TOETSMATRIJS BS10
KAN DE ANATOMIE EN FYSIOLOGIE VAN HET VOORTPLANTINGSSTELSEL UITLEGGEN,
INCLUSIEF DE ZAADCEL- EN EICELONTWIKKELING
ONDERDELEN VOORTPLANTINGSSTELSEL
- Geslachtsklieren (gonaden)
- Kanalen / buizen
- Accessoire klieren en organen
- Externe geslachtsorganen
Primaire geslachtskenmerken (al bij geboorte
aanwezig)
Secundaire geslachtskenmeren (ontwikkelen
tijdens de puberteit)
- Geslachtshormonen
- Gonaden (geslachtsklieren -> worden
geslachtshormonen gemaakt.
Primaire geslachtskenmerken man
- De testes – zaadballen
- Het scrotum – de balzak
- De epididymes – bijballen
- De ductus deferen(te)s – zaadleider(s)
- De prostaat – voorstanderklier
- De penis
Secundaire geslachtskenmerken man:
- Volgroeiing van testes en penis (gem: 12,4 tot 16,7)
- Stemverlaging
- Beharing
- Grotere spier- en botontwikkeling dan bij
de vrouw
ERFELIJK MATERIAAL
Chromosoom:
- Drager van erfelijk materiaal (DNA) van
een organisme
- 23 chromosomen paren
- Diploïd (van alle 2)
Geslachtscellen = gameten
Primaire geslachtscellen zijn diploïd -> na speciale deling haploïd (1)
,SPERMATOGENESE
= sperma = wordt gevormd in de teelballen
(testiskanaaltjes), daarna door naar de
bijballen
Je begint met mitose (normale celdeling),
daarna de meiose, dat levert een secundaire
spermatocyt op, dat deelt en na twee
meiose’s -> 4 zaadcellen
Na deze celdeling hebben ze nog geen
staart, maar later wel en dan kunnen ze naar
boven door de zaadleider. -> dit proces
duurt 9 weken.
Spermatogonia (stamcellen) in
testiskanaaltjes
- Mitose gedurende gehele leven ->
Primaire spermatocyten (diploïd)
- Meiose vanaf puberteit -> Deling tot
spermatiden
- Spermiogenese -> Ontwikkeling
spermatiden tot spermatozoa
SPERMATOZOA
Celkern – chromosomen
Acrosoom – enzymen
Mitochondrien – energie
Staart – beweging
MANNELIJKE GENITALIA
Zaadbal – testis (testiskanaaltjes) -> wordt ook testosteron gemaakt)
Bijbal – epididymis
Balzak – scrotum (worden de zaadcellen opgeslagen en uit te rijpen = lekker koud)
Zaadleider – ductus deferens
Zaadblaasje – vesicula seminalis (fructose prostaglandinen, fibrinogen, basisch) ->
Prostaat – prostata (prostaatvocht, seminal plasmine -> desinfecterend)
Urinebuis – urethra (sperma naar buiten)
Klieren van cowper – glandulae bulbo-urethrales (helder slijm, voorvocht) -> kunnen al
spermacellen inzitten
Penis;
- Wortel
- Drie zwellichamen
- Eikel – glans penis
HORMONALE BEINVLOEDING
Hypothalamus:
- Gonadotrope releasing hormonen -> tropinen zijn stimulerende hormonen die de
adenohypofyse aansturen
Adenohypofyse:
- Follikelstimulerend hormoon (FSH)
- Luteïniserend hormoon (LH/ICSH)
, Geslachtsorganen:
- Vorming van geslachtshormonen
Continu proces
LH -> afgifte testosteron door interstitiële cellen van de testes
FSH + testosteron -> spermatogenese en spermiogenese
VROUWLIJKE GESLACHTSKENMERKEN
Primaire geslachtskenmerken vrouw
- De ovaria – eierstokken
- De tunae uterinae – eileiders
- De uterus – baarmoeder
- De vagina – schede
- De vulva – uitwendige schaamdelen
Secundaire geslachtskenmerken vrouw
- Volgroeiing primaire kenmerken
- Groei mammae – borstontwikkeling
- Beharing
Verbreding bekken
Onderhuids vet
Menstruatiecyclus
OÖGENESE
= eicel ontwikkeling
- Bij geboorte veel primaire oocyten
- Meiose 1 blijft steken tot de puberteit
- 1 keer per 4 weken voltooid primaire oocyt
meiose 1
- Secundaire oocyt en poollichaampje: haploïd
- Binnendringen spermacel prikkel tot meiose 2
KAN DE MENSTRUATIECYCLUS EN HORMONALE/ LICHAMELIJKE VERANDERINGEN
TIJDENS DE MENOPAUZE EN PENOPAUZE UITLEGGEN
OVULATIE- EN MENSTRUATIECYCLUS
Verschillende gebeurtenissen:
- Opbouw baarmoederslijmvlies
- Ontwikkeling eicel
- Hormonen
Fases ovulatie- en menstruatiecyclus
Folliculaire fase/ proliferatiefase (eicel ontwikkeld)
- Hypothalamus: gonadotrope releasing hormonen
- Adenohypofyse: FSH (follikel rijpt) en LH (meiose 2 wordt
voltooid) productie
- Ovaria / follikels -> oestrogenen , piekspiegel, afgifte LH
omhoog -> nieuwe opbouw slijmvlies (dikker)
Ovulatie (eisprong)
- Ovulatie: 10 tot 12 uur na piek FSH en LH
KAN DE ANATOMIE EN FYSIOLOGIE VAN HET VOORTPLANTINGSSTELSEL UITLEGGEN,
INCLUSIEF DE ZAADCEL- EN EICELONTWIKKELING
ONDERDELEN VOORTPLANTINGSSTELSEL
- Geslachtsklieren (gonaden)
- Kanalen / buizen
- Accessoire klieren en organen
- Externe geslachtsorganen
Primaire geslachtskenmerken (al bij geboorte
aanwezig)
Secundaire geslachtskenmeren (ontwikkelen
tijdens de puberteit)
- Geslachtshormonen
- Gonaden (geslachtsklieren -> worden
geslachtshormonen gemaakt.
