Samenvatting beroepsgerichte informatieverwerking
= opzoek gaan naar betrouwbare informatie
80% schriftelijk examen en 20% consultopdracht en deelname groepsconsulten (terug te vinden op de
studiefiche)
Hoorcollege 1: inleiding + eerste oriëntatie op een onderwerp
1.1 Inleiding
Als ergotherapeut is het belangrijk dat je
een kritische en onderzoekende houding
hebt.
Als informatievaardige student behoren
we tot de ‘digital natives’ (zonder
probleem de technologieën gebruiken
MAAR is een myhte)
Informatievaardigheden: efficiënt en effectief kunnen omgaan met info en omzetten naar
trefwoorden.
Onderzoekend handelen met betrouwbare informatie. Doorheen de opleiding zul je als student
groeien: weten > inzien > toepassen > integreren (weten en inzien is in deze lessen van toepassing).
We kunnen namelijk heel veel info vinden op het internet dat niet betrouwbaar is. Raadplegen en
toepassen van wetenschappelijke inzichten is belangrijk.
1.2 BGIV
Stappenplan BGIV:
Eerst oriënteren op een onderwerp: experts
raadplegen, docenten of google scholar, google
books.
Ook diverse soorten naslagwerken zoals
woordenboeken (+bib hogent), vademecum,
glossarium (woordenlijst). Online platforms:
sociaalnet, sociale vraagstukken, zorgmagazine,…
Gezondheidswetenschap (website): vertaling van
wetenschappelijke inzichten naar een breed
publiek. Opdracht: ‘dementie’: welke types
bronnen vind je terug? (goeie oefening).
Sociale media kan ook gebruikt worden omdat er
ook professionele beroepsinformatie te vinden zijn.
(twitter, slideshare, pinterest)
,1.3 Verkenning van het onderwerp
Het onderwerp is datgene waarover je iets te weten wilt komen. Je vormt best eerst een algemeen
beeld over het onderwerp (eerste oriëntatie):
Belangrijkste feiten en theorieën
Terminologie
Aandachtspunten/kapstokken v/h onderwerp
Om informatie te vinden over jouw onderwerp is het de bedoeling om beroep te doen op
naslagwerken (online en fysiek).
Informatiebronnen zijn een snelle manier om de betekenis van een woord te vinden, bv.
woordenboeken en encyclopedieën. Daaruit:
Trefwoorden
Synoniemen
Vertalingen
Uiteindelijk: kan je een heldere probleemstelling formuleren
Naast de woordboeken of encyclopedieën kun je nog andere betrouwbare bronnen raadplegen…
Informatiebronnen kunnen worden opgedeeld ‘volgens aard’ zoals populair, literatuur, vakliteratuur
en wetenschappelijke literatuur.
Ook in ‘vormen’ zoals schriftelijk, mondelinge, audiovisuele, elektronische en sociale media bronnen.
1.4 Indeling informatiebronnen volgens aard
1. Populaire literatuur/populaire wetenschappelijk literatuur: een breed publiek met interesse
hebben in een bepaald vakgebied.
Geen voorkennis of bepaalde vooropleiding, kan wetenschappelijk onderbouwd zijn.
Herkenbaar aan: uitgebreide & algemene uitleg over het onderwerp en weinig bronverm.
Bv. Kranten, opiniebladen en publiekstijdschriften of hobby- en sporttijdschriften.
DOEL: toegankelijk maken van nieuwe (wetenschappelijke) inzichten.
2. Vakliteratuur: elke beroepssector heeft zijn eigen vakbladen. Geschreven met een bepaald
niveau van voorkennis & beroepsoefenaars.
Auteurs zijn werkzaam in het vakgebied en sector. Bijdragen symposia en congressen zijn ook
vakliteratuur. Gebruik van referenties!
DOEL: mensen in het werkveld op de hoogte brengen van de laatste inzichten.
, 3. Wetenschappelijke literatuur: geschreven
door specialisten.
Peer reviewed (wetenschappers beoordelen
elkaars werk voordat het gepubliceerd
wordt), voor andere onderzoekers.
Kenmerken: Systematische opbouw,
gedetailleerde beschrijving,
onderzoeksmethodes en resultaten,
referentielijst.
Bv. ergo: ‘The American Journal of Occupational Therapy
Opbouw wetenschappelijke literatuur:
Abstract: korte samenvatting (meestal vrij ter beschikking gesteld)
Inleiding: toelichting en probleemstelling
Methodologie: hoe gebeurde het onderzoek? (deelnemers, verzamelingstechnieken en
analysemethoden)
Resultaten: centrale bevindingen
Discussie: interpretatie en verklaring resultaten
Conclusie: belangrijkste bevindingen van het onderzoek en zit in discussie
Literatuurlijst: alle bronnen die geraadpleegd werden door de auteurs bij he schrijven van de
artikels.
Het is niet altijd duidelijk tot welk type literatuur een document behoort…Het kan kenmerken
hebben van meerdere types.
1.5 Indeling volgens vorm: schriftelijke bronnen
Schriftelijke bronnen: geschreven en papieren bronnen. Het zijn de bronnen die als een bundeling
van bedrukt papier voorhanden zijn.
