Thema 9
Gezondheidsproblemen gerelateerd aan de onderste extremiteit
1
,Inhoudsopgave
Leestaken...................................................................................................................................................... 3
Week 9.1...............................................................................................................................................................3
Week 9.2.............................................................................................................................................................13
Week 9.3.............................................................................................................................................................18
Week 9.4.................................................................................................................................................... 25
College........................................................................................................................................................ 29
Week 9.1.............................................................................................................................................................29
Week 9.2.............................................................................................................................................................36
Week 9.3.............................................................................................................................................................39
Week 9.4..................................................................................................................................................... 41
Skills............................................................................................................................................................ 45
2
,Leestaken
Week 9.1
Evidance-based diagnostiek van het menselijk beweegapparaat
9.1 Epidemiologie
Richtlijnen
- (NHG) heeft een standaard schouderklachten (wordt herzien)
- KNGF) heeft geen richtlijn maar wel een KNGF-Evidence statement subachromiale klachten.
Deze is gebaseerd op de NHG-standaard
- KNGF heeft meegewerkt met 2 multidisciplinaire richtlijnen voor klachten aan de arm/nek en
of schouder.
Er wordt een verdeling gemaakt tussen 3 subgroepen met aspecifieke schouderpijn:
1. patiënten met een pijnlijk abductietraject (problemen in de subacromiale ruimte)
2. patiënten met passieve bewegingsbeperking (problemen in het glenuhumerale gewricht)
3. patiënten zonder pijnlijke abductie en zonder passieve bewegingsbeperking (instabiliteit of
klachten vanuit het acromioclaviculaire gewricht of vanuit de nek)
9.1.1 incidentie/prevalentie
Schouderpijn kan worden onderverdeeld in schouderpijn al gevolg van een:
Fractuur (komen voor in de humerus, de clavicula en de scapula)
Tumor/infectie
Aspecifieke schouderpijn
Schouderluxatie risico is hoger bij mannen, jonge sporters en militairen.
De oorzaak van aspecifieke schouderpijn is onbekend, maar kan liggen in allerlei structuren rondom
en in het schoudergewricht:
subacromiale ruimte (impingement, rotatorcuffruptuur), het glenohumerale gewricht (frozen
shoulder, artrose), glenohumerale instabiliteit (luxatie, labrumletsel), de acromioclaviculaire of
sternoclaviculaire gewrichten (trauma, artrose).
9.1.2 risicofactoren
Enkele studies gaan ervan uit dat de meeste patiënten schouderpijn ontwikkelen op basis van
overbelasting (acuut of langdurig) van de weke delen van de schouder.
Rotatorcuffletsel: hogere leeftijd, roken en een BMI >30
Acromioclaviculaire artrose: zwaar werk
Glenohumerale artrose: hogere leeftijd en een eerdere luxatie
Labrumletsel: diabetes met een frozen shoulder en het mannelijk geslacht en rugby spelen
Werk gerelateerd: zwaar tillen, vreemde werkhouding en hoge psychische werkdruk
geassocieerd zijn met schouderpijn.
9.2.1 stukje over prognostische factoren
In een anamnese gaat de fysio op zoek naar prognostische factoren om een inschatting te maken van
de prognose van de patiënt, en in welke mate die te beïnvloeden is door een behandeling of advies.
Ongunstige prognose bij patiënten met schouderpijn in de eerstelijnszorg zijn:
Ernst van de pijn
Duur van de klacht en bijkomende nekpijn
Factoren gerelateerd aan een ongunstige prognose:
3
, Hogere leeftijd
Langere duur van de klachten en beperkingen in de dagelijkse activiteiten
Factoren die geen prognostische factor zijn:
Beperkte bewegingsomvang
Leeftijd
Psychologische factoren
Opleiding
Co-morbiditeit
Spierkracht
Medicatiegebruik
9.2.2 lichamelijk onderzoek
Het 'algemeen lichamelijk onderzoek' bestaat uit:
Inspectie van de houding
Palpatie
Meten van de kracht en bewegingsomvang
De belangrijkste vormen zijn de actieve abductie, de passieve abductie en exorotatie en actief
bewegingsonderzoek van de nek.
Patienten met mogelijk problemen in de subacromiale ruimte hebben veelal een beperkte of pijnlijke
actieve beweging van de schouder, maar geen passieve bewegingsbeperking.
9.2.3 combinatie van anamnese en lichamelijk onderzoek
Stukje over glenohumerale instabiliteit alleen gelezen
Dynamiek van het menselijk bindweefsel
17.1 fibrosering
Fibrosering= vorming van een overmatig hoeveelheid littekenweefsel in organen of weefsels bij een
reparatief proces. Door colageenvorming kan het weefsel verkleven, dit leidt tot bewegingsbeperking
als er geen functionele behandeling wordt gegeven.
Bij ontstekingsprocessen zijn de fibroblasten geneigd om willekeurig bindweefsel aan te leggen als
het herstel ontspoort. Daarom is fibrosering vaak een gevolg van een ontstekingsproces. Een
hinderlijke vorm is onbehandeld lymfoedeem.
Keloidvorming= litteken dat zich sterk buiten de grenzen van het wondgebied uitbreid en de vorm
van een gezwel aan neemt (goedaardig), wordt alleen maar groter. Overvloedig type 1 wordt
aangelegd en TGF-B blijft fibroblasten en myofibroblasten stimuleren.
