartslag hoger: stress, pijn, hoge temperatuur buiten.
Steady – state: hartslag blijft bij de inspanning ongeveer gelijk
Slagvolume vs. inspanningsniveau.
Slagvolume: hoeveelheid bloed die per slag uitgepompt wordt
door het linker ventrikel. (samentrekken hoeveel bloed eruit.)
Verschillende oorzaken slagvolume kan toenemen:
- Liggen (bloed stroomt makkelijker terug, geen
zwaartekracht) vs. staan.
- Pre-load: boezems en kamers worden gemakkelijker
meer gevuld met bloed. Er komt meer bloed in het hart.
- Cardiorespiratoir duurvermogen:
- Contractie van het ventrikel: sterker samentrekken
waardoor er meer kracht komt waardoor er meer bloed
uit kan stromen. = Frank Starling-effect : op het moment
dat er meer bloed binnen komt dan zet de kamer uit er
komt meer spanning reactie van het hart: sterker
samentrekken.
- Afterload: hoe makkelijker het bloed weer weg kan stromen wanneer slagaders
vadodilatie hebben (wijder worden) kan het bloed er makkelijker doorheen. weerstand
wordt minder.
Slagvolume kan 40-60% toenemen daarna zwakt het af, kan niet 100% omdat na een tijdje het
hart sneller gaat kloppen krijgt het minder tijd om te vullen hoe minder bloed hoe minder
kan weg pompen.
Hartminuutvolume.
Hartminuutvolume: hoeveelheid bloed die per minuut wordt rond gepompt.
Boek: hoofdstuk 7 Cardiorespiratoire reacties op acute inspanning (blz. 192 – 214).
Cardiovasculaire (hart en bloedvaten) reacties op acute inspanning.
Respiratoire (ademhaling) reacties op acute inspanning.
Hoe reageert het lichaam op inspanning wanneer de intensiteit steeds toeneemt?
Cardiovasculaire en respiratoire reacties op acute inspanning.
Doel: mogelijk maken dat het systeem aan de grotere vraag kan voldoen en zijn doel met
maximale efficiëntie kan uitvoeren.
Parameters:
- Hartfrequenties; slagvolume; hartminuutvolume,
- Bloeddruk; doorbloeding
- Bloed
- Longventilatie
Hartslag (hartfrequentie) vs. inspanningsniveau.
VO2max is de inspanning
HR is de hartslag.
Rusthartslag: tussen 60 en 60 p/m (normaal
persoon)
Rusthartslag duurtrainer: tussen 40/50 p/m
Hartslag neemt tijdens inspanning lineair toe met de
inspanning.
Tegen het einde van de VO2max begint de hartslag af
te vlakken tot HRmax hart is gebonden aan
capaciteiten op een gegeven moment kan het niet
sneller meer kloppen.
- Mannen: 220 – leeftijd
- Vrouwen 226 – leeftijd.
Bij bepaalde factoren is de hartslag hoger: stress, pijn, hoge temperatuur buiten.
Steady – state: hartslag blijft bij de inspanning ongeveer gelijk
Slagvolume vs. inspanningsniveau.
Slagvolume: hoeveelheid bloed die per slag uitgepompt wordt
door het linker ventrikel. (samentrekken hoeveel bloed eruit.)
Verschillende oorzaken slagvolume kan toenemen:
- Liggen (bloed stroomt makkelijker terug, geen
zwaartekracht) vs. staan.
- Pre-load: boezems en kamers worden gemakkelijker
meer gevuld met bloed. Er komt meer bloed in het hart.
- Cardiorespiratoir duurvermogen:
- Contractie van het ventrikel: sterker samentrekken
waardoor er meer kracht komt waardoor er meer bloed
uit kan stromen. = Frank Starling-effect : op het moment
dat er meer bloed binnen komt dan zet de kamer uit er
komt meer spanning reactie van het hart: sterker
samentrekken.
- Afterload: hoe makkelijker het bloed weer weg kan stromen wanneer slagaders
vadodilatie hebben (wijder worden) kan het bloed er makkelijker doorheen. weerstand
wordt minder.
Slagvolume kan 40-60% toenemen daarna zwakt het af, kan niet 100% omdat na een tijdje het
hart sneller gaat kloppen krijgt het minder tijd om te vullen hoe minder bloed hoe minder
kan weg pompen.
Hartminuutvolume.
Hartminuutvolume: hoeveelheid bloed die per minuut wordt rond gepompt.