Gedrukte bronnen worden vaak gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek. Deze bronnen kunnen
bewaard worden en zijn achteraf nog in oorspron. vorm raadpleegbaar
Bv. doctoraten, masterproeven, eindwerken,…
= opzoek gaan naar betrouwbare informatie
80% schriftelijk examen en 20% consultopdracht en deelname groepsconsulten (terug te vinden op de
studiefiche)
Hoorcollege 1: inleiding + eerste oriëntatie op een onderwerp
1.1 Inleiding
Als ergotherapeut is het belangrijk dat je
een kritische en onderzoekende houding
hebt.
Als informatievaardige student behoren
we tot de ‘digital natives’ (zonder
probleem de technologieën gebruiken
MAAR is een myhte)
Informatievaardigheden: efficiënt en effectief kunnen omgaan met info en omzetten naar
trefwoorden.
Onderzoekend handelen met betrouwbare informatie. Doorheen de opleiding zul je als student
groeien: weten > inzien > toepassen > integreren (weten en inzien is in deze lessen van toepassing).
We kunnen namelijk heel veel info vinden op het internet dat niet betrouwbaar is. Raadplegen en
toepassen van wetenschappelijke inzichten is belangrijk.
1.2 BGIV
Stappenplan BGIV:
Eerst oriënteren op een onderwerp: experts
raadplegen, docenten of google scholar, google
books.
Ook diverse soorten naslagwerken zoals
woordenboeken (+bib hogent), vademecum,
glossarium (woordenlijst). Online platforms:
sociaalnet, sociale vraagstukken, zorgmagazine,…
Gezondheidswetenschap (website): vertaling van
wetenschappelijke inzichten naar een breed
publiek. Opdracht: ‘dementie’: welke types
bronnen vind je terug? (goeie oefening).
Sociale media kan ook gebruikt worden omdat er
ook professionele beroepsinformatie te vinden zijn.
(twitter, slideshare, pinterest)
,1.3 Verkenning van het onderwerp
Het onderwerp is datgene waarover je iets te weten wilt komen. Je vormt best eerst een algemeen
beeld over het onderwerp (eerste oriëntatie):
Belangrijkste feiten en theorieën
Terminologie
Aandachtspunten/kapstokken v/h onderwerp
Om informatie te vinden over jouw onderwerp is het de bedoeling om beroep te doen op
naslagwerken (online en fysiek).
Informatiebronnen zijn een snelle manier om de betekenis van een woord te vinden, bv.
woordenboeken en encyclopedieën. Daaruit:
Trefwoorden
Synoniemen
Vertalingen
Uiteindelijk: kan je een heldere probleemstelling formuleren
Naast de woordboeken of encyclopedieën kun je nog andere betrouwbare bronnen raadplegen…
Informatiebronnen kunnen worden opgedeeld ‘volgens aard’ zoals populair, literatuur, vakliteratuur
en wetenschappelijke literatuur.
Ook in ‘vormen’ zoals schriftelijk, mondelinge, audiovisuele, elektronische en sociale media bronnen.
1.4 Indeling informatiebronnen volgens aard
1. Populaire literatuur/populaire wetenschappelijk literatuur: een breed publiek met interesse
hebben in een bepaald vakgebied.
Geen voorkennis of bepaalde vooropleiding, kan wetenschappelijk onderbouwd zijn.
Herkenbaar aan: uitgebreide & algemene uitleg over het onderwerp en weinig bronverm.
Bv. Kranten, opiniebladen en publiekstijdschriften of hobby- en sporttijdschriften.
DOEL: toegankelijk maken van nieuwe (wetenschappelijke) inzichten.
2. Vakliteratuur: elke beroepssector heeft zijn eigen vakbladen. Geschreven met een bepaald
niveau van voorkennis & beroepsoefenaars.
Auteurs zijn werkzaam in het vakgebied en sector. Bijdragen symposia en congressen zijn ook
vakliteratuur. Gebruik van referenties!
DOEL: mensen in het werkveld op de hoogte brengen van de laatste inzichten.
, 3. Wetenschappelijke literatuur: geschreven
door specialisten.
Peer reviewed (wetenschappers beoordelen
elkaars werk voordat het gepubliceerd
wordt), voor andere onderzoekers.
Kenmerken: Systematische opbouw,
gedetailleerde beschrijving,
onderzoeksmethodes en resultaten,
referentielijst.
Bv. ergo: ‘The American Journal of Occupational Therapy
Opbouw wetenschappelijke literatuur:
Abstract: korte samenvatting (meestal vrij ter beschikking gesteld)
Inleiding: toelichting en probleemstelling
Methodologie: hoe gebeurde het onderzoek? (deelnemers, verzamelingstechnieken en
analysemethoden)
Resultaten: centrale bevindingen
Discussie: interpretatie en verklaring resultaten
Conclusie: belangrijkste bevindingen van het onderzoek en zit in discussie
Literatuurlijst: alle bronnen die geraadpleegd werden door de auteurs bij he schrijven van de
artikels.
Het is niet altijd duidelijk tot welk type literatuur een document behoort…Het kan kenmerken
hebben van meerdere types.
1.5 Indeling volgens vorm: schriftelijke bronnen
Schriftelijke bronnen: geschreven en papieren bronnen. Het zijn de bronnen die als een bundeling
van bedrukt papier voorhanden zijn.
Gedrukte bronnen worden vaak gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek. Deze bronnen kunnen
bewaard worden en zijn achteraf nog in oorspron. vorm raadpleegbaar
Bv. doctoraten, masterproeven, eindwerken,…
