AM: Locoregionale technieken college 1
De student kan:
1. van een spinaal blok, een epiduraal blok en een CSE de werkwijze, indicatie,
werkingsduur,
risico’s en complicaties benoemen;
2. het verschil tussen de loss of resistance-techniek en de hanging drop-methode
uitleggen;
3. uitleggen hoe adequaat te reageren bij de complicaties die kunnen voorkomen bij
de
locoregionale technieken in punt 1;
4. bij de locoregionale technieken in punt 1 beschrijven welke bewakingsapparatuur
nodig is en
welke vitale functies worden bewaakt;
5. uitleggen waaruit de pre-, per- en postoperatieve zorg bestaat bij de locoregionale
technieken in
punt 1.
Epiduraal:
Bij een epiduraal wordt er er een katheter geplaatst in de epidurale
ruimte. Je gaat bij deze techniek niet door de dura mater heen.
Doordat het anaestheticum door de dura mater kan diffunderen,
zorgt het voor een pijnstillend effect zonder de dura te perforeren.
Het heeft vooral effect op de uittredende zenuwen, en wat minder op
de ruggemerg. LA moet door de dura diffunderen, optimale
concentratie duurt 10-20 minuten om te bereiken.
,Spinaal:
Deze techniek is relatief makkelijk. Je prikt beneden L2, 3. De ruggenmerg loopt tot L2. De
naald wordt tot de subarachnoïdale ruimte gestoken, en hier wordt het anaestheticum
ingespoten, in de zelfde ruimte als de liquor.
Beveiliging vitale functies:
Net zoals bij narcose is het belangrijk dat bij deze vorm van toepassen van anaestheticum
de vitalen van de patient in de gaten worden gehouden met de monitor. A, B & C moeten
bewaakt worden. Ook wordt er ritmebewaking aangesloten (3 leads). Intubatiemateriaal
wordt klaargelegd, zodat er gelijk actie ondernomen kan worden wanneer nodig.
CSE:
-Eerst Spinaal prikken
-Gevolgd door epi- duraal catheter
-ZONDER L.A. IN CATHETER!!
Indicaties spinaal:
-Operaties onder de navel
-Operaties in de onderbuik
-Operaties aan de urineafvoer wegen
-Geslachtsoperatie or perineum
Indicaties epiduraal:
-Pijnstilling
-Trauma
-Post-operatief
-Vaatafsluiting
-Ontsluiting bij bevalling
-Operatie
Complicaties en bijwerkingen spinaal & epiduraal:
-Lage pols & bloeddruk
-Misselijk → gevolg van lage tensie
-Hoofdpijn → postspinale hoofdpijn - je drijvende brein gaat hangen door liquorlekkage →
oplossing: blood patch
-(te) hoog blok, hierdoor paralyse van diafragma
-Blaasretentie
-Neurologische afwijkingen tgv bloeding en/of stollingsstoornis
-Total spinal → Het anaestheticum loopt omhoog in de subdurale ruimte en veroorzaakt
daardoor ademhaling functiestoornis.
-Epiduraal haematoom
-Ontsteking
-Jeuk (11-20%)
-Koorts
- Hypotensie
, Het voorkomen van sommige complicaties
-Tensiedaling → NaCl toedienen om tensie hoog te houden en misselijkheid te voorkomen
-Total spinal: Let op patiënt, als total spinal dreigt, trendelenburg zodat het niet verder de
verkeerde kant op stroomt.
-Glucose toevoegen aan LA zodat het niet naar boven stroomt.
Contra-indicaties Spinaal & Epiduraal
-Ontstolling
-Hypovolemie
-Infectie op plaats insteekopening
-Anatomische afwijking rug
-Wens van de patiënt
Bij het continueren van epidurale pijnstilling: (Dion)
Pompstand tussen 4 en 16 ml/uur
Blokhoogte controleren (ook controleren of epiduraal nog even diep zit, dmv aanduidingen
op de slang)
Effectiviteit controleren met ijsklontjes test
De epiduraal mag niet afgebouwd worden, gelijk stoppen. Als je afbouwt wordt de kolom aan
anestheticum kleiner, waardoor het niet meer het gewenste deel raakt. Daar heb je dan geen
anestheticum meer, en dus geen pijnstilling.
Dus je kan net zo goed gelijk stoppen.
Hanging drop methode
Op het moment dat je de epidurale ruimte binnendringt, wordt het vocht naar binnen
gezogen ten gevolge van de onderdruk in deze ruimte. Dan weet je dat de op de juiste plek
zit.
