Europees Staatsrecht samenvatting gebaseerd op de sheets!
Algemene informatie:
Leerdoelen:
- De staatsvorm benoemen en de kenmerken ervan beschrijven;
- De constitutionele organen en instellingen benoemen en hun taken en bevoegdheden
beschrijven;
- Beschrijven hoe de grondrechten constitutioneel zijn verankerd en beschermd;
- De constituties van deze landen kunnen beoordelen op de volgende onderwerpen: de
democratische waarborgen, de bescherming van grondrechten en de mate van decentralisatie;
- De constitutie onderling vergelijken en met die van Nederland, en de overeenkomsten en
verschillen benoemen.
Het Koninkrijk België:
Begrippen in het staatsrecht:
Staat – de drie G’s
- Grondgebied
- Gezag
- Gemeenschap
Constitutie – geschreven en ongeschreven
Art. 1 Grondwet; België is een federale staat met Gemeenschappen en Gewesten
! Verenigd Koninkrijk heeft geen geschreven constitutie !
Regeringsvorm – autoritair of democratisch
Democratisch, dus verkozen volksvertegenwoordiging. (Autoritair = van boven opgelegd).
2 kamerstelsel
- Volksvertegenwoordiging (2e Kamer)
- Senaat (1e Kamer)
Grondrecht – fundamenteel en onvervreemdbaar
Fundamentele grondrechten
Belangrijke jaartallen:
1830
België is onafhankelijk. Afscheiding van Nederland – Eenheidsstaat.
1945
Koning treedt af.
1970
In de Grondwet opgenomen dat er vier taalgebieden zijn.
1980
Gemeenschappen met autonomie zelfstandige bevoegdheden.
Gewesten waren er eerder dan Gemeenschappen.
1993
Grondwetherziening. België is een federale staat, samengesteld uit gemeenschapen en gewesten.
III. Het Belgische staatsbestel
Staatstype:
Erfelijke monarchie, democratische rechtsstaat, federale staat met een parlementair regime en
territoriale en functionele decentralisatie.
- Erfelijke monarchie Er is een koning, krijgt de functie middels erfopvolging.
- Democratische rechtsstaat Legaliteitsbeginsel en scheiding der machten.
, - Federale staat Een federale staat is een staat die bestaat uit verschillende deelstaten.
Hierin heeft de centrale overheid een deel van haar macht afgestaan aan de deelstaten.
- Parlementair regime Regeringsvorm waarbij het volk zijn eigen vertegenwoordigers in
het parlement heeft gekozen. (Meestal kamerstelsel).
- Territoriale decentralisatie Bepaalde taken die eerst centraal werden uitgevoerd worden
doorgegeven aan bijvoorbeeld Gemeenten, Agglomeraties en Provincies.
- Functionele decentralisatie Door de overheid gecreëerd. Bij wijze van vereniging
ontstaan.
III.1 Staatsvorm
Hoe ziet de Belgische federatie eruit?
I. Federale staat, onderverdeeld in 2 soorten deelgebieden:
II. Drie Gemeenschappen: Vlaams, Frans, Duits
III. Drie Gewesten: Vlaams, Waals, Brussels
IV. Twee oneigenlijke gemeenschapjes
Daarnaast indeling in 4 taalgebieden:
Nederlandstalig, Franstalig, Duitstalig, Tweetalig (Brussel).
Daarnaast territoriale en functionele indeling:
Territoriaal:
- Gemeenten (gemeenteraad, college van burgemeester en schepenen, burgermeester).
- Agglomeraties (Brussel).
- Provincies (provincieraad, bestendige deputatie, gouverneur)
Functioneel:
- Door de overheid gecreëerd;
- Bij wijze van vereniging ontstaan
, België is een federale staat:
In art.1 van de Belgische grondwet is opgenomen dat België een federale staat is met
Gemeenschappen en Gewesten.
De Belgische federale staat wordt gekenmerkt door een aantal specifieke eigenschappen. België
bestaat uit twee soorten deelstaten (Vlaanderen en Wallonië), die elkaar overlappen. Sommige
eigenschappen maken van België een weinig stabiele federale staat. Zijn bipolaire aard het feit dat
de gehele staatsinrichting uiteindelijk draait om twee taalgemeenschappen die tegenover elkaar staan,
leidt tot een conflictmodel. Zijn centrifugale karakter het feit dat de oorspronkelijke
‘’eenheidsstaat’’ uiteenvalt in verschillende deelstaten, geeft een dynamiek die gericht is op het steeds
verder uiteendrijven.
De Belgische Grondwet van 1831 richtte België in als een gedecentraliseerde eenheidsstaat.
België werd ingedeeld in vier taalgebieden: het Nederlandse taalgebied, het Franse taalgebied, het
Duitse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. In 1970 werden de taalgebieden
verankerd in de Grondwet.
