Samenvatting Webdesign
ARPANET: Internet is ontstaan door het ARPANET, eerst gebruikte
defensie het, daarna universiteiten, dit is uitgegroeid in (1982 term
internet) tot het internet van nu.
1989 Tim Berners-Lee ontwikkelde een programma om
hypertextdocumenten te bkijken op basis van taal HTML.
1994 oprichten WWW
Hypertext: is tekst die niet lineair is en die linkt naar andere tekst.
Term wordt gebruikt als het niet alleen om tekst gaat, maar ook om
afbeeldingen, video of audio.
HTML: HyperText Markup Language gebaseerde opmaaktaal voor de
specificatie van documenten voor het WWW. HTML is gebaseerd op
SGML (Standard generalized markup language)
Soorten websites:
- Bedrijfspresentatie: bezoeker kan lezen wat het bedrijf doet,
wat voor soort diensten of producten het levert en kan
contactgegevens vinden/ achtergrond/geschiedenis.
- Voorlichting: vaak toegepast door non-profitorganisaties.
Websites zijn informatief, duidelijke navigatie is belangrijk, extra
aandacht besteden aan teksten.
- Educatief: doel is dat bezoeker iets leert, bezoeker kan iets
leren, bv. E-mail, internetbankieren.
- Nieuws: snel het laatste nieuws vinden, goede koppen zijn
belangrijk voor keuze, doorklikken is belangrijk.
- Portal: is een website met verzameling hyperlinks, evt
aangevuld met korte nieuwsberichten, het weer, filenieuws. Bv
startpagina.nl. portal is ingangspagina naar andere websites.
- Zoekmachine: zoekmachine is website die een database heel
vele websites heeft opgeslagen en waarin je kunt zoeken. Bv
google.
- Social media: facebook, twitter. Kenmerkend aan invloed
bezoekers op de inhoud van de site.
- Webwinkel: in een webwinkel kan een bezoeker producten
kopen.
- Entertainment: is primair bedoeld om bezoekers te vermaken,
bv dumpert. Er bestaan websites die entertainment gebruiken om
een imago neer te zetten of om hun product te verkopen. Dan is
entertainment een middel. (vaak grote merken)
- Intranet/extranet: intranet is een afgeschermd gedeelte van
internet dat alleen bedoeld is voor medewerkers van het eigen
bedrijf. Extranet: onderdeel van intranet, derden krijgen toegang
bv. Leveranciers, inkopers of klanten. (bv. Internetbankieren)
Wat gaat er vaak verkeerd?
- Website wordt voor een bedrijf of organisatie gebouwd en niet
voor de bezoeker
- Bedrijfsstructuur wordt gebruikt om de website te structureren
- Eigen medewerkers zijn niet op de hoogte van de website
, - Er wordt veel te veel of veel te weinig geld uitgegeven aan de
website
- Men weet niet dat het hebben van een site ook tijd kost
- Er wordt geen plan gemaakt voor de website.
Irritaties van websitebezoekers:
- Te lang moeten wachten
- Fullscreen-vensters
- Niet-functionele pop-upvensters
- Te veel banners
- Hyperlinks die niet werken
- Informatie niet kunnen vinden
- De weg kwijt raken
- Niet kunnen kiezen door te veel hyperlinks of onduidelijke
navigatie
- Ongeldige, foutieve of oude informatie
- Verplichtingen
- Eerst moeten registreren voordat iets te zien is
- Anonieme website
- Ongewenste intro’s
- Ongewenst achtergrondgeluid
- Niet goed kunnen printen
- Website werkt niet goed
- Veel te lange, te moeilijke of onleesbare teksten
- Onderstreepte teksten die geen hyperlinks zijn
- Animaties
- Lelijke websites
Hulp hierbij:
- Denk vanuit de bezoeker
- Heb respect voor de bezoeker
- Leg hem geen verplichtingen op
- Laat de bezoeker zelf kiezen
1.6 usability
Usability: gaat over het feit dat een websitebezoeker een bepaalde
taak kan volbrengen op een voor hem prettige manier. (prettige
manier betekent dat de bezoeker zijn doel bereikt binnen een
bepaalde tijd en dat hij niet geïrriteerd of gefrustreerd raakt.
H2 Internet project plan
2.1 noodzaak van een internet projectplan
Internet project plan is de basis van een website. Het is een
document waarin alle relevante aspecten staan beschreven die voor
het realiseren van een site van belang zijn.
Internet project plan wordt geschreven voordat de site wordt
gerealiseerd.
