Long en nier samenvatting
ZSO 1: ANATOMIE EN HISTOLOGIE VAN DE NIEREN
Achtergrond
Hoofdfunctie nier = produceren & samenstelling in orde brengen van urine
(blaas zorgt voor lediging & bewaren).
• Urine = bevat kationen & anionen van afbraakproducten
• Belangrijkste toxische metaboliet zijn stikstofbevattende
producten (urea & creatinine)
Overzicht van urinewegen
Nieren
Bevat buitenste & binnenste cortex. Ook krijgt elke nier bloed van de
renale arterie (= afkomstig van aorta). Bloed dat de nier verlaat gaat in de
v. cava inferior.
Hilum = concave gedeelte waar renale arteriëel materie binnenkomt & veneuze materie weggaat.
Bekkenbodemsysteem (pelvicalyceal system) & ureters
= verplaatsen urine van de nieren naar de blaas dmv peristaltiek. Het zijn smalle, glad gespierde kanalen wat bekleed
is met speciaal epitheel dat resistent is tegen schade door;
• De gevarieerde osmolariteit van urine
• De concentratie van toxische soluties in urine
Blaas
= pomp & reservoir → duwt urine naar urethra zodat je kan pissen. (vrijwillige controle)
Structuur nier
Bevat buitenste cortex & binnenste medulla
• Cortex; Bevat kolommen van Bertin (ligt tss
medulla)
• Medulla; Bevat medullaire pyramiden. De
basis ervan is naar de cortex gericht
(continu ermee)
o Papilla = punt ervan wat uitsteekt in
een deel van het urine collecting
system (calyceal system)
o +/- 8-10 medullaire pyramiden per
nier
Functie nier
Productie urine door; reabsorptie van substanties
van het bloedplasma zoals water, zout, ionen,
suiker, kleine proteïnen.
• !! onafhankelijk of je veel water drinkt of
niet, de nieren nemen de juiste hoeveelheid
afvalstoffen op voor een biochemische homeostase
,Elektrolyt homeostase, productie van hormonen die de bloeddruk regelen, RBC productie, Ca homeostase, excretie,
waterhuishouding, …
Verschil met andere organen
• Andere organen → vasculaire voorziening is een ‘slaaf van het parenchymaal weefsel’ (voorziet hen van O2)
• Nier & long → parenchymaal weefsel is de ‘slaaf’ van de vasculaire voorziening
De nier ‘filtert en zuivert’ namelijk het bloed. Het parenchymaal weefsel = nefronen
• Bestaat uit glomerulus & corticale en medullaire tubulaire systemen
Renale bloedvoorziening
= +/- 25% van de totale cardiale output & komt meestal van 1 renale arterie (zijtak van aorta). Een variant = aparte
arterie die direct uit de aorta komt & een of meerdere polen bevloeit.
• Renale arterie splitst in 2 segmentale arteries.
• Deze splitsen in interlobulaire arteries & deze lopen doorheen de medullaire pyramides
• Bij de corticomedullaire kruising (waar cortex & basis medullaire pyramise kruisen) ontstaan de arcuate
arteries
• Interlobulaire arteries lopen vervolgens verticaal om uiteindelijk afferente arteriolen te vormen
Arteries stoppen juist onder de capsule
Renale microcirculatie
Capillaire zijn belangrijk. Hier gebeurt overdracht van O2 rijk naar O2 arm bloed. Bij de nier zijn er 2 systemen;
, 1. Glomerulus tuft
a. Glomerulus ontvangt bloed van de afferente arteriolen & neemt enkel plasma op (geen RBC &
proteïnen omdat dit niet in het urine mag zitten).
b. Via de efferente arteriolen gaat het bloed naar het peritubulaire netwerk (= arteriolen rond de
corticale tubules. )
c. Zitten in nauw contact met de tubules. Dit maakt reabsorptie makkelijker
2. Vasa recta
a. Capillair systeem dieper gelegen in de cortex, dicht bij de corticomedullaire junctie
b. Zijn lange, dunne vezels die direct in de medulla lopen
c. = !!! bij ion- & vloeistofwisseling.
d. Alleen dit systeem zorgt voor zuurstofuitwisseling naar het weefsel.
Veneuze drainage loopt symmetrisch met de arteriële voorziening
Nefron
= functionele eenheid vh nier parenchym die de bloedbaan bedient. & bevat glomerulus & corticale en medullaire
tubulaire systemen.
- Glomerulus → filtratie van bloed
- Tubulaire systemen → plek waar concentratie & chemische inhoud van het bloed terug naar de algemene
systematische circulatie gaat & urine gaat via deze weg uit het lichaam.
Zijn beide aan weerzijde van de interlobulaire arteries gelegen.
Medullary ray
= verticale verzameling van tubules & ductus wat in het midden loopt tussen de interlobulaire arteries.
- Midden = hoofdcollecting duct → verzamelt ongeconcentreerde urine van de nefronen
- Andere tubulaire componenten = rechte collecting tubules → dragen urine van het einde van de distale
tubuli naar hoofd corticale collecting ductus.
Glomerulus
Afferente arteriolen komen deze binnen via de vasculaire pool
Afferente arteriolen splitsen direct in ongeveer 5 takken → vertakken in verschillende capillairen.
• Hoofdtak wordt ondersteund door mesangium
• Alle capillairen komen terug samen tot de efferente arteriool
Structuur
Glomerulus zit ‘in’ het kapsel van Bowman → deze is continu met het tubulair systeem (reabsorptie) & hier gebeurt
filtratie
• Epitheel bowman = dun & simpel (behalve in de buurt van tubulus → hier is het kubisch & bevat
cytoplasmatische organellen)
• Epitheel glomerulus = groot & hebben gespecialiseerde structuren; podocyten, mesangium & een heel dik
basement membraan
Urinary space = bowman’s space.
, Glomerulaire filtratie barrière
De barrière bestaat uit (binnen naar buiten);
• Endotheellaag
• Ongewoon dik glomerulaire capillaire basement membraan
• Podocyten
Endotheellaag
= verzwakt & gefenestreerd → water, elektrolyten & oplossingen kunnen naar urinary ruimte gaan. RBC & proteïnen
niet, omdat porie te klein is.
Basement membraan (- geladen)
Dit is veel dikker dan normaal basement membraan & heeft 3 Lagen;
- Centrale elektrodense lemina densa (collageen IV)
- Elektrone lucente lamina rara interna (endotheel kant)
- Elektrone lucente lamina rara externa (podocyten kant)
Deze laag is zo dik voor een fysieke & een elektrische barrière. Dit zodat grote moleculen & felle kationen
niet/moeilijk doorkunnen. (anders worden ze terug reabsobeert door tubulus).
Podocyten
Bevat gespecialiseerde epitheel, wat continu is met het gevasculeerd hilum. Het is een voet wat ‘voetjes’
(cytoplasmatische extensions) heeft die aan het basement membraan hechten en rond de capillaire zitten. Het is –
geladen waardoor er + geladen moleculen doorheen de ‘gaten’ kunnen.
Filtratie slit membraan = een dun membraan wat de gaten tussen de aangrenzende foot processen (die
cytoplasmatische extensions van net) overbrugt.
- Bevat nefrine → verbindt zicht met actine tijdens foot processing.
Wanneer de podocyten dicht bij elkaar zitten, dan kan er minder doorheen de barrière dan wanneer de podocyten
verder van elkaar zitten.
ZSO 1: ANATOMIE EN HISTOLOGIE VAN DE NIEREN
Achtergrond
Hoofdfunctie nier = produceren & samenstelling in orde brengen van urine
(blaas zorgt voor lediging & bewaren).
• Urine = bevat kationen & anionen van afbraakproducten
• Belangrijkste toxische metaboliet zijn stikstofbevattende
producten (urea & creatinine)
Overzicht van urinewegen
Nieren
Bevat buitenste & binnenste cortex. Ook krijgt elke nier bloed van de
renale arterie (= afkomstig van aorta). Bloed dat de nier verlaat gaat in de
v. cava inferior.
Hilum = concave gedeelte waar renale arteriëel materie binnenkomt & veneuze materie weggaat.
Bekkenbodemsysteem (pelvicalyceal system) & ureters
= verplaatsen urine van de nieren naar de blaas dmv peristaltiek. Het zijn smalle, glad gespierde kanalen wat bekleed
is met speciaal epitheel dat resistent is tegen schade door;
• De gevarieerde osmolariteit van urine
• De concentratie van toxische soluties in urine
Blaas
= pomp & reservoir → duwt urine naar urethra zodat je kan pissen. (vrijwillige controle)
Structuur nier
Bevat buitenste cortex & binnenste medulla
• Cortex; Bevat kolommen van Bertin (ligt tss
medulla)
• Medulla; Bevat medullaire pyramiden. De
basis ervan is naar de cortex gericht
(continu ermee)
o Papilla = punt ervan wat uitsteekt in
een deel van het urine collecting
system (calyceal system)
o +/- 8-10 medullaire pyramiden per
nier
Functie nier
Productie urine door; reabsorptie van substanties
van het bloedplasma zoals water, zout, ionen,
suiker, kleine proteïnen.
• !! onafhankelijk of je veel water drinkt of
niet, de nieren nemen de juiste hoeveelheid
afvalstoffen op voor een biochemische homeostase
,Elektrolyt homeostase, productie van hormonen die de bloeddruk regelen, RBC productie, Ca homeostase, excretie,
waterhuishouding, …
Verschil met andere organen
• Andere organen → vasculaire voorziening is een ‘slaaf van het parenchymaal weefsel’ (voorziet hen van O2)
• Nier & long → parenchymaal weefsel is de ‘slaaf’ van de vasculaire voorziening
De nier ‘filtert en zuivert’ namelijk het bloed. Het parenchymaal weefsel = nefronen
• Bestaat uit glomerulus & corticale en medullaire tubulaire systemen
Renale bloedvoorziening
= +/- 25% van de totale cardiale output & komt meestal van 1 renale arterie (zijtak van aorta). Een variant = aparte
arterie die direct uit de aorta komt & een of meerdere polen bevloeit.
