Motiverende gespreksvoering
INLEIDING
De start van het gesprek is inleidend en gaat hetzelfde als bij die van een basisgesprek.
‘Goedendag, ik ben .. , *ander stelt zich voor*, neemt u plaats.’
‘Heeft u het kunnen vinden?’
‘Ik zal mijzelf nogmaals voorstellen. Ik ben .. en ik ben hier werkzaam als
schuldhulpverlener.’
‘Dit is een intakegesprek dat ongeveer 10 minuten zal duren.’
‘Voordat wij het gesprek starten, controleer ik eerst nog even uw NAW-gegevens.’
‘Tijdens dit gesprek zullen wij een aantal agendapunten samen bespreken. Nu is mijn
vraag waar wilt u het graag over hebben tijdens dit gesprek?’
‘Prima. Ik stel voor om het ook nog over werk en inkomen te hebben, bent u het
daarmee eens?’
KERN
Het eerste wat je moet doen is om de situatie helder te krijgen van je cliënt.
‘U vertelde mij dat u het graag over .. wilde hebben. Wat kunt u mij daarover vertellen?’
‘Waar / bij wie heeft u schulden?’
‘Hoe hoog zijn uw schulden?’
‘Heeft u een overzicht van uw schulden?’
‘Wat is uw inkomen / Hoeveel uur werkt u in de week?’
‘Wat zijn uw uitgaven? / Waaraan geeft u uw geld uit?’
‘Heeft u abonnementen?’
‘Wat doet u in uw vrije tijd?’
Als je cliënt op het begin ontkent dat er een probleem is of deze onderdrukt door
anderen de schuld te geven. Geef dan informatie of zorg voor twijfel bij je cliënt om
alsnog tot ambivalentie te komen.
‘Dus als ik het goed begrijp is het de schuld van uw man? Het vervelende is alleen dat u
de schulden heeft.’
, ‘U geeft aan het allemaal niet erg te vinden. Dat is mooi, maar wat zou u dan graag van
mij willen?’
Bovendien moet je scherp blijven om de ambivalentie van je cliënt te achterhalen. Dit
betekent op zoek gaan naar de tegenstrijdige gevoelens (=’Ik wil wel, maar toch niet’).
Hiermee moet je al rekening houden bij het helder krijgen van de situatie van je cliënt.
Zorg er ook voor dat je geen gebruik maakt van je reparatiereflex. Dit is het oplossen
van het probleem voor je cliënt. Geef dus geen ongevraagde adviezen, etc..
‘Wat zou u het liefst opgelost zien?’
Vervolg vraag: ‘Wat houdt u tegen om naar deze oplossing te reiken?’
‘Aan de ene kant hoor ik u zeggen .., maar aan de andere kant hoor ik u ook zeggen .. .’
Nadat je ambivalentie bij je cliënt hebt gehoord, maak je direct een beslissingsbalans
op. Deze balans geeft een afweging tussen de voor- en nadelen van veranderen. Deze
moet je door de cliënt zelf laten benoemen! Het gaat over het benoemen van zowel de
huidige als gewenste situatie.
‘Wat zijn de voordelen van een .. (schuldenvrije toekomst)?’
‘Wat zijn de nadelen van de .. (gewenste situatie)?’
Indien je cliënt heeft besloten om zichzelf te veranderen, kun je overgaan op welke
strategieën tot het gewenste resultaat zullen leiden.
‘Welke stap kunt u vanmiddag al zetten om dichter bij een nieuwe baan te komen?’
AFRONDING
Het gesprek met cliënt wordt afgerond. Eerst wordt er een samenvatting gegeven over
wat er in het gesprek is besproken. Vervolgens herhaal je eventuele gemaakte afspraken
met je cliënt. Tot slot plan je een vervolgafspraak in.
‘Gezien de tijd wil ik overgaan tot de afronding van dit intakegesprek. Ik zal voor de
duidelijkheid eerst ons gesprek kort samenvatten. Tijdens het gesprek hebben we het
gehad over .. , klopt dat?’
‘Als u het goed vindt wil ik graag met u een vervolgafspraak maken. *antwoord*. Deze
wil ik graag over twee weken met u inplannen, dat wil zeggen op 25 maart, bent u dan
beschikbaar?’
‘Graag wil ik u vragen of u tijdens ons volgende gesprek een overzicht mee wilt nemen
van uw financiële situatie. Zo wil ik graag een overzicht van uw inkomen, schulden en
uitgaven ontvangen. Wilt u deze voor mij meenemen?’
‘Heeft u voor nu nog vragen?’
