100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Brugboek bedrijfseconomie & collegeaantekeningen (Hoofdstuk 2 t/m 20)

Rating
-
Sold
5
Pages
37
Uploaded on
25-04-2016
Written in
2015/2016

Een zeer goede samenvatting voor Financieel management en handige collegeaantekeningen. De samenvatting bevat de hoofdstukken 2 t/m 20 van brugboek bedrijfseconomie.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Hoofdstuk 2 t/m 20
Uploaded on
April 25, 2016
File latest updated on
October 31, 2016
Number of pages
37
Written in
2015/2016
Type
Summary

Subjects

Content preview

Inhoudsopgave
Hoofdstuk 2 Het ondernemingsplan ......................................................................................... 2
Hoofdstuk 3 Ondernemingsvormen .......................................................................................... 2
Hoofdstuk 4 kostenindelingen en kostprijs ........................................................................... 3
Hoofdstuk 5 Kostensoorten .......................................................................................................... 5
Hoofdstuk 6 Kosten van duurzame productiemiddelen .................................................... 6
Hoofdstuk 7 Capaciteit en bezettingsgraad ............................................................................ 8
Hoofdstuk 8 Kostenverbijzondering ......................................................................................... 9
Hoofdstuk 9 Bedrijfswinst en verschillenanalyse .............................................................. 11
Hoofdstuk 10 Budgettering ........................................................................................................ 12
Hoofdstuk 11 Masterbudget ....................................................................................................... 13
Hoofdstuk 12 Variabele kostencalculatie ............................................................................. 14
Hoofdstuk 14 financiële rekenkunde ..................................................................................... 15
Hoofdstuk 15 Investeringen ....................................................................................................... 16
Hoofdstuk 16 Financiële structuur .......................................................................................... 17
Hoofdstuk 17 Eigen vermogen .................................................................................................. 20
Hoofdstuk 18 Vreemd vermogen .............................................................................................. 24
Hoofdstuk 19 activiteit en rentabiliteit ................................................................................. 26
Hoofdstuk 20 Liquiditeit en solvabiliteit ............................................................................... 28
Aantekeningen ................................................................................................................................ 30
meerkeuze vragen ......................................................................................................................... 32
Hoofdstuk 4 .................................................................................................................................................. 32
Hoofdstuk 16 ............................................................................................................................................... 32
Hoofdstuk 19 ............................................................................................................................................... 32
Hoofdstuk 20 ............................................................................................................................................... 33

,Hoofdstuk 2 Het ondernemingsplan
Tante Agaath-lening= andere schuldeisers hebben voorrang bij rente en aflossing
Voordeel voor de geldverstrekker is over de ontvangen interest hoeft geen belasting te worden
betaald. Wanneer fout loopt met de ondernemer heeft de geldverstrekker ook recht op
vermindering op zijn inkomstenbelasting
Operationele leasing= machines, inventaris en transportmiddelen worden geleased voordeel dat je
niet in 1 keer een groot bedrag kwijt bent.
Liquide middelen= geld, wat snel voorradig is.
Uitgave vs. Kosten = Uitgaven is één keer een bedrag betalen (6 mnd. Huur vooruit betalen)
Kosten is de afschrijving.
Inkomsten vs. Opbrengsten= inkomsten zijn het geld, wanneer je het krijgt (3 mnd. Vooruit huur te
betalen)
Opbrengsten is wanneer je het verkoopt/verhuurt worden elke maand de opbrengsten op de balans
gezet.
Leverancierskrediet = crediteur
Afnemerskrediet = debiteur

Oprichtingsbalans combineert het financieringsplan en financieringsplan
Financieringsplan = linkerzijde van de balans
Financieringsplan = rechterzijde van de balans

Kosten en opbrengsten= beïnvloeden het eigen vermogen
Uitgaven en inkomsten= beïnvloeden de liquide middelen

Tijdstipgrootheid= vaktaal voor momentopname (beginbalans en eindbalans)
(foto – film – film – foto)
Stroomgrootheid= vaktaal voor opbrengsten en kosten
(foto – film – film – foto)

Resultaatrekening
Omzet
Inkoopwaarde -
Brutowinst
Kosten behalve rente -
Ondernemingswinst
Rente -
Nettowinst voor belasting (fiscale winst)

Gewaardeerd loon (wat ik bij een baas had kunnen verdienen)
Interest uit eigen vermogen + (de rente die je misloopt omdat het niet op de bank staat)
Som van de twee bovenstaande
Fiscale winst -
Bedrijfseconomisch resultaat


Hoofdstuk 3 Ondernemingsvormen
Eenmanszaak is een natuurlijk persoon en dus ook met zijn prive-vermogen aansprakelijk voor de
schulden van het bedrijf.

Vennootschap onder firma (VOF) is een onderneming met 2 of meer eigenaren die onder dezelfde
naam een bedrijf uitoefenen. Ontstaat vaak uit een eenmanszaak.


2

,Redenen kunnen zijn:
 vader neemt bijvoorbeeld kinderen in de zaak
 door de groei is er behoefte aan andere kwaliteiten omdat er taakverdeling moet
plaatsvinden
 behoefte aan extra vermogen
De vennoten blijven hoofdelijk aansprakelijk met hun hele vermogen. (prive en zakelijk)

Commanditaire vennootschap
Als er behoefte is aan extra vermogen is er de mogelijkheid een nieuwe vennoot in de VOF op te
nemen. De geldschieter wordt een stille of commanditaire vennoot dit houdt in dat hij geen inspraak
heeft op het bedrijfsbeleid. De commanditaire vennoot is niet met zijn privévermogen aansprakelijk.
De beloning voor een stille vennoot is een rentvergoeding en soms een gedeelte van de winst.
 beherend vennoot
 stille vennoot

Besloten vennootschap (b.v.) Bij een b.v. is de eigenaar(en) niet hoofdelijk aansprakelijk voor
eventuele schulden van de b.v.
Het maatschappelijke vermogen is in aandelen verdeeld. De aandeelhouders zijn in het algemeen
slecht aansprakelijk voor hun inbreng (hun aandeel). Bij mismanagement blijft een aandeelhouder,
die ook bestuurder is van de BV is, aansprakelijk.
Bij een BV hoeven de eigenaren en de bestuurders niet dezelfde personen te zijn. Als er een
aandeelhouder wegvalt, hoeft dit geen gevolgen te hebben voor de bestuurbaarheid van de BV.

In het geval van een BV ontvangt de directeur-eigenaar van de BV gewoon een salaris. Dit salaris valt
onder de kosten van de BV en zo wordt de belastbare winst lager. Over deze belastbare winst betaalt
de BV vennootschapsbelasting.

Over de winst die uit de BV wordt gehaald moet inkomstenbelasting worden betaald. De nettowinst
die niet wordt uitgekeerd, wordt op de algemene reserve bijgeschreven.

CV omzetten in een BV
De oprichting van een BV heeft wettelijk een aantal oprichtingseisen:
 er moet een akte van oprichting worden opgesteld (notariële akte) waarin het volgende
moet staan
 de BV moet worden ingeschreven in het Handelsregister
 Er moet een aandelenregister worden geopend
 De BV kan pas tot stand komen als de Minister van Justitie een VGB (verklaring van geen
bezwaar) heeft afgegeven.


Hoofdstuk 4 kostenindelingen en kostprijs
Productiemethode:
- handmatige productie zonder machines
- of een methode waarbij het bedrijf met duurzame productiemiddelen (machines etc.) werkt.
De productiemethode bepaalt in welke verhoudingen de productiefactoren worden ingezet.
Productiefactoren zijn: arbeid, natuur, kapitaalgoederen en de ondernemersactiviteiten.

Constante kosten: blijven gelijk wanneer de productieomvang verandert.
Variabele kosten: veranderen wanneer de productieomvang verandert.
- proportioneel variabele kosten: De totale variabele kosten stijgen maar de variabele kosten
per eenheid blijven gelijk bij groter worden van de productiehoeveelheid.



3

, - Niet-proportionele variabele kosten: Wanneer de variabele kosten minder snel of sneller
veranderen als de hoeveelheid verandert.
o degressief variabele kosten: De totale variabele kosten stijgen als de
productieomvang groter wordt, maar de variabele kosten per eenheid dalen.
o progressief variabele kosten: de variabele kosten per eenheid nemen toe als de
productie stijgt. De variabele kosten stijgen in verhouding sneller dan de
productieomvang.

Directe kosten: De kosten die rechtstreeks aan een product kunnen worden toegerekend zijn directe
kosten
Indirecte kosten: de overige kosten, maar die moeten wel in de kostprijs van een bepaald product
worden doorberekend
Semi-variabele kosten (gemengde kosten): combinatie van constante en variabele kosten.
Differentiële kosten: extra kosten die je maakt voor extra productie. Ze zijn van belang als de
variabele kosten progressief of degressief zijn.
Opportunity costs: Wat je mist aan het ene als je het andere doet.

Rationele capaciteit: De capaciteit die we moeten aanschaffen om de maximale productie + een
bepaalde overcapaciteit (voor onvoorziene gebeurtenissen) te kunnen bewerkstelligen.
De kosten moeten worden terugverdiend door de normale productie.

Irrationele capaciteit: het verschil tussen de aanwezig capaciteit en rationele capaciteit.

Integrale standaardkostprijs: de standaardkostprijs van een product bestaat uit alle voorzienbare
kosten. Dit betreft zowel de variabele als constante kosten.

Integraal Kostprijsformule
Kostprijs =constante kosten + variabele kosten = C/N +V/W
normale productie verwachte werkelijke productie

Differentiële kostprijs = V
W
Differentiële kosten
Betreffen de variabele en eventueel ook de constante kosten.
Differentiële kosten per product = Toename van de totale kosten / door de toename van de
productie.
 Grensprijs: Het kan voor een onderneming zeer belangrijk zijn om de differentiële kosten per
product te weten. Deze differentiële kosten per eenheid stellen de laagste prijs voor
waartegen een onderneming een extra product kan aanbieden. Dit niveau wordt de
grensprijs genoemd.

Technische voorraad: de producten die werkelijk op voorraad liggen.
Economische voorraad: de producten waar de onderneming eigenaar is. Deze neemt toe als er
wordt ingekocht en neemt af als er goederen worden verkocht.
Verband tussen de technische en de economische voorraad

Technische voorraad + gekochte maar niet ontvangen goederen – verkochte nog niet afgeleverde
goederen = Economische voorraad

4.11 kostencategorieën
Een gebruikelijke indeling is:



4

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
hugomeij Hogeschool van Amsterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
345
Member since
9 year
Number of followers
306
Documents
1
Last sold
9 months ago

4.1

80 reviews

5
24
4
41
3
11
2
3
1
1

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions