TENTAMEN INTERNATIONAAL PUBLIEKRECHT
U wordt verzocht uw collegekaart duidelijk zichtbaar op tafel te leggen.
Ten behoeve van de algemene rust en orde mag u het eerste half uur van het tentamen niet van
uw plaats komen. Het laatste half uur van het tentamen mag u ook niet van uw plaats komen,
tenzij u uw tentamen (digitaal) heeft ingediend.
Dit tentamen bestaat uit een A-deel (25 punten), een B-deel (60 punten) en een C-deel (15
punten).
Achter elke (deel)vraag staat het aantal punten dat een beantwoording maximaal kan opleveren.
In totaal kunt u met dit hertentamen 100 punten verdienen. U dient 55 punten te behalen voor
een voldoende
Let op: er is sprake van een woordlimiet. Per (deel)vraag geldt een maximum van 150 woorden.
Voor de C-vraag geldt een minimum van 200 en een maximum van 300 woorden.
U dient uw antwoorden te motiveren. Onderbouw, waar mogelijk, uw antwoord met een
(specifieke) verwijzing naar jurisprudentie, verdragsartikelen of andere bronnen. Het
achterwege laten van een motivering en, indien van toepassing, bronvermelding kost punten.
Verder is het van belang precies te antwoorden op de vraag, en niet alle zaken te noemen die
verband houden met een juridisch thema. Beantwoord de vragen volledig maar beperk het
antwoord tot de relevante stof. Formuleer in het Nederlands en in volledige zinnen. Onduidelijke
of slordige formulering, gebruik van niet-volledige zinnen, of toevoeging van informatie die voor
het antwoord op de vraag niet relevant is, kan leiden tot een lagere beoordeling van uw
antwoord.
Voorschriften van orde
Mobiele telefoons, jassen en tassen dienen buiten de zaal te zijn opgeborgen.
Tijdens het tentamen mogen uitsluitend wetboeken (de Kluwer of SDU/Vermande) en de bundel
Jurisprudentie en documentatie internationaal publiekrecht worden geraadpleegd. In de
wetboeken, jurisprudentiebundels en/of verdragen zijn slechts toegestaan (art. 4.3.16
Examenreglement 2018-2019):
− verwijzingen naar wets- of verdragsartikelen
− markeringen en onderstrepingen
− tabjes: blanco of met wets- of verdragsaanduiding
Voorafgaand aan en tijdens het tentamen kan hierop worden gecontroleerd.
Woordenboeken (Engels/Nederlands/Engels) zijn ook toegestaan, zolang ook deze ‘schoon’ zijn.
Overtreding van deze voorschriften wordt beschouwd als fraude, alle zaken zullen naar de
Examencommissie verwezen worden.
De datum, tijd en plaats van de nabespreking van het tentamen zullen op Canvas bekend worden
gemaakt. Ook het reglement voor nabespreking is te vinden op Canvas.
U heeft drie uur de tijd - VEEL SUCCES.
Pagina 1 van 10 – Tentamen Internationaal Publiekrecht, 24 oktober 2018
, TENTAMEN INTERNATIONAAL PUBLIEKRECHT
A-Deel (25 punten)
Vraag A1 (8 punten)
Welke verplichting rust er op een staat die een verdrag heeft ondertekend, maar nog niet zijn
instemming om aan het verdrag gebonden te worden heeft verleend? En welke verplichting rust er
op een staat die een verdrag heeft bekrachtigd, terwijl het verdrag nog niet in werking is getreden?
Antwoord:
Art. 18 WVV, respectievelijk sub a) en sub b)
Juiste uitleg regel: een staat moet zich onthouden van handelingen die het doel en voorwerp
van het verdrag teniet doen/ ontnemen/ onmogelijk maken.
Dit geldt zowel voor staten die het verdrag ondertekend maar nog niet met binding
ingestemd hebben, als voor staten die met binding aan het verdrag ingestemd hebben terwijl
dit nog niet in werking is getreden.
Extra: het is mogelijk dat partijen ex art. 25 WVV aanvullende afspraken over
toepasselijkheid in deze fases hebben gemaakt
Vraag A2 (11 punten)
Triske Dekwaatsteniet, woonachtig in Derde Exloërmond, zwemt al jaren iedere dinsdagochtend in
het gemeentelijke zwembad Aquamarijn. Uit een recent onderzoek van het Algemeen Dagblad blijkt
dat zwembad Aquamarijn al jarenlang zeer vies zwemwater heeft; vorig jaar zelfs het vieste
zwemwater van Nederland.
Triske neemt deze situatie hoog op. Ze stapt naar de Nederlandse rechter met het doel de gemeente
te verplichten de kwaliteit van het zwemwater te verbeteren. Voor de rechter beroept ze zich op
artikel 12 van het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele rechten:
Artikel 12
1 De Staten die partij zijn bij dit Verdrag erkennen het recht van een ieder op een zo goed
mogelijke lichamelijke en geestelijke gezondheid.
2 De door de Staten die partij zijn bij dit Verdrag te nemen maatregelen ter volledige
verwezenlijking van dit recht omvatten onder meer die welke nodig zijn om te komen tot:
(…)
(b) Verbetering van alle aspecten betreffende de hygiëne van het gewone milieu van de
mens en van het arbeidsmilieu;
(…)
Kan Triske zich voor de Nederlandse rechter met succes op deze verdragsbepaling beroepen?
Behandel in uw antwoord alle stappen die de rechter zal nemen om deze vraag te beantwoorden.