INLEIDING
De start van het gesprek is inleidend en gaat hetzelfde als bij die van een basisgesprek.
‘Goedendag, ik ben .. , *ander stelt zich voor*, neemt u plaats.’
‘Heeft u het kunnen vinden?’
‘Ik zal mijzelf nogmaals voorstellen. Ik ben .. en ik ben hier werkzaam als
schuldhulpverlener.’
‘Dit is een intakegesprek dat ongeveer 10 minuten zal duren.’
‘Voordat wij het gesprek starten, controleer ik eerst nog even uw NAW-gegevens.’
‘Tijdens dit gesprek zullen wij een aantal agendapunten samen bespreken. Nu is mijn
vraag waar wilt u het graag over hebben tijdens dit gesprek?’
‘Prima. Ik stel voor om het ook nog over werk en inkomen te hebben, bent u het
daarmee eens?’
KERN
Het eerste wat je moet doen is om de situatie helder te krijgen van je cliënt.
‘U vertelde mij dat u het graag over .. wilde hebben. Wat kunt u mij daarover vertellen?’
‘Waar / bij wie heeft u schulden?’
‘Hoe hoog zijn uw schulden?’
‘Heeft u een overzicht van uw schulden?’
‘Wat is uw inkomen / Hoeveel uur werkt u in de week?’
‘Wat zijn uw uitgaven? / Waaraan geeft u uw geld uit?’
‘Heeft u abonnementen?’
‘Wat doet u in uw vrije tijd?’
Als je cliënt op het begin ontkent dat er een probleem is of deze onderdrukt door
anderen de schuld te geven. Geef dan informatie of zorg voor twijfel bij je cliënt om
alsnog tot ambivalentie te komen.
‘Dus als ik het goed begrijp is het de schuld van uw man? Het vervelende is alleen dat u
de schulden heeft.’
, ‘U geeft aan het allemaal niet erg te vinden. Dat is mooi, maar wat zou u dan graag van
mij willen?’
Bovendien moet je scherp blijven om de ambivalentie van je cliënt te achterhalen. Dit
betekent op zoek gaan naar de tegenstrijdige gevoelens (=’Ik wil wel, maar toch niet’).
Hiermee moet je al rekening houden bij het helder krijgen van de situatie van je cliënt.
Zorg er ook voor dat je geen gebruik maakt van je reparatiereflex. Dit is het oplossen
van het probleem voor je cliënt. Geef dus geen ongevraagde adviezen, etc..
‘Wat zou u het liefst opgelost zien?’
Vervolg vraag: ‘Wat houdt u tegen om naar deze oplossing te reiken?’
‘Aan de ene kant hoor ik u zeggen .., maar aan de andere kant hoor ik u ook zeggen .. .’
Nadat je ambivalentie bij je cliënt hebt gehoord, maak je direct een beslissingsbalans
op. Deze balans geeft een afweging tussen de voor- en nadelen van veranderen. Deze
moet je door de cliënt zelf laten benoemen! Het gaat over het benoemen van zowel de
huidige als gewenste situatie.
‘Wat zijn de voordelen van een .. (schuldenvrije toekomst)?’
‘Wat zijn de nadelen van de .. (gewenste situatie)?’
Indien je cliënt heeft besloten om zichzelf te veranderen, kun je overgaan op welke
strategieën tot het gewenste resultaat zullen leiden.
‘Welke stap kunt u vanmiddag al zetten om dichter bij een nieuwe baan te komen?’
AFRONDING
Het gesprek met cliënt wordt afgerond. Eerst wordt er een samenvatting gegeven over
wat er in het gesprek is besproken. Vervolgens herhaal je eventuele gemaakte afspraken
met je cliënt. Tot slot plan je een vervolgafspraak in.
‘Gezien de tijd wil ik overgaan tot de afronding van dit intakegesprek. Ik zal voor de
duidelijkheid eerst ons gesprek kort samenvatten. Tijdens het gesprek hebben we het
gehad over .. , klopt dat?’
‘Als u het goed vindt wil ik graag met u een vervolgafspraak maken. *antwoord*. Deze
wil ik graag over twee weken met u inplannen, dat wil zeggen op 25 maart, bent u dan
beschikbaar?’
‘Graag wil ik u vragen of u tijdens ons volgende gesprek een overzicht mee wilt nemen
van uw financiële situatie. Zo wil ik graag een overzicht van uw inkomen, schulden en
uitgaven ontvangen. Wilt u deze voor mij meenemen?’
‘Heeft u voor nu nog vragen?’
