Samenvatting Oriëntatie op het ortho pedagogisch werkveld

Oriëntatie: Groeien in identiteit
als opvoeder-begeleider
Deel 1: het circulair denken
0.1 Inleiding
Drie thema’s in 1. Groeien in identiteit als opvoeder-begeleider
OOW 2. Krachtgericht en verbindend werken
3. Werken aan welbevinding en betrokkenheid

➔ Gebaseerd op het sociaal-ecologisch model

Werkveld- o Alle thema’s worden verder uitgewerkt in de stage voorbereiding met de
voorbereiding werkveldcoördinator.
o Deze thema’s kunnen op alle stageplaatsen terugkomen, daarom overlopen
wij ze nu – in dit vak.

Doelstellingen o De studenten oriënteren zich op het orthopedagogisch werkveld via de 3
aangeboden thema’s.

Evaluatie o Schriftelijk: Thema’s:
groeien in identiteit als opvoeder-begeleider
krachtgericht en verbindend werken
werken aan welbevinding en betrokkenheid

o Organisatie examen:
dinsdag 2 maart
open vragen-gesloten vragen-meerkeuzevragen

o Bekenmaking punten
via mail – na de paasvakantie


0.1.1 Examen: Groeien in identiteit als opvoeder-begeleider
Doelstellingen van o Theorie kennen en toepassen op ‘het leven’- ‘de opvoederspraktijk’-
dit thema aangeboden casussen.
o Inzichten worden afgetoest tijdens het beantwoorden van de vragen.
o Dit hoorcollege is ook zo opgebouwd.

Een gezegde “Een mens is een mens door zijn medemens” gezegde bij de Zoeloes, Zuid-Afrika
o Een mens krijgt identiteit - in interactie met zijn omgeving. Mensen worden
gevormd in relatie met anderen. We worden continu beïnvloed door
anderen en we beïnvloeden anderen ook.

Drie thema’s binnen 1. Het circulair denken
het deel ‘groeien in 2. Ik als hulpverlener
identiteit als 3. Meerzijdige partijdigheid

1

, opvoeder-
begeleider

Deel 1: Het circulair denken
1.1 Lineair versus circulair denken
1.1.1 Inleidende oefening
Oefening Minne (3-4 jaar) zegt voortdurend ‘neen’ als je haar iets vraagt
o Vraag: Hoe zou dit komen?

o Antwoord: (meerdere oorzaken mogelijk)
Er kunnen meerdere factoren aan de basis liggen waardoor Minne ‘neen zegt.
- Ze imiteert haar ouders
- Ze voelt zich niet goed
- Ze is gefrustreerd
- Er zijn problemen thuis
- Minne zit in een strikte opvoedingsrelatie
- Ze begrijpt het woord ‘neen’ niet
-…

1.1.2 Wat is lineair denken?
Lineair denken = is een manier van denken die gericht is op oorzaak-gevolg (lineair causaal)
Deze manier van denken is mogelijks gericht op de pathologie van een individu.
In de westerse cultuur zijn we van nature geneigd te denken in oorzaak-gevolg.
We kijken hierbij vooral wie, wie wat aandeed.

Voorbeeld Ella schopt Roza. Ella is de schuldige.
o In onze maatschappij durven velen al snel rechtlijnig denken. Het is onze
taak om dit denkpatroon te doorbreken.


1.1.3 Verschillende perspectieven
Verschillende Er zijn verschillende perspectieven/visies om naar de werkelijkheid te kijken of
pespectieven de werkelijkheid te benaderen. In deze opleiding kiezen we voor het circulair
denken. Dus niet eenzijdig voor het lineair denken. Lineair denken en circulair
denken zijn maw. 2 verschillende visies om naar jullie toekomstige praktijk te
kijken.
➔ Beslis zelf voor welke visie je kiest! (Er bestaat geen ‘goede’ of ‘foute’ visie
– er zijn nog andere visies)

o Het lineair denken is geen fout denken, het circulair denken omvat een
ruimer denken waarbij we meerdere factoren bekijken in een situatie en
het is een positieve wijze om met mensen om te gaan.

o Als opvoeder-begeleider kies je zelf welk denken je toepast in de praktijk.
Natuurlijk hang je een beetje vast aan de organisatie waarin je werkt. Je
moet je een beetje aanpassen binnen een visie van een organisatie.

Oefenen in circulair o Oefeninging: Vandaag is het onderwijsgroep. Je hebt je voorbereiding niet
denken mee.


2