Mendelian Genetics
Concepts of Genetics – Hoofdstuk 3
3.1
Mendel koos een organisme dat snel groeit en zowel seksueel als aseksueel kan
delen. Hij onderzocht zichtbare eigenschappen die op twee manieren kunnen
voorkomen, bv stam hoogte, kleur en vorm van zaden etc.
3.2
Monohybride kruising gaat over één eigenschap.
Dominant eigenschap komt tot expressie in de
heterozygoot.
Recessief eigenschap komt niet tot expressie in de
heterozygoot.
Genotype genetische samenstelling, som van erfelijke
factoren.
Fenotype verschijningsvorm, som van erfelijke- en
omgevingsfactoren.
Testkruising Als je een lange (dominante) plant hebt,
maar je weet niet of het DD of Dd is, kan je kruisen met dd.
Als de plant DD was, zijn alle nakomelingen lang. Als de plant Dd was, is de
verhouding van fenotypen gelijk aan 1:1.
Principe van segregatie Mendel’s eerste wet
Heterozygoten produceren gelijke aantallen van gameten met Forked line benadering
één van
de twee allelen.
Een recessieve eigenschap slaat vaak een generatie over.
3.3
Dihybride kruising hier zijn twee paren eigenschappen bij betrokken (bv. vorm
en kleur).
Er zijn 4 verschillende fenotypes in de F2.
Bij een dihybride kruising krijg je de volgende verhouding Mendel’s 9:3:3:1
dihybride ratio.
Principe van onafhankelijke overerving Mendel’s tweede wet
Allelen van verschillende genen splitsen zich onafhankelijk van elkaar uit
9resulterend in een 9:3:3:1 ratio in de F2 generatie van een dihybride kruising).
3.4
Trihybride kruising Mendel heeft laten zien dat segregatie en onafhankelijke
overerving ook van toepassing zijn op een kruising met drie paren van
eigenschappen.
3.7
Concepts of Genetics – Hoofdstuk 3
3.1
Mendel koos een organisme dat snel groeit en zowel seksueel als aseksueel kan
delen. Hij onderzocht zichtbare eigenschappen die op twee manieren kunnen
voorkomen, bv stam hoogte, kleur en vorm van zaden etc.
3.2
Monohybride kruising gaat over één eigenschap.
Dominant eigenschap komt tot expressie in de
heterozygoot.
Recessief eigenschap komt niet tot expressie in de
heterozygoot.
Genotype genetische samenstelling, som van erfelijke
factoren.
Fenotype verschijningsvorm, som van erfelijke- en
omgevingsfactoren.
Testkruising Als je een lange (dominante) plant hebt,
maar je weet niet of het DD of Dd is, kan je kruisen met dd.
Als de plant DD was, zijn alle nakomelingen lang. Als de plant Dd was, is de
verhouding van fenotypen gelijk aan 1:1.
Principe van segregatie Mendel’s eerste wet
Heterozygoten produceren gelijke aantallen van gameten met Forked line benadering
één van
de twee allelen.
Een recessieve eigenschap slaat vaak een generatie over.
3.3
Dihybride kruising hier zijn twee paren eigenschappen bij betrokken (bv. vorm
en kleur).
Er zijn 4 verschillende fenotypes in de F2.
Bij een dihybride kruising krijg je de volgende verhouding Mendel’s 9:3:3:1
dihybride ratio.
Principe van onafhankelijke overerving Mendel’s tweede wet
Allelen van verschillende genen splitsen zich onafhankelijk van elkaar uit
9resulterend in een 9:3:3:1 ratio in de F2 generatie van een dihybride kruising).
3.4
Trihybride kruising Mendel heeft laten zien dat segregatie en onafhankelijke
overerving ook van toepassing zijn op een kruising met drie paren van
eigenschappen.
3.7