Ethiek en wetenschapsfilosofie
Week 1
Filosofie
• Wijsbegeerte (‘liefde voor wijsheid’).
• Samenstelling van de Grieke woorden:
• Filos (liefde, houden van)
• Sofia (wijsheid)
De zoektocht naar de waarheid en kennis naar wijsheid.
Wetenschap
• Systematisch verkregen, geordende en verifieerbare menselijke kennis.
• Het proces van kennisverwerving
• De gemeenschap waarin deze kennis wordt vergaard
• Deze gemeenschap heeft haar eigen wetenschappelijke methodes en conventies.
Wetenschapsfilosofie
• Onderzoek naar de grondslagen van de wetenschap
• Het nadenken over de wetmatigheden waarvan wordt uitgegaan in een tak van wetenschap.
Westerse filosofie in vogelvlucht
Van 600 voor Christus (BC) tot de 20e eeuw:
• Griekse tijd (600 - 300 BC)
• Middeleeuwen (500 - 1500)
• Renaissance (1500 - 1650)
• Wetenschappelijke revolutie
• Verlichting (1650 - 1804)
• Moderne tijd (1800 - nu)
Wetenschapsfilosofie is dus ook een beetje wetenschapsgeschiedenis
• En de wetenschappers van vroeger waren vaak ook filosoof
Griekse filosofen
• Thales van Milete (624 - 545 BC)
• Socrates (470 - 399 BC)
• Plato (428 - 348 BC)
• Aristoteles (384 - 322 BC)
• Ezelsbruggetje SPA (Socrates, Plato, Aristoteles)
Thales van Milete (624 - 545 BC)
• Milete, nu in West-Turkije
• Natuurfilosoof
• Natuurlijke verklaringen voor natuurverschijnselen
• In plaats van bovennatuurlijke (goddelijke, mythische) verklaring
Socrates (470 - 399 BC)
• Athene
• Waarnemingen
• De wereld van de zintuigen biedt ons geen zekerheid
1
,Plato (428 - 348 BC)
• Student van Socrates
• Waarnemingen <—> Ideeënwereld
• Het gaat hier natuurlijk niet om objecten zoals het paard, maar om concepten als liefde,
vriendschap, eerlijkheid etc.
• We worden geboren met ware kennis over de wereld, we zijn die alleen vergeten
• Alles wat we moeten doen is deze kennis weer herinneren.
Aristoteles (384 - 322 BC)
• Student van Plato
• Leraar van Alexander de Grote
• Waarneming centraal —> Ideeënwereld bestaat niet
• Concrete feiten leiden tot een algemeen beeld van de waarheid
Deductie en inductie
Socrates en Plato
• Deductie
• Redeneren van het algemene naar het specifieke
• We vinden nooit iets nieuws.
• We hebben alle kennis al
Aristoteles
• Inductie
• Redeneren van het specifieke naar het algemene
1.) Aristoteles is een mens en is sterfelijk
2.) Plato is een mens en is sterfelijk
3.) Socrates is een mens en is sterfelijk
4.) Parmenides is een mens en is sterfelijk
5.) Heraclitus is een mens en is sterfelijk
6.) Dus, alle mensen zijn sterfelijk
• We weten het nooit helemaal zeker
Rationalisme versus Empirisme
Socrates en Plato
• De rede staat centraal (ratio = het verstand); door goed na te denken komt men tot inzicht
• Nieuwe kennis door gebruik van de rede
Aristoteles
• De waarneming staat centraal (empirie = gebaseerd is op ervaring)
• Nieuwe kennis door waarneming en ervaring
Middeleeuwse filosofen
• Geen
• De filosofie stond tussen 300 BC en 1500 zo goed als stil in Europa.
• Islamitisch gouden tijdperk (750 - 1250)
• Ibn al-Haytham (965 - 1040)
Wetenschappelijk revolutie
• 1543
• Nicolaus Copernicus’ boek De revolutionibus orbium coelestium
(over de omwentelingen van de hemellichamen)
• De start van de moderne wetenschap
2
, • Fundamentele transformatie zichtbaar in:
• Wetenschappelijk gedachtegoed
• De instituten die het wetenschappelijk onderzoek ondersteunen
• Het algemene wereldbeeld
Wetenschappelijke revolutie
• Nicolaus Copernicus (1473 - 1543)
• Model, gebaseerd op observatie en logische mathematica
• <—> dogmatische geschriften
• Help! De aarde en de mens zijn niet langer in het middelpunt van de schepping!!!