Door de collaboratie met de vijand door een deel van de Vlaamse Beweging in de WOII, kwam de
Vlaamse Beweging in diskrediet. In oktober 1945 werd een eerste Waals Congres gehouden, dat zich
uitsprak tegen het unitaire België. In hetzelfde jaar treedt de Koning af.
Het latere federale België: een federale staat met twee soorten deelstaten, genaamd gemeenschappen
en gewesten. De gemeenschappen beantwoorden aan de Vlaamse verzuchtingen naar autonomie op het
gebied van taal, cultuur en onderwijs. De gewesten beantwoorden aan de Waalse verzuchtingen naar
economische autonomie. Werd in 1980 gevormd.
De federalisering van de Belgische staat is dus het gevolg van een streven naar autonomie, met een
sterk centrifugale dynamiek.
Gemeenschappen:
In 1980 vormde de Constituante de cultuurgemeenschappen om tot gemeenschappen. Deze werden
ingericht als autonome deelgebieden, met een eigen regering en aanzienlijk meer bevoegdheden. Een
bijzondere meerderheidswet deed hetzelfde voor het Vlaamse en Waalse gewest. Acht jaar later volgde
Brussel en werden de autonomie en de bevoegdheden van de deelstaten uitgebreid.
De Vlaamse, de Franse en de Duitstalige Gemeenschap hebben bevoegdheden inzake:
- Taal;
- Cultuur;
- Onderwijs.
De zogenaamde ‘persoonsgebonden’ aangelegenheden.
Gewesten:
De vorming van de gewesten als een tweede categorie van autonome deelstaat, kwam tot stand als
antwoord op de Waalse verzuchtingen naar economische autonomie. Bevoegdheidsdomeinen die niet
onder de noemer van de gemeenschapsbevoegdheden vallen, kunnen door een bijzondere
meerderheidswet, en dus buiten de Grondwet om, overgeheveld worden naar deze Gewesten.
De Vlaamse, de Waalse en de Brusselse Gewesten hebben bevoegdheden inzake:
- Economie;
- Landbouw;
- Openbare werken;
- Vervoer.
De officiële erkenning als federale staat en verdere staatshervormingen:
1993 Grondwetherziening. De Grondwet zegt sindsdien dat België een federale staat is
samengesteld uit gemeenschappen en gewesten, en verleent hun een vergaande autonomie voor het
buitenlandse beleid.
De gemeenschappen en gewesten hebben elk een eigen parlement (oorspronkelijk Raad genoemd) en
regering (oorspronkelijk Executive genoemd).
Algemene informatie:
Leerdoelen:
- De staatsvorm benoemen en de kenmerken ervan beschrijven;
- De constitutionele organen en instellingen benoemen en hun taken en bevoegdheden
beschrijven;
- Beschrijven hoe de grondrechten constitutioneel zijn verankerd en beschermd;
- De constituties van deze landen kunnen beoordelen op de volgende onderwerpen: de
democratische waarborgen, de bescherming van grondrechten en de mate van decentralisatie;
- De constitutie onderling vergelijken en met die van Nederland, en de overeenkomsten en
verschillen benoemen.
Het Koninkrijk België:
Begrippen in het staatsrecht:
Staat – de drie G’s
- Grondgebied
- Gezag
- Gemeenschap
Constitutie – geschreven en ongeschreven
Art. 1 Grondwet; België is een federale staat met Gemeenschappen en Gewesten
! Verenigd Koninkrijk heeft geen geschreven constitutie !
Regeringsvorm – autoritair of democratisch
Democratisch, dus verkozen volksvertegenwoordiging. (Autoritair = van boven opgelegd).
2 kamerstelsel
- Volksvertegenwoordiging (2e Kamer)
- Senaat (1e Kamer)
Grondrecht – fundamenteel en onvervreemdbaar
Fundamentele grondrechten
Belangrijke jaartallen:
1830
België is onafhankelijk. Afscheiding van Nederland – Eenheidsstaat.
1945
Koning treedt af.
1970
In de Grondwet opgenomen dat er vier taalgebieden zijn.
1980
Gemeenschappen met autonomie zelfstandige bevoegdheden.
Gewesten waren er eerder dan Gemeenschappen.
1993
Grondwetherziening. België is een federale staat, samengesteld uit gemeenschapen en gewesten.
III. Het Belgische staatsbestel
Staatstype:
Erfelijke monarchie, democratische rechtsstaat, federale staat met een parlementair regime en
territoriale en functionele decentralisatie.
- Erfelijke monarchie Er is een koning, krijgt de functie middels erfopvolging.
- Democratische rechtsstaat Legaliteitsbeginsel en scheiding der machten.
, - Federale staat Een federale staat is een staat die bestaat uit verschillende deelstaten.
Hierin heeft de centrale overheid een deel van haar macht afgestaan aan de deelstaten.
- Parlementair regime Regeringsvorm waarbij het volk zijn eigen vertegenwoordigers in
het parlement heeft gekozen. (Meestal kamerstelsel).
