Gedragswetenschappen 1.1
,Week 1
¡ Sociologie: gedrag van [groepen] mensen, onderzoekt maatschappelijke
vraagstukken, nadruk op invloed omgeving.
¡ Psychologie: gedrag van individuele mens, nadruk op emoties, denken, gedrag
¡ Beide: wetenschappelijke studies
Nature aangeboren
Nurture aangeleerd (omgeving verklaart gedrag persoon)
Gedrag is een mix van nature en nurture
Wat is een stroming?
Elke stroming legt zijn eigen accenten. (Punten waar ze op letten)
Wat is psychologie?
Psychologie is de wetenschap die zich bezighoudt met menselijk gedrag en de
achtergronden hiervan. Wat en waardoor doen mensen iets.
Als professioneel verpleegkundige reageer je niet op de grond van je eigen eerste impulsen
maar op grond van kennis en ervaring.
Week 2
Psychodynamische benadering
Sigmund Freud
, 1856-1939
Hysterie veel voorkomend ziektebeeld in die tijd
Lichamelijke symptomen: psychische oorzaak ook mogelijk
De theorie:
Als er uit hypnose blijkt dat het een en ander naar boven komt wat onze lichamelijke
klachten veroorzaakt dan zit er een verbogen wereld waar wij niet bij kunnen maar
wel door hypnose. Deze verborgen wereld wordt het onderbewustzijn genoemd.
Onderbewust zijn veel meer bepalend voor wie wij zijn en wat wij doen.
Verborgen, symbolische boodschappen (uit onderbewustzijn):
Dromen en versprekingen
De uitwerking: driftmodel
Levensdrift ‘Eros’ alles wat genot schept
Doodsdrift ‘Thanatos’ het verlangen naar rust, naar niks
Id, ego, superego of Es, Ich, Uberich
Van id naar superego
Orale fase: de mond als grootse vorm van genot (bijvoorbeeld eten) (baby)
Id
Een baby stopt alles in hun mond
Anale fase: koppigheid (peuter)
Ego
Zindelijkheid en nee zeggen als peuter
Fallische fase: Oedipuscomplex (mannelijk geslachtsdeel) (kleuter)
Superego
Kinderen willen in hun jongere jaren hun ouders claimen. Jongetje wil moeder,
meisje wil vader
Latentiefase (basisschool leeftijd)
Genitale fase (puberteit)
Omgeving is cruciaal voor elke fase
In therapie
Doel: onderbewust bewust
,Week 1
¡ Sociologie: gedrag van [groepen] mensen, onderzoekt maatschappelijke
vraagstukken, nadruk op invloed omgeving.
¡ Psychologie: gedrag van individuele mens, nadruk op emoties, denken, gedrag
¡ Beide: wetenschappelijke studies
Nature aangeboren
Nurture aangeleerd (omgeving verklaart gedrag persoon)
Gedrag is een mix van nature en nurture
Wat is een stroming?
Elke stroming legt zijn eigen accenten. (Punten waar ze op letten)
Wat is psychologie?
Psychologie is de wetenschap die zich bezighoudt met menselijk gedrag en de
achtergronden hiervan. Wat en waardoor doen mensen iets.
Als professioneel verpleegkundige reageer je niet op de grond van je eigen eerste impulsen
maar op grond van kennis en ervaring.
Week 2
Psychodynamische benadering
Sigmund Freud
, 1856-1939
Hysterie veel voorkomend ziektebeeld in die tijd
Lichamelijke symptomen: psychische oorzaak ook mogelijk
De theorie:
Als er uit hypnose blijkt dat het een en ander naar boven komt wat onze lichamelijke
klachten veroorzaakt dan zit er een verbogen wereld waar wij niet bij kunnen maar
wel door hypnose. Deze verborgen wereld wordt het onderbewustzijn genoemd.
Onderbewust zijn veel meer bepalend voor wie wij zijn en wat wij doen.
Verborgen, symbolische boodschappen (uit onderbewustzijn):
Dromen en versprekingen
De uitwerking: driftmodel
Levensdrift ‘Eros’ alles wat genot schept
Doodsdrift ‘Thanatos’ het verlangen naar rust, naar niks
Id, ego, superego of Es, Ich, Uberich
Van id naar superego
Orale fase: de mond als grootse vorm van genot (bijvoorbeeld eten) (baby)
Id
Een baby stopt alles in hun mond
Anale fase: koppigheid (peuter)
Ego
Zindelijkheid en nee zeggen als peuter
Fallische fase: Oedipuscomplex (mannelijk geslachtsdeel) (kleuter)
Superego
Kinderen willen in hun jongere jaren hun ouders claimen. Jongetje wil moeder,
meisje wil vader
Latentiefase (basisschool leeftijd)
Genitale fase (puberteit)
Omgeving is cruciaal voor elke fase
In therapie
Doel: onderbewust bewust