Veranderingen moeten verbeteringen opleveren!!
Doordat de wereld steeds meer aan verandering onderhevig is > zijn organisaties ook steeds
meer bezig met veranderingen en verandermanagement.
Dit boek kiest voor een integrale benadering van verandermanagement > hiervoor moet je de
samenhang tussen verschillende aandachtsgebieden goed bestuderen:
1. Eerst een goede analyse maken van de organisatiecontext > wat speelt er allemaal? >
diagnose maken > dit is het STARTPUNT van alle komende veranderingen.
2. Hier gaat het om de verandering van de organisatie zelf > denk aan visie en herontwerp.
3. Bij verandering is het belangrijk om rekening te houden met het gedrag en de
reactiepatronen van mensen > veel mensen staan ook niet achter een verandering > omdat
het onzekerheid met zich meebrengt > zorgt voor onbalans > houd dit in de gaten en
probeer ze gerust te stellen > zorg voor dynamiek bij verandering (groepsmodellen).
4. Aansturing via methoden en technieken (strategieën, interventiemethoden en nieuwe
technologieën).
5. Nu moet ook het gehele traject goed worden aangestuurd > aansturing via leiderschap
(rollen, stijlen, persoonlijkheidstypen, communicatievormen).
DIT ZIJN de 5 onderdelen van integraal verandermanagement.
Nummer 2 en 3 gaan in op de verandering zelf.
Nummer 4 en 5 zijn twee verschillende vormen van aansturing die noodzakelijk zijn.
, Verandermanagement Samenvatting DIAGNOSE Hoofdstuk 1
Bij veranderkunde anticipeert de verandermanager op de reactiepatronen van mensen en
begeleidt hij mensen bij deze veranderingen in de organisatie. Deze handelingen van de
verandermanager zijn het meest effectief als zijn interventiemethode aansluit op de reacties van
het personeel.
Verandermanagement wordt gevoed door veranderkunde. Verandermanagement is namelijk
alleen toe te passen als de veranderkunde voldoende inzichten aanreikt om effectief te kunnen
handelen bij het veranderen in organisaties en voldoende inzichten aanreikt om ook succesvol te
zijn.
Om een organisatie te kunnen veranderen moet de verandermanager ook verstand hebben van
het herontwerpen van een organisatie > die kennis put hij uit de organisatiekunde. Veranderkunde
wordt dus gevoed door kennis uit de (sociale) psychologie en de organisatiekunde.
Psychologie richt zich vooral op het gedrag van individuelen en sociale psychologie gaat meer
over de dynamiek in groepen.
De disciplines en de belangrijkste
bouwstenen van veranderkunde zijn:
De 4 bouwstenen zijn die bolletjes
die 4 disciplines zijn de wolkjes.
Verandercapaciteit = de capaciteit
om te veranderen. Als de
verandercapaciteit laag is heeft dat
zijn weerslag op de
veranderbereidheid van betrokkenen
en andersom.
Aanleiding tot verandering:
Wetgeving = profit als non-
profitorganisaties moeten veranderen door wetgeving, OR.
Crisis / affaires = Crisis eist vaak aanpassing (in kostenbesparing) en een affaire vereist
vaak een versterking van het imago.
Organische aanpassingen = elke organisatie kent haar eigen groei- en ontwikkelfasen >
constante verbeteringen zijn een vereiste.
Ontwikkelingen (concurrentie) = de omgeving stelt steeds hogere eisen aan de
organisatie, zoals het bijhouden van en aanpassen van nieuwe technologieën/ producten.
Problemen kunnen zijn: problemen met een bedrijfsproces, binnen de productiesfeer, maken van
marketingkeuzes, maatregelen om nieuwe aansturingsmethoden te gaan gebruiken, nieuwe wijze
van toezicht, of informatie- communicatievormen, crisis, maatregelen voor een probleem etc.
Verandering kan ook gerelateerd zijn aan veranderingen van buiten. Zoals het verliezen van
marktaandeel of de concurrentie, maatschappelijke ontwikkeling of nieuwe wetgeving.