- Territoriale decentralisatie Bepaalde taken die eerst centraal werden uitgevoerd worden
doorgegeven aan bijvoorbeeld Gemeenten, Agglomeraties en Provincies.
- Functionele decentralisatie Door de overheid gecreëerd. Bij wijze van vereniging
ontstaan.
III.1 Staatsvorm
Hoe ziet de Belgische federatie eruit?
I. Federale staat, onderverdeeld in 2 soorten deelgebieden:
II. Drie Gemeenschappen: Vlaams, Frans, Duits
III. Drie Gewesten: Vlaams, Waals, Brussels
IV. Twee oneigenlijke gemeenschapjes
Daarnaast indeling in 4 taalgebieden:
Nederlandstalig, Franstalig, Duitstalig, Tweetalig (Brussel).
Daarnaast territoriale en functionele indeling:
Territoriaal:
- Gemeenten (gemeenteraad, college van burgemeester en schepenen, burgermeester).
- Agglomeraties (Brussel).
- Provincies (provincieraad, bestendige deputatie, gouverneur)
Functioneel:
- Door de overheid gecreëerd;
- Bij wijze van vereniging ontstaan
, België is een federale staat:
In art.1 van de Belgische grondwet is opgenomen dat België een federale staat is met
Gemeenschappen en Gewesten.
De Belgische federale staat wordt gekenmerkt door een aantal specifieke eigenschappen. België
bestaat uit twee soorten deelstaten (Vlaanderen en Wallonië), die elkaar overlappen. Sommige
eigenschappen maken van België een weinig stabiele federale staat. Zijn bipolaire aard het feit dat
de gehele staatsinrichting uiteindelijk draait om twee taalgemeenschappen die tegenover elkaar staan,
leidt tot een conflictmodel. Zijn centrifugale karakter het feit dat de oorspronkelijke
‘’eenheidsstaat’’ uiteenvalt in verschillende deelstaten, geeft een dynamiek die gericht is op het steeds
verder uiteendrijven.
De Belgische Grondwet van 1831 richtte België in als een gedecentraliseerde eenheidsstaat.
België werd ingedeeld in vier taalgebieden: het Nederlandse taalgebied, het Franse taalgebied, het
Duitse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. In 1970 werden de taalgebieden
verankerd in de Grondwet.
Door de collaboratie met de vijand door een deel van de Vlaamse Beweging in de WOII, kwam de
Vlaamse Beweging in diskrediet. In oktober 1945 werd een eerste Waals Congres gehouden, dat zich
uitsprak tegen het unitaire België. In hetzelfde jaar treedt de Koning af.
Het latere federale België: een federale staat met twee soorten deelstaten, genaamd gemeenschappen
en gewesten. De gemeenschappen beantwoorden aan de Vlaamse verzuchtingen naar autonomie op het
gebied van taal, cultuur en onderwijs. De gewesten beantwoorden aan de Waalse verzuchtingen naar
economische autonomie. Werd in 1980 gevormd.
De federalisering van de Belgische staat is dus het gevolg van een streven naar autonomie, met een
sterk centrifugale dynamiek.
Gemeenschappen:
In 1980 vormde de Constituante de cultuurgemeenschappen om tot gemeenschappen. Deze werden
ingericht als autonome deelgebieden, met een eigen regering en aanzienlijk meer bevoegdheden. Een
bijzondere meerderheidswet deed hetzelfde voor het Vlaamse en Waalse gewest. Acht jaar later volgde
Brussel en werden de autonomie en de bevoegdheden van de deelstaten uitgebreid.
De Vlaamse, de Franse en de Duitstalige Gemeenschap hebben bevoegdheden inzake:
- Taal;
- Cultuur;
- Onderwijs.
De zogenaamde ‘persoonsgebonden’ aangelegenheden.
Gewesten:
De vorming van de gewesten als een tweede categorie van autonome deelstaat, kwam tot stand als
antwoord op de Waalse verzuchtingen naar economische autonomie. Bevoegdheidsdomeinen die niet
onder de noemer van de gemeenschapsbevoegdheden vallen, kunnen door een bijzondere
meerderheidswet, en dus buiten de Grondwet om, overgeheveld worden naar deze Gewesten.
De Vlaamse, de Waalse en de Brusselse Gewesten hebben bevoegdheden inzake:
- Economie;
- Landbouw;
- Openbare werken;
- Vervoer.
De officiële erkenning als federale staat en verdere staatshervormingen:
1993 Grondwetherziening. De Grondwet zegt sindsdien dat België een federale staat is
samengesteld uit gemeenschappen en gewesten, en verleent hun een vergaande autonomie voor het
buitenlandse beleid.
De gemeenschappen en gewesten hebben elk een eigen parlement (oorspronkelijk Raad genoemd) en
regering (oorspronkelijk Executive genoemd).