Primaire geslachtskenmerken man
- De testes – zaadballen
- Het scrotum – de balzak
- De epididymes – bijballen
- De ductus deferen(te)s – zaadleider(s)
- De prostaat – voorstanderklier
- De penis
Secundaire geslachtskenmerken man:
- Volgroeiing van testes en penis (gem: 12,4 tot 16,7)
- Stemverlaging
- Beharing
- Grotere spier- en botontwikkeling dan bij
de vrouw
ERFELIJK MATERIAAL
Chromosoom:
- Drager van erfelijk materiaal (DNA) van
een organisme
- 23 chromosomen paren
- Diploïd (van alle 2)
Geslachtscellen = gameten
Primaire geslachtscellen zijn diploïd -> na speciale deling haploïd (1)
,SPERMATOGENESE
= sperma = wordt gevormd in de teelballen
(testiskanaaltjes), daarna door naar de
bijballen
Je begint met mitose (normale celdeling),
daarna de meiose, dat levert een secundaire
spermatocyt op, dat deelt en na twee
meiose’s -> 4 zaadcellen
Na deze celdeling hebben ze nog geen
staart, maar later wel en dan kunnen ze naar
boven door de zaadleider. -> dit proces
duurt 9 weken.
Spermatogonia (stamcellen) in
testiskanaaltjes
- Mitose gedurende gehele leven ->
Primaire spermatocyten (diploïd)
- Meiose vanaf puberteit -> Deling tot
spermatiden
- Spermiogenese -> Ontwikkeling
spermatiden tot spermatozoa
SPERMATOZOA
Celkern – chromosomen
Acrosoom – enzymen
Mitochondrien – energie
Staart – beweging
MANNELIJKE GENITALIA
Zaadbal – testis (testiskanaaltjes) -> wordt ook testosteron gemaakt)
Bijbal – epididymis
Balzak – scrotum (worden de zaadcellen opgeslagen en uit te rijpen = lekker koud)
Zaadleider – ductus deferens
Zaadblaasje – vesicula seminalis (fructose prostaglandinen, fibrinogen, basisch) ->
Prostaat – prostata (prostaatvocht, seminal plasmine -> desinfecterend)
Urinebuis – urethra (sperma naar buiten)
Klieren van cowper – glandulae bulbo-urethrales (helder slijm, voorvocht) -> kunnen al
spermacellen inzitten
Penis;
- Wortel
- Drie zwellichamen
- Eikel – glans penis
HORMONALE BEINVLOEDING
Hypothalamus:
- Gonadotrope releasing hormonen -> tropinen zijn stimulerende hormonen die de
adenohypofyse aansturen
Adenohypofyse:
- Follikelstimulerend hormoon (FSH)
- Luteïniserend hormoon (LH/ICSH)
, Geslachtsorganen:
- Vorming van geslachtshormonen
Continu proces
LH -> afgifte testosteron door interstitiële cellen van de testes
FSH + testosteron -> spermatogenese en spermiogenese
VROUWLIJKE GESLACHTSKENMERKEN
Primaire geslachtskenmerken vrouw
- De ovaria – eierstokken
- De tunae uterinae – eileiders
- De uterus – baarmoeder
- De vagina – schede
- De vulva – uitwendige schaamdelen
Secundaire geslachtskenmerken vrouw
- Volgroeiing primaire kenmerken
- Groei mammae – borstontwikkeling
- Beharing
Verbreding bekken
Onderhuids vet
Menstruatiecyclus
OÖGENESE
= eicel ontwikkeling
- Bij geboorte veel primaire oocyten
- Meiose 1 blijft steken tot de puberteit
- 1 keer per 4 weken voltooid primaire oocyt
meiose 1
- Secundaire oocyt en poollichaampje: haploïd
- Binnendringen spermacel prikkel tot meiose 2
KAN DE MENSTRUATIECYCLUS EN HORMONALE/ LICHAMELIJKE VERANDERINGEN
TIJDENS DE MENOPAUZE EN PENOPAUZE UITLEGGEN
OVULATIE- EN MENSTRUATIECYCLUS
Verschillende gebeurtenissen:
- Opbouw baarmoederslijmvlies
- Ontwikkeling eicel
- Hormonen
Fases ovulatie- en menstruatiecyclus
Folliculaire fase/ proliferatiefase (eicel ontwikkeld)
- Hypothalamus: gonadotrope releasing hormonen
- Adenohypofyse: FSH (follikel rijpt) en LH (meiose 2 wordt
voltooid) productie
- Ovaria / follikels -> oestrogenen , piekspiegel, afgifte LH
omhoog -> nieuwe opbouw slijmvlies (dikker)
Ovulatie (eisprong)
- Ovulatie: 10 tot 12 uur na piek FSH en LH