Handboek 1
Vingerafdruk: Een op een voorwerp achtergelaten afdruk van een vinger.
● uniek, elke vinger is anders
● papillairlijnen (lijnvormige verhogingen van de huid) veroorzaken de vingerafdruk
3 redenen waarom vingers gebruikt worden voor identificatie:
● Het lijnpatroon van de vingerhuid blijft levenslang hetzelfde
● De variatie in het aantal verschillende patronen is erg groot.
● Vingerafdrukken kunnen geclassificeerd geworden.
Kern en delta
Niet belangrijk :)
Hoofdpatronen
Hoofdpatroon: Het kenmerkt zich door verschillende globale figuren in het
huidlijnenpatroon.
Typica
Typica: Kenmerkende details.
, Handboek 3
Onderscheid verschillende grondsoorten:
● Zien
○ kleur, grootte, structuur
● Meten
○ zuurgraad (pH), zoutconcentratie-geleidbaarheid, waterabsorberend
vermogen
Soortelijke geleidbaarheid
Geleidbaarheid (G): De geleidbaarheid van een bepaalde grondlaag geeft aan hoe goed
die laat elektriciteit kan geleiden.
1
● G=
R
● Uitdrukken in Siemens = Ω^-1
Lading stroomt makkelijker/moeilijker door een grondlaag naarmate:
● makkelijker: de doorsnede A (in m 2) groter is
○ G~A
● moeilijker: de stroomweg l (in m) langer is
○ G~1/l
A
Dus → G = σ
l
● evenredigheidsconstante σ = een stofeigenschap → soortelijke geleidbaarheid
○ geeft de geleidbaarheid van een hoeveelheid grond met een doorsnede van 1
2
m en een lengte van 1 m.
○ zoutconcentratie en pH veel invloed op σ
Zoutconcentratie
Ionen maken de grond geleidbaar.
● Geleidbaarheid - maat voor de hoeveelheid ionen in de grond
● Zouten bepalen (grotendeels) de geleidbaarheid van een bodem
Verzilting: De geleidelijke toename van het zoutgehalte in de bodem.
- ontstaan: verdamping van water uit de bodem → zout blijft over en neemt
toe in concentratie
Bodem kan lage zoutconcentratie hebben maar ook een hoge geleidbaarheid door een lage
pH.
pH
pH: Maat voor de zuurtegraad.
Zure oplossing: Oplossing met een pH lager dan 7.
Basische oplossing: Oplossing met een pH hoger dan 7.
Neutrale oplossing: Oplossing die gelijk is aan 7.
Vingerafdruk: Een op een voorwerp achtergelaten afdruk van een vinger.
● uniek, elke vinger is anders
● papillairlijnen (lijnvormige verhogingen van de huid) veroorzaken de vingerafdruk
3 redenen waarom vingers gebruikt worden voor identificatie:
● Het lijnpatroon van de vingerhuid blijft levenslang hetzelfde
● De variatie in het aantal verschillende patronen is erg groot.
● Vingerafdrukken kunnen geclassificeerd geworden.
Kern en delta
Niet belangrijk :)
Hoofdpatronen
Hoofdpatroon: Het kenmerkt zich door verschillende globale figuren in het
huidlijnenpatroon.
Typica
Typica: Kenmerkende details.
, Handboek 3
Onderscheid verschillende grondsoorten:
● Zien
○ kleur, grootte, structuur
● Meten
○ zuurgraad (pH), zoutconcentratie-geleidbaarheid, waterabsorberend
vermogen
Soortelijke geleidbaarheid
Geleidbaarheid (G): De geleidbaarheid van een bepaalde grondlaag geeft aan hoe goed
die laat elektriciteit kan geleiden.
1
● G=
R
● Uitdrukken in Siemens = Ω^-1
Lading stroomt makkelijker/moeilijker door een grondlaag naarmate:
● makkelijker: de doorsnede A (in m 2) groter is
○ G~A
● moeilijker: de stroomweg l (in m) langer is
○ G~1/l
A
Dus → G = σ
l
● evenredigheidsconstante σ = een stofeigenschap → soortelijke geleidbaarheid
○ geeft de geleidbaarheid van een hoeveelheid grond met een doorsnede van 1
2
m en een lengte van 1 m.
○ zoutconcentratie en pH veel invloed op σ
Zoutconcentratie
Ionen maken de grond geleidbaar.
● Geleidbaarheid - maat voor de hoeveelheid ionen in de grond
● Zouten bepalen (grotendeels) de geleidbaarheid van een bodem
Verzilting: De geleidelijke toename van het zoutgehalte in de bodem.
- ontstaan: verdamping van water uit de bodem → zout blijft over en neemt
toe in concentratie
Bodem kan lage zoutconcentratie hebben maar ook een hoge geleidbaarheid door een lage
pH.
pH
pH: Maat voor de zuurtegraad.
Zure oplossing: Oplossing met een pH lager dan 7.
Basische oplossing: Oplossing met een pH hoger dan 7.
Neutrale oplossing: Oplossing die gelijk is aan 7.