• Voor het eerst sinds het einde van het Romeinse Rijk werd het wereldbeeld weer bepaald door
empirie en ratio en niet door dogma’s
Wetenschappelijke revolutie
• Galileo Galilei (1564 - 1642)
• Telescoop (Nederlandse uitvinding)
• Publiceerde zijn waarnemingen van de maan, de sterrenhemel, de Melkweg en de mannen van
Jupiter.
• Op 69-Jarige leeftijd levenslang huisarrest
Galilei en het excuus van de rooms-katholieke kerk
• Reeds lang was men er in kerkelijke kringen van overtuigd dat Galilei een betreurenswaardige
behandeling had gekregen.
• Oktober 1992: paus Johannes Paulus II spreekt een excuus uit, waarmee Galilei’s naam werd
gezuiverd en Galilei werd erkend als gelovig mens.
• 2008: Paus Benedictus XVI prees Galilei’s grote bijdrage aan de sterrenkunde
• 2008: plannen voor een strandbeeld in Vaticaanstad
Filosofen uit de Renaissance en de Verlichting (1500 - 1800)
• Francis Bacon (1561 - 1626)
• René Descartes (1596 - 1650)
• John Locke (1632 - 1704)
• George Berkeley (1685 - 1753)
• David Hume (1711 - 1776)
• Immanuel Kant (1724 - 1804)
Francis Bacon (1561 - 1626)
• Empirisme
• De inductieve methode voor wetenschappelijk onderzoek
• Bewijzen verzamelen uit de natuur en die met behulp van inductie abstraheren tot een
samenhangende theorie.
• Uit deze theorieën hypothesen experimenteel toetsen aan de observeerbare werkelijkheid via
deductie.
(Inductie)
Generalisatie <—————> specifieke instantie
Deductief
3
Week 1
Filosofie
• Wijsbegeerte (‘liefde voor wijsheid’).
• Samenstelling van de Grieke woorden:
• Filos (liefde, houden van)
• Sofia (wijsheid)
De zoektocht naar de waarheid en kennis naar wijsheid.
Wetenschap
• Systematisch verkregen, geordende en verifieerbare menselijke kennis.
• Het proces van kennisverwerving
• De gemeenschap waarin deze kennis wordt vergaard
• Deze gemeenschap heeft haar eigen wetenschappelijke methodes en conventies.
Wetenschapsfilosofie
• Onderzoek naar de grondslagen van de wetenschap
• Het nadenken over de wetmatigheden waarvan wordt uitgegaan in een tak van wetenschap.
Westerse filosofie in vogelvlucht
Van 600 voor Christus (BC) tot de 20e eeuw:
• Griekse tijd (600 - 300 BC)
• Middeleeuwen (500 - 1500)
• Renaissance (1500 - 1650)
• Wetenschappelijke revolutie
• Verlichting (1650 - 1804)
• Moderne tijd (1800 - nu)
Wetenschapsfilosofie is dus ook een beetje wetenschapsgeschiedenis
• En de wetenschappers van vroeger waren vaak ook filosoof
Griekse filosofen
• Thales van Milete (624 - 545 BC)
• Socrates (470 - 399 BC)
• Plato (428 - 348 BC)
• Aristoteles (384 - 322 BC)
• Ezelsbruggetje SPA (Socrates, Plato, Aristoteles)
Thales van Milete (624 - 545 BC)
• Milete, nu in West-Turkije
• Natuurfilosoof
• Natuurlijke verklaringen voor natuurverschijnselen
• In plaats van bovennatuurlijke (goddelijke, mythische) verklaring
Socrates (470 - 399 BC)
• Athene
• Waarnemingen
• De wereld van de zintuigen biedt ons geen zekerheid
1
,Plato (428 - 348 BC)
• Student van Socrates
• Waarnemingen <—> Ideeënwereld
• Het gaat hier natuurlijk niet om objecten zoals het paard, maar om concepten als liefde,
vriendschap, eerlijkheid etc.