4
Gezondheidsproblemen gerelateerd aan de onderste extremiteit
1
,Inhoudsopgave
Leestaken...................................................................................................................................................... 3
Week 9.1...............................................................................................................................................................3
Week 9.2.............................................................................................................................................................13
Week 9.3.............................................................................................................................................................18
Week 9.4.................................................................................................................................................... 25
College........................................................................................................................................................ 29
Week 9.1.............................................................................................................................................................29
Week 9.2.............................................................................................................................................................36
Week 9.3.............................................................................................................................................................39
Week 9.4..................................................................................................................................................... 41
Skills............................................................................................................................................................ 45
2
,Leestaken
Week 9.1
Evidance-based diagnostiek van het menselijk beweegapparaat
9.1 Epidemiologie
Richtlijnen
- (NHG) heeft een standaard schouderklachten (wordt herzien)
- KNGF) heeft geen richtlijn maar wel een KNGF-Evidence statement subachromiale klachten.
Deze is gebaseerd op de NHG-standaard
- KNGF heeft meegewerkt met 2 multidisciplinaire richtlijnen voor klachten aan de arm/nek en
of schouder.
Er wordt een verdeling gemaakt tussen 3 subgroepen met aspecifieke schouderpijn:
1. patiënten met een pijnlijk abductietraject (problemen in de subacromiale ruimte)
2. patiënten met passieve bewegingsbeperking (problemen in het glenuhumerale gewricht)
3. patiënten zonder pijnlijke abductie en zonder passieve bewegingsbeperking (instabiliteit of
klachten vanuit het acromioclaviculaire gewricht of vanuit de nek)
9.1.1 incidentie/prevalentie
Schouderpijn kan worden onderverdeeld in schouderpijn al gevolg van een:
Fractuur (komen voor in de humerus, de clavicula en de scapula)
Tumor/infectie
Aspecifieke schouderpijn
Schouderluxatie risico is hoger bij mannen, jonge sporters en militairen.
De oorzaak van aspecifieke schouderpijn is onbekend, maar kan liggen in allerlei structuren rondom
en in het schoudergewricht:
subacromiale ruimte (impingement, rotatorcuffruptuur), het glenohumerale gewricht (frozen
shoulder, artrose), glenohumerale instabiliteit (luxatie, labrumletsel), de acromioclaviculaire of
sternoclaviculaire gewrichten (trauma, artrose).
9.1.2 risicofactoren
Enkele studies gaan ervan uit dat de meeste patiënten schouderpijn ontwikkelen op basis van
overbelasting (acuut of langdurig) van de weke delen van de schouder.
Rotatorcuffletsel: hogere leeftijd, roken en een BMI >30
Acromioclaviculaire artrose: zwaar werk
Glenohumerale artrose: hogere leeftijd en een eerdere luxatie
Labrumletsel: diabetes met een frozen shoulder en het mannelijk geslacht en rugby spelen
Werk gerelateerd: zwaar tillen, vreemde werkhouding en hoge psychische werkdruk
geassocieerd zijn met schouderpijn.
9.2.1 stukje over prognostische factoren
In een anamnese gaat de fysio op zoek naar prognostische factoren om een inschatting te maken van
de prognose van de patiënt, en in welke mate die te beïnvloeden is door een behandeling of advies.
Ongunstige prognose bij patiënten met schouderpijn in de eerstelijnszorg zijn:
Ernst van de pijn
Duur van de klacht en bijkomende nekpijn
Factoren gerelateerd aan een ongunstige prognose:
3
, Hogere leeftijd
Langere duur van de klachten en beperkingen in de dagelijkse activiteiten
Factoren die geen prognostische factor zijn:
Beperkte bewegingsomvang
Leeftijd
Psychologische factoren
Opleiding
Co-morbiditeit
Spierkracht
Medicatiegebruik
9.2.2 lichamelijk onderzoek
Het 'algemeen lichamelijk onderzoek' bestaat uit:
Inspectie van de houding
Palpatie
Meten van de kracht en bewegingsomvang
De belangrijkste vormen zijn de actieve abductie, de passieve abductie en exorotatie en actief
bewegingsonderzoek van de nek.
Patienten met mogelijk problemen in de subacromiale ruimte hebben veelal een beperkte of pijnlijke
actieve beweging van de schouder, maar geen passieve bewegingsbeperking.
9.2.3 combinatie van anamnese en lichamelijk onderzoek
Stukje over glenohumerale instabiliteit alleen gelezen
Dynamiek van het menselijk bindweefsel
17.1 fibrosering
Fibrosering= vorming van een overmatig hoeveelheid littekenweefsel in organen of weefsels bij een
reparatief proces. Door colageenvorming kan het weefsel verkleven, dit leidt tot bewegingsbeperking
als er geen functionele behandeling wordt gegeven.
Bij ontstekingsprocessen zijn de fibroblasten geneigd om willekeurig bindweefsel aan te leggen als
het herstel ontspoort. Daarom is fibrosering vaak een gevolg van een ontstekingsproces. Een
hinderlijke vorm is onbehandeld lymfoedeem.
Keloidvorming= litteken dat zich sterk buiten de grenzen van het wondgebied uitbreid en de vorm
van een gezwel aan neemt (goedaardig), wordt alleen maar groter. Overvloedig type 1 wordt
aangelegd en TGF-B blijft fibroblasten en myofibroblasten stimuleren.
4