Vak: Analyseren van de beweging
Docenten: Sarlet Tom
Academiejaar: 2021 - 2022
Deel hoorcolleges
Les 1
1. Vlakken en assen
Assen Vlakken
A/ 1 Longitudinale as Frontaal vlak
B/ 2 Sagittale as Sagittaal vlak
C/ 3 Transversale as Transversaal vlak
Longitudinale as = sagitaal + frontaal vlak
Sagitale as = sagitaal + transversal vlak
Transversale as = transversaal + frontaal vlak
Synoniemen vlakken en assen
Frontaal vlak Sagittaal vlak Transversaal vlak
Longitudinale en Sagittale en longitudinale as Transversale en sagittale as
transversale as
Verdeelt lichaam in voorste- Verdeelt lichaam in linker- Verdeel lichaam in boven-en
achterste deel rechterhelft onderzijde
Evenwijdig met voorhoofd Voor-achterwaarts lopend Evenwijdig met
vloeroppervlak
Coronaal vlak Mediaanvlak Horizontale vlak
Longitudinale as Sagittale as Transversale as
Boven naar beneden Dorso-ventrale as Horizontale as
Snijlijn sagittaal/frontaal Snijlijn sagittaal/transversaal Snijlijn frontaal/transversaal
Lengte as Diepte as Breedte as
CC-as AP-as LL-as
2. Bewegingen
Anatomische neutrale houding (zie figuur vlakken en assen)
Lichaamsdelen, ledematen en structuren bewegen
1
, 3. Bewegingsrichtingen
Flexie = buigen
Extensie = strekken
Abductie = weg van lichaam
Adductie = naar lichaam toe
Rotatie = draaien
Anteflexie = flexie schouder/ heup
Retroflexie = extensie schouder/ heup
Elevatie = opheffen arm/ dij boven horizontale lijn
Hyperextensie = beweging verder dan normale bewegingsomvang
Anteversie bekken = naar voor kantelen
Retroversie bekken = naar achter kantelen
Lateroflexie = laterale flexie
Flexie hand vanuit de pols:
Palmaire flexie = buiging naar handpalm toe
Dorsiflexie = buiging naar handrug toe
Flexie voet vanuit de enkel:
Plantaire flexie = buiging naar voetzool
Dorsiflexie = buiging naar voetrug
Supinatie = rotatie voorarm, handpalm naar boven
Pronatie = rotatie voorarm, handpalm naar beneden
Supinatie enkel = rotatie enkel naar lateraal
Pronatie enkel = rotatie enkel naar mediaal
Abductie voet = tenen wijzen lateraal
Adductie voet = tenen wijzen mediaal
Radiale abductie/ deviatie hand = hand wijst naar kant radius
Ulnaire abductie/ deviatie hand = hand wijst naar kant ulna
Exorotatie = voorzijde draait naar buiten/ lateraal
Endorotatie = voorzijde draait naar binnen/ lateraal
Inversie enkel/ voet = voet leunt naar lateraal
Eversie enkel/ voet = voet leunt naar mediaal
Circumdictie = rotatiebeweging om meerder assen
Om dit allemaal te kunnen doen, hebben we nood aan botstructuren
Gewrichten en andere aanhechtingsmechanismen (ligamenten) maken
beweging mogelijk
Van belang voor:
o Bewegingsmogelijkheden
o Stabiliteit
2
Docenten: Sarlet Tom
Academiejaar: 2021 - 2022
Deel hoorcolleges
Les 1
1. Vlakken en assen
Assen Vlakken
A/ 1 Longitudinale as Frontaal vlak
B/ 2 Sagittale as Sagittaal vlak
C/ 3 Transversale as Transversaal vlak
Longitudinale as = sagitaal + frontaal vlak
Sagitale as = sagitaal + transversal vlak
Transversale as = transversaal + frontaal vlak
Synoniemen vlakken en assen
Frontaal vlak Sagittaal vlak Transversaal vlak
Longitudinale en Sagittale en longitudinale as Transversale en sagittale as
transversale as
Verdeelt lichaam in voorste- Verdeelt lichaam in linker- Verdeel lichaam in boven-en
achterste deel rechterhelft onderzijde
Evenwijdig met voorhoofd Voor-achterwaarts lopend Evenwijdig met
vloeroppervlak
Coronaal vlak Mediaanvlak Horizontale vlak
Longitudinale as Sagittale as Transversale as
Boven naar beneden Dorso-ventrale as Horizontale as
Snijlijn sagittaal/frontaal Snijlijn sagittaal/transversaal Snijlijn frontaal/transversaal
Lengte as Diepte as Breedte as
CC-as AP-as LL-as
2. Bewegingen
Anatomische neutrale houding (zie figuur vlakken en assen)
Lichaamsdelen, ledematen en structuren bewegen
1
, 3. Bewegingsrichtingen
Flexie = buigen
Extensie = strekken
Abductie = weg van lichaam
Adductie = naar lichaam toe
Rotatie = draaien
Anteflexie = flexie schouder/ heup
Retroflexie = extensie schouder/ heup
Elevatie = opheffen arm/ dij boven horizontale lijn
Hyperextensie = beweging verder dan normale bewegingsomvang
Anteversie bekken = naar voor kantelen
Retroversie bekken = naar achter kantelen
Lateroflexie = laterale flexie
Flexie hand vanuit de pols:
Palmaire flexie = buiging naar handpalm toe
Dorsiflexie = buiging naar handrug toe
Flexie voet vanuit de enkel:
Plantaire flexie = buiging naar voetzool
Dorsiflexie = buiging naar voetrug
Supinatie = rotatie voorarm, handpalm naar boven
Pronatie = rotatie voorarm, handpalm naar beneden
Supinatie enkel = rotatie enkel naar lateraal
Pronatie enkel = rotatie enkel naar mediaal
Abductie voet = tenen wijzen lateraal
Adductie voet = tenen wijzen mediaal
Radiale abductie/ deviatie hand = hand wijst naar kant radius
Ulnaire abductie/ deviatie hand = hand wijst naar kant ulna
Exorotatie = voorzijde draait naar buiten/ lateraal
Endorotatie = voorzijde draait naar binnen/ lateraal
Inversie enkel/ voet = voet leunt naar lateraal
Eversie enkel/ voet = voet leunt naar mediaal
Circumdictie = rotatiebeweging om meerder assen
Om dit allemaal te kunnen doen, hebben we nood aan botstructuren
Gewrichten en andere aanhechtingsmechanismen (ligamenten) maken
beweging mogelijk
Van belang voor:
o Bewegingsmogelijkheden
o Stabiliteit
2
