Aanvankelijk en technisch lezen
Hoofdstuk 7
Evaluatie = het verzamelen en interpreteren van gegevens over het leerproces
met het oog op te nemen beslissingen. (Bijv. gegevens verzamelen over de
auditieve synthese of visuele discriminatie)
2 vormen van evaluatie:
- Toetsing = er zijn van tevoren duidelijk vastgestelde normen voor de
beheersing van de leertaak.
- Observatie = het gedrag van leerlingen of de vaardigheden die niet zo
goed meetbaar zijn.
TAK = Taaltoets Allochtone Kinderen. (Taaltoets Alle Kinderen)
Bij het observeren van de taalvaardigheid kun je letten op:
- Het begrijpen van de taal.
- Het verwoorden van ervaringen en gedachten.
- De deelname aan groepsgesprekken.
- De belangstelling voor geschreven taal.
Een kind dat spellend leest, blijkt heel vaak moeite te hebben met de auditieve
synthese en het auditief geheugen. Een kind met een zwak auditief geheugen
maakt kans op leesproblemen.
Preventief toetsen = toetsen afnemen om leesproblemen te voorkomen. (Bijv.
deelvaardigheden-onderzoek of leerlingvolgsysteem Cito)
Remediërend toetsen = toetsen om de oorzaak van leesproblemen op te
sporen, zodat je gericht hulp kunt bieden. (Bijv. Diagnostiek van technisch lezen
en aanvankelijk spellen Individueel)
De toetsprocedure bestaat uit 5 stappen:
- Stap 1: De leesvaardigheid van losse woorden. Het afnemen van de
DMT.
- Stap 2: Kwalitatieve analyse van de Drie-Minuten-Toets.
- Stap 3: De leesvaardigheid van een tekst. Het afnemen van de AVI-
toets.
- Stap 4: De deelvaardigheden van het aanvankelijk lezen. (Kost de meeste
tijd)
- Stap 5: Het aanvankelijk spellen. Het afnemen van PI-dictee.
Alleen als er aanleiding voor is, worden alle stappen doorlopen. Als het kind meer
dan 26 woorden op kaart 1 van de DMT leest, is het niet nodig om de
deelvaardigheden van het lezen te onderzoeken.
Bij stap 4 worden de deelvaardigheden in een bepaalde volgorde getoetst: van
de complexe naar de lagere, basale vaardigheden.
Als een leerling bij het PI-dictee 3 of meer fouten maakt bij de 15 klankzuivere
eenlettergrepige woorden, onderzoek je ook de deelvaardigheden auditieve
analyse en letterkennis.
Lezen = decoderen van geschreven teksten.
3 mogelijkheden om de vaardigheid in het technisch lezen te toetsen:
- Meerkeuzetoetsen. Van 3 woorden aangeven welk woord in het
zinsverband past.
- Het lezen van losse woorden.
- Het lezen van teksten.
Hoofdstuk 7
Evaluatie = het verzamelen en interpreteren van gegevens over het leerproces
met het oog op te nemen beslissingen. (Bijv. gegevens verzamelen over de
auditieve synthese of visuele discriminatie)
2 vormen van evaluatie:
- Toetsing = er zijn van tevoren duidelijk vastgestelde normen voor de
beheersing van de leertaak.
- Observatie = het gedrag van leerlingen of de vaardigheden die niet zo
goed meetbaar zijn.
TAK = Taaltoets Allochtone Kinderen. (Taaltoets Alle Kinderen)
Bij het observeren van de taalvaardigheid kun je letten op:
- Het begrijpen van de taal.
- Het verwoorden van ervaringen en gedachten.
- De deelname aan groepsgesprekken.
- De belangstelling voor geschreven taal.
Een kind dat spellend leest, blijkt heel vaak moeite te hebben met de auditieve
synthese en het auditief geheugen. Een kind met een zwak auditief geheugen
maakt kans op leesproblemen.
Preventief toetsen = toetsen afnemen om leesproblemen te voorkomen. (Bijv.
deelvaardigheden-onderzoek of leerlingvolgsysteem Cito)
Remediërend toetsen = toetsen om de oorzaak van leesproblemen op te
sporen, zodat je gericht hulp kunt bieden. (Bijv. Diagnostiek van technisch lezen
en aanvankelijk spellen Individueel)
De toetsprocedure bestaat uit 5 stappen:
- Stap 1: De leesvaardigheid van losse woorden. Het afnemen van de
DMT.
- Stap 2: Kwalitatieve analyse van de Drie-Minuten-Toets.
- Stap 3: De leesvaardigheid van een tekst. Het afnemen van de AVI-
toets.
- Stap 4: De deelvaardigheden van het aanvankelijk lezen. (Kost de meeste
tijd)
- Stap 5: Het aanvankelijk spellen. Het afnemen van PI-dictee.
Alleen als er aanleiding voor is, worden alle stappen doorlopen. Als het kind meer
dan 26 woorden op kaart 1 van de DMT leest, is het niet nodig om de
deelvaardigheden van het lezen te onderzoeken.
Bij stap 4 worden de deelvaardigheden in een bepaalde volgorde getoetst: van
de complexe naar de lagere, basale vaardigheden.
Als een leerling bij het PI-dictee 3 of meer fouten maakt bij de 15 klankzuivere
eenlettergrepige woorden, onderzoek je ook de deelvaardigheden auditieve
analyse en letterkennis.
Lezen = decoderen van geschreven teksten.
3 mogelijkheden om de vaardigheid in het technisch lezen te toetsen:
- Meerkeuzetoetsen. Van 3 woorden aangeven welk woord in het
zinsverband past.
- Het lezen van losse woorden.
- Het lezen van teksten.