BEROEPSGERICHTE
INFORMATIEVERWERKING
1: EERSTE ORIËNTATIE OP EEN ONDERWERP
1.1: VERKENNING VAN EEN ONDERWERP
Onderwerp = datgene waarover je iets wil te weten komen.
Eerst een algemeen beeld van onderwerp vormen, om belangrijkste feiten en theorieën
te kennen.
Belangrijk dat je de aandachtspunten en kapstokken ziet van het onderwerp.
Door gebruik te maken van encyclopedieën en woordenboeken.
Of experts, docenten, andere deskundigen.
Om zo volledig mogelijk te zijn hanteren we een ordening van verschillende
informatiebronnen volgens aard, vorm, plaats. Betrouwbaarheid van bronnen is ook
belangrijk.
1.2: INDELING VOLGENS AARD
Er kan onderscheid gemaakt worden tussen populaire literatuur, vakliteratuur en
wetenschappelijke literatuur. Je kan stellen dat populaire literatuur het meest
toegankelijk is.
1.2.1: populaire literatuur
= populair wetenschappelijke literatuur
Bvb: kranten, opiniebladen en publiekstijdschriften of glossy’s en hobby- en
sporttijdschriften.
Wordt geschreven voor een breed publiek met interesse in een bepaald onderwerp. Er
wordt geen rekening gehouden met bepaalde opleidingen of voorkennis.
Het doel is het toegankelijk maken van nieuwe (wetenschappelijke) inzichten.
Deze literatuur is niet altijd wetenschappelijk opgebouwd.
1.2.2: vakliteratuur
Wordt geschreven op bepaald niveau van voorkennis, bedoeld voor beroepsbeoefenaars.
Het doel is om de mensen in het werkveld op de hoogte te houden van laatste inzichten.
Elke beroepssector heeft 1 of meer vakbladen.
Er wordt wel gebruik gemaakt van referenties.
1.2.3: wetenschappelijke literatuur
Wordt geschreven voor en door specialisten. Artikels uit wetenschappelijke tijdschriften
worden geschreven door wetenschappers om hun onderzoeksresultaten aan andere
wetenschappers kenbaar te maken, om erop verder te bouwen.
Herkennen aan systematische opbouw, gedetailleerde beschrijving van
onderzoeksmethodes- en resultaten en de aanwezigheid van referentielijst.
INFORMATIEVERWERKING
1: EERSTE ORIËNTATIE OP EEN ONDERWERP
1.1: VERKENNING VAN EEN ONDERWERP
Onderwerp = datgene waarover je iets wil te weten komen.
Eerst een algemeen beeld van onderwerp vormen, om belangrijkste feiten en theorieën
te kennen.
Belangrijk dat je de aandachtspunten en kapstokken ziet van het onderwerp.
Door gebruik te maken van encyclopedieën en woordenboeken.
Of experts, docenten, andere deskundigen.
Om zo volledig mogelijk te zijn hanteren we een ordening van verschillende
informatiebronnen volgens aard, vorm, plaats. Betrouwbaarheid van bronnen is ook
belangrijk.
1.2: INDELING VOLGENS AARD
Er kan onderscheid gemaakt worden tussen populaire literatuur, vakliteratuur en
wetenschappelijke literatuur. Je kan stellen dat populaire literatuur het meest
toegankelijk is.
1.2.1: populaire literatuur
= populair wetenschappelijke literatuur
Bvb: kranten, opiniebladen en publiekstijdschriften of glossy’s en hobby- en
sporttijdschriften.
Wordt geschreven voor een breed publiek met interesse in een bepaald onderwerp. Er
wordt geen rekening gehouden met bepaalde opleidingen of voorkennis.
Het doel is het toegankelijk maken van nieuwe (wetenschappelijke) inzichten.
Deze literatuur is niet altijd wetenschappelijk opgebouwd.
1.2.2: vakliteratuur
Wordt geschreven op bepaald niveau van voorkennis, bedoeld voor beroepsbeoefenaars.
Het doel is om de mensen in het werkveld op de hoogte te houden van laatste inzichten.
Elke beroepssector heeft 1 of meer vakbladen.
Er wordt wel gebruik gemaakt van referenties.
1.2.3: wetenschappelijke literatuur
Wordt geschreven voor en door specialisten. Artikels uit wetenschappelijke tijdschriften
worden geschreven door wetenschappers om hun onderzoeksresultaten aan andere
wetenschappers kenbaar te maken, om erop verder te bouwen.
Herkennen aan systematische opbouw, gedetailleerde beschrijving van
onderzoeksmethodes- en resultaten en de aanwezigheid van referentielijst.