Boek Veerman en van de Sanden ⇒ Scholar ⇒ essentieel voor waardebepaling!!
Bedrijf te koop hoofdstuk 6!!
Belangrijke data:
14 Oktober gastcollege 16:00 (ipv 8:45 op het rooster)
21 Oktober kennistoets 10:30 (D207 en D208)
21 Oktober inleveren waarderingsrapport
04 November presentaties waarderingsrapport
21 Januari ALO presentaties
27 Januari mondeling overnamefinanciering
methodes waardebepaling:
Discounted cashflowmethode : recht toe recht aan. (bv marktwaarde vd schulden)
Intrinsieke waarde
: balans = uitgangspunt (bezittingenschulden) ⇐correcties
Genominaliseerde rentabiliteitswaarde : alle facetten doorlichten
Overige waarderingsmethoden : goodwillmethode, multiples
Ondernemingstypen, hoofdthema’s:
Retail: detailhandel (Business to Consumer)
Groothandel: grote voorraad + debiteuren (Business to Business)
Productiebedrijf: veel vaste activa (Business to Business)
Bouw: wordt veelal als aparte sector aangemerkt
Dienstverlening: consultancy, banken, advocatuur etc
KEI:
Kritische succesfactoren
↳Balance Scorecard: klant, financieel, intern & innovatie
➡ Externe factoren
➡ Interne Factoren
(
➡ = SWOTanalyse)
Poorter
Machtsposities bepalen
↳wie de meeste toevoeging (waarde) heeft in de bedrijfskolom, heeft meestal de macht
Intern: binnen branchesegment
Extern: op markt
,lesweek 2
SGR: Structuur Gedrag Resultaat. ⇒ bepaald gedrag leidt tot resultaat.
Bain kijkt alleen naar de afnemers.
Concentratiegraad: hoeveel de grootste partijen van de markt in handen hebben.
Als die hoog is, heb je veel tegenspelers.
Winsterosie: winst wordt minder.
Aspecten om de conjunctuurgevoeligheid t
e beïnvloeden:
solvabiliteit (solvabel zijn)
vaste/flexibele banen
balansen optimaliseren
voorraad up to date
productportefolio uitbreiden (meer producten)
meerdere gebieden
lage vaste kosten
laag in de bedrijvenkolom (dichtbij de consument)
bij laagconjunctuur investeren ⇒ anticyclisch investeringsbeleid (goedkoper)
bij
omzetkijken naar:
subsidies
klanten
projecten
Product life cyclus
conjunctuur
landenrisico
prijs onder druk door:
weinig afnemers
veel aanbieders (concurrentie)
CAPEX
CAPital EXpenditures
, Omzet
inkopen
brutowinst
algemene kosten
personeelskosten
acc. ver
EBITDA ~ earnings before interest tax deprecasion and amorisation
/ AFS: deprecation
amorisation
EBIT
↳ voor vermogensverschaffers
rente (vvverschillen)
winst voor VPB
vpb ⇒ overheid
winst na VPB ⇒ dividend
ICR: interest cover ratio (rentedekking) >3
↳ berekening:
Ratio EBIT
rentekosten
Gouden balansregel:
<1
korte activa met kort vermogen financieren
vaste activa met eigen vermogen of lang vreemd vermogen
↳berekening vaste activa + vaste kern vlottend
EV + lang vreemd vermogen
Casus Gerstenat
opgaven
2348911/122021
kenmerken
Rekening Courantkrediet
:
kredietplafond
variabele rente
kredietprovisie
kosten betalingsverkeer
dagelijks opzegbaar
, Achtergestelde lening: je wordt geplaatst achter de preferente schuldeisers… en staat
gelijk met de concurrente.
Post crediteuren ⇒ leverancierskrediet ⇒ je kan achteraf betalen
afnemerskrediet ⇒ vooraf ontvangen bedragen ⇒ er wordt vooraf betaald.
zie pagina 1289 van Ccluster financiering!!!kasstroomoverzicht + ratio’s
BIT
E
brutowinstmarge =
omzet
EBIT
RTV = x 100%
TV
netto omzet (na vpb)
REV = x 100%
EV
interestlasten
RVV = x 100%
VV
hefboomwerking: door vreemd vermogen aan te trekken, kun je de winstgevendheid van je
eigen vermogen vergroten
↳formule VV
RTV + (RTV RVV)
EV
Activiteitskengetallen
: meet hoe efficient je bedrijfsvoering is.
“Aan de korte posities (korte activa) kun je draaien” ⇒ beïnvloeden
● Omloopsnelheid van het totaal vermogen = omzet / TV (hoe hoger, hoe beter)
DupontChart: RTV = omloopsnelheid v. h. TT x brutowinstmarge
3 kasstromen:
financieringskasstroom
operationele kasstroom
investeringskasstroom
operationele kasstroom: alles wat boven de EBIT zit