Spierstelsel
Het spierweefsel
• Drie soorten:
- Het dwarsgestreepte.(willekeurig spierweefsel)
- Het gladde.
- Het hartspierweefsel.
Dwarsgestreept
• Komt voor in spieren die onder invloed van onze wil kunnen samentrekken.
Waar komt willekeurige spierweefsel voor
• Skeletspieren.
• Aangezichtsspieren.
• Kringspieren.
• Middenrifspieren.
• Bekkenbodemspieren
Functie van het spierstelsel
• Beweging.
• Handhaving lichaamshouding.
• Bescherming organen.
• Warmteproductie.
Hoe werken spieren?
• Spieren zorgen voor beweging, doordat ze vastzitten aan het skelet.
• Rechtstreeks.
• Via Pezen.
Een Pees – Tendo KENNEN!(lat.naam voor pees)
• Bestaat uit stevig bindweefsel.
• Kan niet samentrekken.
• Heeft een grotere trekkracht dan spieren.
Oorsprong en aanhechting
• Skeletspieren bevinden zich tussen 2 of meerdere botten.
• De plaats, waar de spier begint, wordt de oorsprong genoemd. – Origo.
• De plaats, waar de spier of pees vastzit, wordt aanhechting genoemd. –
insertio.
Latentietijd(1 duizendste van een sec is nodig om bewust te zijn van een actie) en
refractaire periode(spier spant aan, laat los en spant weer aan => is de spier
ontspannen, dan is de spier in de refractaire periode)
• Spieren kunnen verkorten als alle spiervezels tegelijkertijd samentrekken.
• Een zenuwvezel geeft de spiervezels een sein tot samentrekken - De
contractie.
Samentrekken = contractie
Het spierweefsel
• Drie soorten:
- Het dwarsgestreepte.(willekeurig spierweefsel)
- Het gladde.
- Het hartspierweefsel.
Dwarsgestreept
• Komt voor in spieren die onder invloed van onze wil kunnen samentrekken.
Waar komt willekeurige spierweefsel voor
• Skeletspieren.
• Aangezichtsspieren.
• Kringspieren.
• Middenrifspieren.
• Bekkenbodemspieren
Functie van het spierstelsel
• Beweging.
• Handhaving lichaamshouding.
• Bescherming organen.
• Warmteproductie.
Hoe werken spieren?
• Spieren zorgen voor beweging, doordat ze vastzitten aan het skelet.
• Rechtstreeks.
• Via Pezen.
Een Pees – Tendo KENNEN!(lat.naam voor pees)
• Bestaat uit stevig bindweefsel.
• Kan niet samentrekken.
• Heeft een grotere trekkracht dan spieren.
Oorsprong en aanhechting
• Skeletspieren bevinden zich tussen 2 of meerdere botten.
• De plaats, waar de spier begint, wordt de oorsprong genoemd. – Origo.
• De plaats, waar de spier of pees vastzit, wordt aanhechting genoemd. –
insertio.
Latentietijd(1 duizendste van een sec is nodig om bewust te zijn van een actie) en
refractaire periode(spier spant aan, laat los en spant weer aan => is de spier
ontspannen, dan is de spier in de refractaire periode)
• Spieren kunnen verkorten als alle spiervezels tegelijkertijd samentrekken.
• Een zenuwvezel geeft de spiervezels een sein tot samentrekken - De
contractie.
Samentrekken = contractie