2.2 doel van het internet project plan
De opdracht af te bakenen:
ARPANET: Internet is ontstaan door het ARPANET, eerst gebruikte
defensie het, daarna universiteiten, dit is uitgegroeid in (1982 term
internet) tot het internet van nu.
1989 Tim Berners-Lee ontwikkelde een programma om
hypertextdocumenten te bkijken op basis van taal HTML.
1994 oprichten WWW
Hypertext: is tekst die niet lineair is en die linkt naar andere tekst.
Term wordt gebruikt als het niet alleen om tekst gaat, maar ook om
afbeeldingen, video of audio.
HTML: HyperText Markup Language gebaseerde opmaaktaal voor de
specificatie van documenten voor het WWW. HTML is gebaseerd op
SGML (Standard generalized markup language)
Soorten websites:
- Bedrijfspresentatie: bezoeker kan lezen wat het bedrijf doet,
wat voor soort diensten of producten het levert en kan
contactgegevens vinden/ achtergrond/geschiedenis.
- Voorlichting: vaak toegepast door non-profitorganisaties.
Websites zijn informatief, duidelijke navigatie is belangrijk, extra
aandacht besteden aan teksten.
- Educatief: doel is dat bezoeker iets leert, bezoeker kan iets
leren, bv. E-mail, internetbankieren.
- Nieuws: snel het laatste nieuws vinden, goede koppen zijn
belangrijk voor keuze, doorklikken is belangrijk.
- Portal: is een website met verzameling hyperlinks, evt
aangevuld met korte nieuwsberichten, het weer, filenieuws. Bv
startpagina.nl. portal is ingangspagina naar andere websites.
- Zoekmachine: zoekmachine is website die een database heel
vele websites heeft opgeslagen en waarin je kunt zoeken. Bv
google.
- Social media: facebook, twitter. Kenmerkend aan invloed
bezoekers op de inhoud van de site.
- Webwinkel: in een webwinkel kan een bezoeker producten
kopen.
- Entertainment: is primair bedoeld om bezoekers te vermaken,
bv dumpert. Er bestaan websites die entertainment gebruiken om
een imago neer te zetten of om hun product te verkopen. Dan is
entertainment een middel. (vaak grote merken)
- Intranet/extranet: intranet is een afgeschermd gedeelte van
internet dat alleen bedoeld is voor medewerkers van het eigen
bedrijf. Extranet: onderdeel van intranet, derden krijgen toegang
bv. Leveranciers, inkopers of klanten. (bv. Internetbankieren)
Wat gaat er vaak verkeerd?
- Website wordt voor een bedrijf of organisatie gebouwd en niet
voor de bezoeker
- Bedrijfsstructuur wordt gebruikt om de website te structureren
- Eigen medewerkers zijn niet op de hoogte van de website
, - Er wordt veel te veel of veel te weinig geld uitgegeven aan de
website
- Men weet niet dat het hebben van een site ook tijd kost
- Er wordt geen plan gemaakt voor de website.
Irritaties van websitebezoekers:
- Te lang moeten wachten
- Fullscreen-vensters
- Niet-functionele pop-upvensters
- Te veel banners
- Hyperlinks die niet werken
- Informatie niet kunnen vinden
- De weg kwijt raken
- Niet kunnen kiezen door te veel hyperlinks of onduidelijke
navigatie
- Ongeldige, foutieve of oude informatie
- Verplichtingen
- Eerst moeten registreren voordat iets te zien is
- Anonieme website
- Ongewenste intro’s
- Ongewenst achtergrondgeluid
- Niet goed kunnen printen
- Website werkt niet goed
- Veel te lange, te moeilijke of onleesbare teksten
- Onderstreepte teksten die geen hyperlinks zijn
- Animaties
- Lelijke websites
Hulp hierbij:
- Denk vanuit de bezoeker
- Heb respect voor de bezoeker
- Leg hem geen verplichtingen op
- Laat de bezoeker zelf kiezen
1.6 usability
Usability: gaat over het feit dat een websitebezoeker een bepaalde
taak kan volbrengen op een voor hem prettige manier. (prettige
manier betekent dat de bezoeker zijn doel bereikt binnen een
bepaalde tijd en dat hij niet geïrriteerd of gefrustreerd raakt.
H2 Internet project plan
2.1 noodzaak van een internet projectplan
Internet project plan is de basis van een website. Het is een
document waarin alle relevante aspecten staan beschreven die voor
het realiseren van een site van belang zijn.
Internet project plan wordt geschreven voordat de site wordt
gerealiseerd.
2.2 doel van het internet project plan
De opdracht af te bakenen:
