Samenvatting Financieel management
Hoofdstuk 1: Resultatenrekening
Resultatenrekening – Is een overzicht van de gemaakte kosten en opbrengsten in een
bepaalde periode bij een bedrijf.
Opbrengsten (omzet) – Ontstaan uit de reguliere verkoopactiviteiten van een bedrijf,
ongeacht of het om diensten of producten gaat.
De omzet in een bepaalde periode is het totale bedrag aan opbrengsten waarvan de betaling
is ontvangen of ontvangen zal worden op basis van verkochte producten/diensten.
Kosten (lasten) – Worden bepaald door de waarde van de middelen die je als ware ‘opoffert’
om tot je verkopen te komen.
Als de kosten gemaakt zijn om te komen tot de omzet of als deze bij een specifieke periode
horen, dan worden ze opgenomen op de resultatenrekening van die periode.
Kosten verlagen de winst en daarmee dus ook het eigen vermogen.
Opbrengsten= kosten + winst
Kosten = opbrengsten + verlies
Kosten (debet) Opbrengsten (credit)
,Hoofdstuk 2: Liquiditeitsoverzicht
Ontvangsten – zijn geldbedragen die op een bepaald moment contant of per bank worden
ontvangen.
Er is sprake van een ontvangst als er daadwerkelijk geld wordt ontvangen.
Bij een contante verkoop vinden de transacties en het betalingsmoment op hetzelfde
moment plaats Er is gelijk sprake van een ontvangst.
Als er sprake is van verkopen op rekening wordt er een betalingstermijn gehanteerd,
zolang dit bedrag nog niet is betaald is het een debiteur, als het bedrag is
overgemaakt wordt het een ontvangst Worden bedragen vooruit betaald dan
staat het op de balans als vooruit betaalde bedragen.
Uitgaven – zijn geldbedragen die op een bepaald moment contant of per bank worden
betaald.
Er is hier sprake van als het kas- of banksaldo afneemt.
Bij contante inkopen wordt er gelijk betaald Er is gelijk sprake van een uitgave.
Als er op rekening wordt ingekocht, wordt er op een later moment betaald er is een
krediettermijn afgesproken Als het bedrag wordt overgemaakt is er pas sprake van
een uitgave.
Lonen
Een werknemer ontvangt vaak zijn/haar lonen in dezelfde maand als hij/zij werken. Op
moment van werken is er sprake van kosten en op het moment dat het salaris daadwerkelijk
wordt overgemaakt, ontstaat er een uitgave.
Aflossingen
Op het moment van de aflossing wordt er daadwerkelijk geld betaald en vindt er dus een
uitgave plaats. Om te bepalen of de betalen rente ook een uitgave is, moet worden gekeken
naar het moment van betalen.
Privéontrekkingen
Als de ondernemer geld uit het bedrijf haalt voor eigen gebruik, is er sprake van een uitgave
deze uitgaven worden niet als kosten op de resultatenrekening gezet.
Dividend
In het geval van een bv of nv krijgt de ondernemer loon uitbetaald als werknemer van de
onderneming. Als de onderneming zichzelf daarnaast de winst uitkeert, noemen we
dividend Als dividend wordt uitbetaald is er sprake van een uitgave.
, Ontvangsten (debet) Uitgaven (credit)
Hoofdstuk 1: Resultatenrekening
Resultatenrekening – Is een overzicht van de gemaakte kosten en opbrengsten in een
bepaalde periode bij een bedrijf.
Opbrengsten (omzet) – Ontstaan uit de reguliere verkoopactiviteiten van een bedrijf,
ongeacht of het om diensten of producten gaat.
De omzet in een bepaalde periode is het totale bedrag aan opbrengsten waarvan de betaling
is ontvangen of ontvangen zal worden op basis van verkochte producten/diensten.
Kosten (lasten) – Worden bepaald door de waarde van de middelen die je als ware ‘opoffert’
om tot je verkopen te komen.
Als de kosten gemaakt zijn om te komen tot de omzet of als deze bij een specifieke periode
horen, dan worden ze opgenomen op de resultatenrekening van die periode.
Kosten verlagen de winst en daarmee dus ook het eigen vermogen.
Opbrengsten= kosten + winst
Kosten = opbrengsten + verlies
Kosten (debet) Opbrengsten (credit)
,Hoofdstuk 2: Liquiditeitsoverzicht
Ontvangsten – zijn geldbedragen die op een bepaald moment contant of per bank worden
ontvangen.
Er is sprake van een ontvangst als er daadwerkelijk geld wordt ontvangen.
Bij een contante verkoop vinden de transacties en het betalingsmoment op hetzelfde
moment plaats Er is gelijk sprake van een ontvangst.
Als er sprake is van verkopen op rekening wordt er een betalingstermijn gehanteerd,
zolang dit bedrag nog niet is betaald is het een debiteur, als het bedrag is
overgemaakt wordt het een ontvangst Worden bedragen vooruit betaald dan
staat het op de balans als vooruit betaalde bedragen.
Uitgaven – zijn geldbedragen die op een bepaald moment contant of per bank worden
betaald.
Er is hier sprake van als het kas- of banksaldo afneemt.
Bij contante inkopen wordt er gelijk betaald Er is gelijk sprake van een uitgave.
Als er op rekening wordt ingekocht, wordt er op een later moment betaald er is een
krediettermijn afgesproken Als het bedrag wordt overgemaakt is er pas sprake van
een uitgave.
Lonen
Een werknemer ontvangt vaak zijn/haar lonen in dezelfde maand als hij/zij werken. Op
moment van werken is er sprake van kosten en op het moment dat het salaris daadwerkelijk
wordt overgemaakt, ontstaat er een uitgave.
Aflossingen
Op het moment van de aflossing wordt er daadwerkelijk geld betaald en vindt er dus een
uitgave plaats. Om te bepalen of de betalen rente ook een uitgave is, moet worden gekeken
naar het moment van betalen.
Privéontrekkingen
Als de ondernemer geld uit het bedrijf haalt voor eigen gebruik, is er sprake van een uitgave
deze uitgaven worden niet als kosten op de resultatenrekening gezet.
Dividend
In het geval van een bv of nv krijgt de ondernemer loon uitbetaald als werknemer van de
onderneming. Als de onderneming zichzelf daarnaast de winst uitkeert, noemen we
dividend Als dividend wordt uitbetaald is er sprake van een uitgave.
, Ontvangsten (debet) Uitgaven (credit)
