Inhoud
Les 1 Taken van het bloed......................................................................................................................2
Les 2 Onderdelen van het bloed.............................................................................................................4
Witte bloedcellen...............................................................................................................................4
Les 3 Aanmaak........................................................................................................................................6
Witte bloedcellen...............................................................................................................................6
Bloedplaatjes......................................................................................................................................6
Bloedstolling.......................................................................................................................................6
Weefselfactoren.................................................................................................................................7
Les 4 Afweer...........................................................................................................................................8
Les 5 Derde afweer linie.........................................................................................................................9
Les 6 Immunisatie.................................................................................................................................10
Les 7 Vaccineren en pathologie............................................................................................................11
Stolling..................................................................................................................................................13
, Les 1 Taken van het bloed
- Transport
o Water, voedingsstoffen, koolstofdioxide en zuurstof
o Hormonen met behulp van transporteiwitten (globulinen en albuminen)
o Warmte
- Stolling
- Afweer
Bloedplasma is de tussencelstof tussen de bloedcellen.
Het vervoert; zuurstof, voedingsstoffen, afvalstoffen,
regelende stoffen (enzymen en hormonen),
beschermende stoffen (antistoffen) en geneesmiddelen.
Hormonen worden vervoert doormiddel van
transporteiwitten, globulinen en albuminen (aanmaak in
de lever en zorgen voor osmotische waarde in het bloed).
Bloed dat door anticoagulantia (heparine, citraat)
onstolbaar is gemaakt, wordt bij centrifugeren in drie lagen gescheiden. De verhoudingen van het
volume van de cellen tot het totale bloedvolume noemt men de hematocriet.
Serum; plasma zonder het stollingseiwit fibrine. Het verschil met plasma is dus ook dat in serum geen
stollingseitwitten zitten en ik plasma wel
Bloedeiwit
- Fibrinogeen (-> fibrine) en protrombine (-> trombine) zorgen voor de stolling
- Globulines zorgen voor afweer
- Albumine is het kleinste bloedeiwit. Op het moment dat hier een tekort van is dan is er
sprake van vochtophoping. De albumine word gezien in verhouding met het totaal aantal
eiwitten. Wanneer er te weinig albumine is zal het vocht naar de cellen gaan en worden de
cellen groter.
Rode bloedcellen
- Ronde schijfjes
- Licht ingedeukt
- Geen celkern
- Zuurstof transport
- Bevat rode kleurstof
- Hemoglobine ->
Les 1 Taken van het bloed......................................................................................................................2
Les 2 Onderdelen van het bloed.............................................................................................................4
Witte bloedcellen...............................................................................................................................4
Les 3 Aanmaak........................................................................................................................................6
Witte bloedcellen...............................................................................................................................6
Bloedplaatjes......................................................................................................................................6
Bloedstolling.......................................................................................................................................6
Weefselfactoren.................................................................................................................................7
Les 4 Afweer...........................................................................................................................................8
Les 5 Derde afweer linie.........................................................................................................................9
Les 6 Immunisatie.................................................................................................................................10
Les 7 Vaccineren en pathologie............................................................................................................11
Stolling..................................................................................................................................................13
, Les 1 Taken van het bloed
- Transport
o Water, voedingsstoffen, koolstofdioxide en zuurstof
o Hormonen met behulp van transporteiwitten (globulinen en albuminen)
o Warmte
- Stolling
- Afweer
Bloedplasma is de tussencelstof tussen de bloedcellen.
Het vervoert; zuurstof, voedingsstoffen, afvalstoffen,
regelende stoffen (enzymen en hormonen),
beschermende stoffen (antistoffen) en geneesmiddelen.
Hormonen worden vervoert doormiddel van
transporteiwitten, globulinen en albuminen (aanmaak in
de lever en zorgen voor osmotische waarde in het bloed).
Bloed dat door anticoagulantia (heparine, citraat)
onstolbaar is gemaakt, wordt bij centrifugeren in drie lagen gescheiden. De verhoudingen van het
volume van de cellen tot het totale bloedvolume noemt men de hematocriet.
Serum; plasma zonder het stollingseiwit fibrine. Het verschil met plasma is dus ook dat in serum geen
stollingseitwitten zitten en ik plasma wel
Bloedeiwit
- Fibrinogeen (-> fibrine) en protrombine (-> trombine) zorgen voor de stolling
- Globulines zorgen voor afweer
- Albumine is het kleinste bloedeiwit. Op het moment dat hier een tekort van is dan is er
sprake van vochtophoping. De albumine word gezien in verhouding met het totaal aantal
eiwitten. Wanneer er te weinig albumine is zal het vocht naar de cellen gaan en worden de
cellen groter.
Rode bloedcellen
- Ronde schijfjes
- Licht ingedeukt
- Geen celkern
- Zuurstof transport
- Bevat rode kleurstof
- Hemoglobine ->