Pagina 2 van 10 – Tentamen Internationaal Publiekrecht, 24 oktober 2018
U wordt verzocht uw collegekaart duidelijk zichtbaar op tafel te leggen.
Ten behoeve van de algemene rust en orde mag u het eerste half uur van het tentamen niet van
uw plaats komen. Het laatste half uur van het tentamen mag u ook niet van uw plaats komen,
tenzij u uw tentamen (digitaal) heeft ingediend.
Dit tentamen bestaat uit een A-deel (25 punten), een B-deel (60 punten) en een C-deel (15
punten).
Achter elke (deel)vraag staat het aantal punten dat een beantwoording maximaal kan opleveren.
In totaal kunt u met dit hertentamen 100 punten verdienen. U dient 55 punten te behalen voor
een voldoende
Let op: er is sprake van een woordlimiet. Per (deel)vraag geldt een maximum van 150 woorden.
Voor de C-vraag geldt een minimum van 200 en een maximum van 300 woorden.
U dient uw antwoorden te motiveren. Onderbouw, waar mogelijk, uw antwoord met een
(specifieke) verwijzing naar jurisprudentie, verdragsartikelen of andere bronnen. Het
achterwege laten van een motivering en, indien van toepassing, bronvermelding kost punten.
Verder is het van belang precies te antwoorden op de vraag, en niet alle zaken te noemen die
verband houden met een juridisch thema. Beantwoord de vragen volledig maar beperk het
antwoord tot de relevante stof. Formuleer in het Nederlands en in volledige zinnen. Onduidelijke
of slordige formulering, gebruik van niet-volledige zinnen, of toevoeging van informatie die voor
het antwoord op de vraag niet relevant is, kan leiden tot een lagere beoordeling van uw
antwoord.
Voorschriften van orde
Mobiele telefoons, jassen en tassen dienen buiten de zaal te zijn opgeborgen.
Tijdens het tentamen mogen uitsluitend wetboeken (de Kluwer of SDU/Vermande) en de bundel
Jurisprudentie en documentatie internationaal publiekrecht worden geraadpleegd. In de
wetboeken, jurisprudentiebundels en/of verdragen zijn slechts toegestaan (art. 4.3.16
Examenreglement 2018-2019):
− verwijzingen naar wets- of verdragsartikelen
− markeringen en onderstrepingen
− tabjes: blanco of met wets- of verdragsaanduiding
Voorafgaand aan en tijdens het tentamen kan hierop worden gecontroleerd.
Woordenboeken (Engels/Nederlands/Engels) zijn ook toegestaan, zolang ook deze ‘schoon’ zijn.
Overtreding van deze voorschriften wordt beschouwd als fraude, alle zaken zullen naar de
Examencommissie verwezen worden.
De datum, tijd en plaats van de nabespreking van het tentamen zullen op Canvas bekend worden
gemaakt. Ook het reglement voor nabespreking is te vinden op Canvas.
U heeft drie uur de tijd - VEEL SUCCES.
Pagina 1 van 10 – Tentamen Internationaal Publiekrecht, 24 oktober 2018
, TENTAMEN INTERNATIONAAL PUBLIEKRECHT
A-Deel (25 punten)
Vraag A1 (8 punten)
Welke verplichting rust er op een staat die een verdrag heeft ondertekend, maar nog niet zijn
instemming om aan het verdrag gebonden te worden heeft verleend? En welke verplichting rust er
op een staat die een verdrag heeft bekrachtigd, terwijl het verdrag nog niet in werking is getreden?
Antwoord:
Art. 18 WVV, respectievelijk sub a) en sub b)
Juiste uitleg regel: een staat moet zich onthouden van handelingen die het doel en voorwerp
van het verdrag teniet doen/ ontnemen/ onmogelijk maken.
Dit geldt zowel voor staten die het verdrag ondertekend maar nog niet met binding
ingestemd hebben, als voor staten die met binding aan het verdrag ingestemd hebben terwijl
dit nog niet in werking is getreden.
Extra: het is mogelijk dat partijen ex art. 25 WVV aanvullende afspraken over
toepasselijkheid in deze fases hebben gemaakt
Vraag A2 (11 punten)
Triske Dekwaatsteniet, woonachtig in Derde Exloërmond, zwemt al jaren iedere dinsdagochtend in
het gemeentelijke zwembad Aquamarijn. Uit een recent onderzoek van het Algemeen Dagblad blijkt
dat zwembad Aquamarijn al jarenlang zeer vies zwemwater heeft; vorig jaar zelfs het vieste
zwemwater van Nederland.
Triske neemt deze situatie hoog op. Ze stapt naar de Nederlandse rechter met het doel de gemeente
te verplichten de kwaliteit van het zwemwater te verbeteren. Voor de rechter beroept ze zich op
artikel 12 van het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele rechten:
Artikel 12
1 De Staten die partij zijn bij dit Verdrag erkennen het recht van een ieder op een zo goed
mogelijke lichamelijke en geestelijke gezondheid.
2 De door de Staten die partij zijn bij dit Verdrag te nemen maatregelen ter volledige
verwezenlijking van dit recht omvatten onder meer die welke nodig zijn om te komen tot:
(…)
(b) Verbetering van alle aspecten betreffende de hygiëne van het gewone milieu van de
mens en van het arbeidsmilieu;
(…)
Kan Triske zich voor de Nederlandse rechter met succes op deze verdragsbepaling beroepen?
Behandel in uw antwoord alle stappen die de rechter zal nemen om deze vraag te beantwoorden.
Pagina 2 van 10 – Tentamen Internationaal Publiekrecht, 24 oktober 2018