• Renale arterie splitst in 2 segmentale arteries.
• Deze splitsen in interlobulaire arteries & deze lopen doorheen de medullaire pyramides
• Bij de corticomedullaire kruising (waar cortex & basis medullaire pyramise kruisen) ontstaan de arcuate
arteries
• Interlobulaire arteries lopen vervolgens verticaal om uiteindelijk afferente arteriolen te vormen
Arteries stoppen juist onder de capsule
Renale microcirculatie
Capillaire zijn belangrijk. Hier gebeurt overdracht van O2 rijk naar O2 arm bloed. Bij de nier zijn er 2 systemen;
, 1. Glomerulus tuft
a. Glomerulus ontvangt bloed van de afferente arteriolen & neemt enkel plasma op (geen RBC &
proteïnen omdat dit niet in het urine mag zitten).
b. Via de efferente arteriolen gaat het bloed naar het peritubulaire netwerk (= arteriolen rond de
corticale tubules. )
c. Zitten in nauw contact met de tubules. Dit maakt reabsorptie makkelijker
2. Vasa recta
a. Capillair systeem dieper gelegen in de cortex, dicht bij de corticomedullaire junctie
b. Zijn lange, dunne vezels die direct in de medulla lopen
c. = !!! bij ion- & vloeistofwisseling.
d. Alleen dit systeem zorgt voor zuurstofuitwisseling naar het weefsel.
Veneuze drainage loopt symmetrisch met de arteriële voorziening
Nefron
= functionele eenheid vh nier parenchym die de bloedbaan bedient. & bevat glomerulus & corticale en medullaire
tubulaire systemen.
- Glomerulus → filtratie van bloed
- Tubulaire systemen → plek waar concentratie & chemische inhoud van het bloed terug naar de algemene
systematische circulatie gaat & urine gaat via deze weg uit het lichaam.
Zijn beide aan weerzijde van de interlobulaire arteries gelegen.
Medullary ray
= verticale verzameling van tubules & ductus wat in het midden loopt tussen de interlobulaire arteries.
- Midden = hoofdcollecting duct → verzamelt ongeconcentreerde urine van de nefronen
- Andere tubulaire componenten = rechte collecting tubules → dragen urine van het einde van de distale
tubuli naar hoofd corticale collecting ductus.
Glomerulus
Afferente arteriolen komen deze binnen via de vasculaire pool
Afferente arteriolen splitsen direct in ongeveer 5 takken → vertakken in verschillende capillairen.
• Hoofdtak wordt ondersteund door mesangium
• Alle capillairen komen terug samen tot de efferente arteriool
Structuur
Glomerulus zit ‘in’ het kapsel van Bowman → deze is continu met het tubulair systeem (reabsorptie) & hier gebeurt
filtratie
• Epitheel bowman = dun & simpel (behalve in de buurt van tubulus → hier is het kubisch & bevat
cytoplasmatische organellen)
• Epitheel glomerulus = groot & hebben gespecialiseerde structuren; podocyten, mesangium & een heel dik
basement membraan
Urinary space = bowman’s space.
, Glomerulaire filtratie barrière
De barrière bestaat uit (binnen naar buiten);
• Endotheellaag
• Ongewoon dik glomerulaire capillaire basement membraan
• Podocyten
Endotheellaag
= verzwakt & gefenestreerd → water, elektrolyten & oplossingen kunnen naar urinary ruimte gaan. RBC & proteïnen
niet, omdat porie te klein is.
Basement membraan (- geladen)
Dit is veel dikker dan normaal basement membraan & heeft 3 Lagen;
- Centrale elektrodense lemina densa (collageen IV)
- Elektrone lucente lamina rara interna (endotheel kant)
- Elektrone lucente lamina rara externa (podocyten kant)
Deze laag is zo dik voor een fysieke & een elektrische barrière. Dit zodat grote moleculen & felle kationen
niet/moeilijk doorkunnen. (anders worden ze terug reabsobeert door tubulus).
Podocyten
Bevat gespecialiseerde epitheel, wat continu is met het gevasculeerd hilum. Het is een voet wat ‘voetjes’
(cytoplasmatische extensions) heeft die aan het basement membraan hechten en rond de capillaire zitten. Het is –
geladen waardoor er + geladen moleculen doorheen de ‘gaten’ kunnen.
Filtratie slit membraan = een dun membraan wat de gaten tussen de aangrenzende foot processen (die
cytoplasmatische extensions van net) overbrugt.
- Bevat nefrine → verbindt zicht met actine tijdens foot processing.
Wanneer de podocyten dicht bij elkaar zitten, dan kan er minder doorheen de barrière dan wanneer de podocyten
verder van elkaar zitten.