Loss of Resistance methode
Na het verwijderen van het stilet wordt de epidurale ruimte opgezocht met de
op de canule geplaatste ‚Loss of Resistance‘-spuit (NaCl 0,9 % of lucht). Onder
voortdurende druk op de stempel van de spuit wordt de canule verder naar
voren geschoven. Daarbij wordt de rug van de hand die de canule leidt ondersteund om
ervoor te zorgen dat de canule bij weerstandverlies niet per ongeluk
dieper glijdt. Geadviseerd wordt de canule slechts millimetergewijs naar voren
te schuiven (het verschil in afstand tussen huid - epidurale ruimte is aanzienlijk
met 3-9 cm)
De student kan:
1. van een spinaal blok, een epiduraal blok en een CSE de werkwijze, indicatie,
werkingsduur,
risico’s en complicaties benoemen;
2. het verschil tussen de loss of resistance-techniek en de hanging drop-methode
uitleggen;
3. uitleggen hoe adequaat te reageren bij de complicaties die kunnen voorkomen bij
de
locoregionale technieken in punt 1;
4. bij de locoregionale technieken in punt 1 beschrijven welke bewakingsapparatuur
nodig is en
welke vitale functies worden bewaakt;
5. uitleggen waaruit de pre-, per- en postoperatieve zorg bestaat bij de locoregionale
technieken in
punt 1.
Epiduraal:
Bij een epiduraal wordt er er een katheter geplaatst in de epidurale
ruimte. Je gaat bij deze techniek niet door de dura mater heen.
Doordat het anaestheticum door de dura mater kan diffunderen,
zorgt het voor een pijnstillend effect zonder de dura te perforeren.
Het heeft vooral effect op de uittredende zenuwen, en wat minder op
de ruggemerg. LA moet door de dura diffunderen, optimale
concentratie duurt 10-20 minuten om te bereiken.
,Spinaal:
Deze techniek is relatief makkelijk. Je prikt beneden L2, 3. De ruggenmerg loopt tot L2. De
naald wordt tot de subarachnoïdale ruimte gestoken, en hier wordt het anaestheticum
ingespoten, in de zelfde ruimte als de liquor.
Beveiliging vitale functies:
Net zoals bij narcose is het belangrijk dat bij deze vorm van toepassen van anaestheticum
de vitalen van de patient in de gaten worden gehouden met de monitor. A, B & C moeten
bewaakt worden. Ook wordt er ritmebewaking aangesloten (3 leads). Intubatiemateriaal
wordt klaargelegd, zodat er gelijk actie ondernomen kan worden wanneer nodig.
CSE:
-Eerst Spinaal prikken
-Gevolgd door epi- duraal catheter
-ZONDER L.A. IN CATHETER!!
Indicaties spinaal:
-Operaties onder de navel
-Operaties in de onderbuik
-Operaties aan de urineafvoer wegen
-Geslachtsoperatie or perineum
Indicaties epiduraal:
-Pijnstilling
-Trauma
-Post-operatief
-Vaatafsluiting
-Ontsluiting bij bevalling
-Operatie
Complicaties en bijwerkingen spinaal & epiduraal:
-Lage pols & bloeddruk
-Misselijk → gevolg van lage tensie
-Hoofdpijn → postspinale hoofdpijn - je drijvende brein gaat hangen door liquorlekkage →
oplossing: blood patch
-(te) hoog blok, hierdoor paralyse van diafragma
-Blaasretentie
-Neurologische afwijkingen tgv bloeding en/of stollingsstoornis
-Total spinal → Het anaestheticum loopt omhoog in de subdurale ruimte en veroorzaakt
daardoor ademhaling functiestoornis.
-Epiduraal haematoom
-Ontsteking
-Jeuk (11-20%)
-Koorts
- Hypotensie
, Het voorkomen van sommige complicaties
-Tensiedaling → NaCl toedienen om tensie hoog te houden en misselijkheid te voorkomen
-Total spinal: Let op patiënt, als total spinal dreigt, trendelenburg zodat het niet verder de
verkeerde kant op stroomt.
-Glucose toevoegen aan LA zodat het niet naar boven stroomt.
Contra-indicaties Spinaal & Epiduraal
-Ontstolling
-Hypovolemie
-Infectie op plaats insteekopening
-Anatomische afwijking rug
-Wens van de patiënt
Bij het continueren van epidurale pijnstilling: (Dion)
Pompstand tussen 4 en 16 ml/uur
Blokhoogte controleren (ook controleren of epiduraal nog even diep zit, dmv aanduidingen
op de slang)
Effectiviteit controleren met ijsklontjes test
De epiduraal mag niet afgebouwd worden, gelijk stoppen. Als je afbouwt wordt de kolom aan
anestheticum kleiner, waardoor het niet meer het gewenste deel raakt. Daar heb je dan geen
anestheticum meer, en dus geen pijnstilling.
Dus je kan net zo goed gelijk stoppen.
Hanging drop methode
Op het moment dat je de epidurale ruimte binnendringt, wordt het vocht naar binnen
gezogen ten gevolge van de onderdruk in deze ruimte. Dan weet je dat de op de juiste plek
zit.
Loss of Resistance methode
Na het verwijderen van het stilet wordt de epidurale ruimte opgezocht met de
op de canule geplaatste ‚Loss of Resistance‘-spuit (NaCl 0,9 % of lucht). Onder
voortdurende druk op de stempel van de spuit wordt de canule verder naar
voren geschoven. Daarbij wordt de rug van de hand die de canule leidt ondersteund om
ervoor te zorgen dat de canule bij weerstandverlies niet per ongeluk
dieper glijdt. Geadviseerd wordt de canule slechts millimetergewijs naar voren
te schuiven (het verschil in afstand tussen huid - epidurale ruimte is aanzienlijk
met 3-9 cm)