• We worden geboren met ware kennis over de wereld, we zijn die alleen vergeten
• Alles wat we moeten doen is deze kennis weer herinneren.
Aristoteles (384 - 322 BC)
• Student van Plato
• Leraar van Alexander de Grote
• Waarneming centraal —> Ideeënwereld bestaat niet
• Concrete feiten leiden tot een algemeen beeld van de waarheid
Deductie en inductie
Socrates en Plato
• Deductie
• Redeneren van het algemene naar het specifieke
• We vinden nooit iets nieuws.
• We hebben alle kennis al
Aristoteles
• Inductie
• Redeneren van het specifieke naar het algemene
1.) Aristoteles is een mens en is sterfelijk
2.) Plato is een mens en is sterfelijk
3.) Socrates is een mens en is sterfelijk
4.) Parmenides is een mens en is sterfelijk
5.) Heraclitus is een mens en is sterfelijk
6.) Dus, alle mensen zijn sterfelijk
• We weten het nooit helemaal zeker
Rationalisme versus Empirisme
Socrates en Plato
• De rede staat centraal (ratio = het verstand); door goed na te denken komt men tot inzicht
• Nieuwe kennis door gebruik van de rede
Aristoteles
• De waarneming staat centraal (empirie = gebaseerd is op ervaring)
• Nieuwe kennis door waarneming en ervaring
Middeleeuwse filosofen
• Geen
• De filosofie stond tussen 300 BC en 1500 zo goed als stil in Europa.
• Islamitisch gouden tijdperk (750 - 1250)
• Ibn al-Haytham (965 - 1040)
Wetenschappelijk revolutie
• 1543
• Nicolaus Copernicus’ boek De revolutionibus orbium coelestium
(over de omwentelingen van de hemellichamen)
• De start van de moderne wetenschap
2
, • Fundamentele transformatie zichtbaar in:
• Wetenschappelijk gedachtegoed
• De instituten die het wetenschappelijk onderzoek ondersteunen
• Het algemene wereldbeeld
Wetenschappelijke revolutie
• Nicolaus Copernicus (1473 - 1543)
• Model, gebaseerd op observatie en logische mathematica
• <—> dogmatische geschriften
• Help! De aarde en de mens zijn niet langer in het middelpunt van de schepping!!!
• Voor het eerst sinds het einde van het Romeinse Rijk werd het wereldbeeld weer bepaald door
empirie en ratio en niet door dogma’s
Wetenschappelijke revolutie
• Galileo Galilei (1564 - 1642)
• Telescoop (Nederlandse uitvinding)
• Publiceerde zijn waarnemingen van de maan, de sterrenhemel, de Melkweg en de mannen van
Jupiter.
• Op 69-Jarige leeftijd levenslang huisarrest
Galilei en het excuus van de rooms-katholieke kerk
• Reeds lang was men er in kerkelijke kringen van overtuigd dat Galilei een betreurenswaardige
behandeling had gekregen.
• Oktober 1992: paus Johannes Paulus II spreekt een excuus uit, waarmee Galilei’s naam werd
gezuiverd en Galilei werd erkend als gelovig mens.
• 2008: Paus Benedictus XVI prees Galilei’s grote bijdrage aan de sterrenkunde
• 2008: plannen voor een strandbeeld in Vaticaanstad
Filosofen uit de Renaissance en de Verlichting (1500 - 1800)
• Francis Bacon (1561 - 1626)
• René Descartes (1596 - 1650)
• John Locke (1632 - 1704)
• George Berkeley (1685 - 1753)
• David Hume (1711 - 1776)
• Immanuel Kant (1724 - 1804)
Francis Bacon (1561 - 1626)
• Empirisme
• De inductieve methode voor wetenschappelijk onderzoek
• Bewijzen verzamelen uit de natuur en die met behulp van inductie abstraheren tot een
samenhangende theorie.
• Uit deze theorieën hypothesen experimenteel toetsen aan de observeerbare werkelijkheid via
deductie.
(Inductie)
Generalisatie <—————> specifieke instantie
Deductief
3