Week 1: Stedelijke netwerken
Documentaire 1: Nederland van boven, 24uur
Tussen 06u en 09u verbruiken we met z’n alle zon 400 miljoen liter water. In 24 uur tijd
verbruiken we 2 miljard liter water. In een uur gebruiken 9 miljoen mensen hun mobiel. Een
kleine verstoring in het verkeersbeeld zorgt voor een file. Per werkdag leggen we 246
miljoen kilometer af op de snelwegen. Nederland kent na Japan het drukst bereden
spoorwegnet van de wereld. 1,2 miljoen passagiers, 100.000 ton aan goederen. Samen met
Duitsland kennen we de minste stroomstoringen. Gemiddeld een half uur per jaar. In
Nederland rijden 400 wagens met cashgeld, waarde transport.
Onderwerpen: water, elektriciteit, spoorwegen, wegen,
Waar kun jij binnen een half uur komen, in de perfecte wereld?
We zijn heel voorspelbaar. Ons is meetbaar en voorspelbaar. Onze ritmes en patronen
worden in kaart gebracht en voorspeld.
Literatuur 1/ reader:
Steden zijn brandpunten voor hoogopgeleiden en daarmee ook voor bedrijven die zich
namelijk vestigen op plekken waar de werknemers en zzp’ers wonen die ze nodig hebben.
Mensen worden productiever naarmate ze dichter bij elkaar wonen en werken.
Global citys zijn (New York, London & Tokyo), steden van de tweede orde zijn Amsterdam,
Brussel en Berlijn. Daaronder komen de steden als Groningen, Eindhoven en Nijmegen.
Economische succes van een stad hangt af van de kwaliteit van haar levensstandaard. Daily
Urban systems: Het systeem waarin we min of meer dagelijks gebruik maken voor onze
activiteiten. Zon stad is meer een netwerk als een gebied.
De kruising van twee wegen, of van een rivier en een weg is het punt waar nederzettingen
ontstaan. Een knooppunt waar mensen elkaar tegenkomen en waar handel word gedreven.
Sommige nederzettingen blijven een dorp, andere groeien uit tot metropolen, andere
sterven weer af.
De kruising is de essentie van de stad, maar door groei autoverkeer ging het mis. Het
modernisme met zijn rigide scheiding van functies deed de rest: de wegen maakten zich los
van de stad en begonnen een autonoom netwerk te vormen, als een harnas om de stad.
De rotonde werd eind jaren zestig omgebouwd naar een klaverturbine met gevlochten toe
en afritten. Meer verkeer leidt paradoxaal gaan tot minder ontmoeting. Het openbaar
vervoer is anders, meer reizigers betekent meer verbindingen die weer meer reizigers
aantrekken.
Stations blijken magneten voor kantoren, woningen en winkels. Terwijl de leegstand op
snelweglocaties blijft oplopen zijn kantoren bij stations ongekend populair. Stations in niet-
stedelijke omgeving doen het beduidend minder goed.
, Anders dan het autonetwerk creëert het openbaarvervoernetwerk wel kruispunten.
Multimodale knooppunten: Elke plek die bijvoorbeeld goed bereikbaar is met de auto en de
trein.
Week 2: Urbanisatie en Suburbanisatie
Documentaire 2: City for Sale?
De keerzijde van de snelle groei is extreme drukte en woekerprijzen op de woningmarkt.
Amsterdam = een wereldstad in wording. Door het beperkte woningaanbod wordt het voor
de lokale markt steeds moeilijker om zelf een woning aan te komen/ te huren. Er is een
woningnood in Amsterdam. 30% eigen woningbezit. Vraag en aanbod met elkaar in aanbod
krijgen om de prijzen te laten stabiliseren. Voor ontwikkelaars is het niet aantrekkelijk omdat
de prijzen zo hoog worden dat de doelgroep die je kan bedienen heel smal wordt. Ondanks
het tekort aan woningen lijkt de stad steeds meer mensen aan te trekken
Steden worden meer geaccepteerd. Hoe intenser de steden hoe minder van de plattelanden
en natuur verloren gaat. Doordat er te weinig is gebouwd zijn de prijzen heel hard gestegen.
Centrum trekt vooral expats, toeristen en rijke mensen aan. De druk verplaatst zich naar de
stadsdelen rondom het centrum.
Er word volgens makelaars te weinig gebouwd in het wat duurdere segment, waardoor de
prijzen verder zullen stijgen.
De koopwoningenmarkt wordt bepaald door de vraag. De huurwoningen worden bepaald
door het beleid. Het scheefwonen probleem is aan de hand en is kenmerkend voor
Amsterdam. In het tussensegment van 900 a 1000 euro huurwoningen is een segment. De
prijs van een sociaal huurwoning is een momentopname. Maar diegene zou er wel 20 jaar
voor dat bedrag in kunnen blijven zitten, ondanks dat zij misschien veel meer zijn gaan
verdienen. Er komt steeds grotere eenzijdigheid. Ze zoeken straten waar er wordt gehaald
en gebracht. Als de balans eruit is en er is alleen eenzijdigheid (toerisme, de eenmalige
consument), en dan komt de Amsterdammer er niet.
Door de internationalisering van Amsterdam gaan de prijzen omhoog. Dit heeft het voordeel
dat je economisch meer kan doen. Je kunt werken aan de kwaliteit. Het nadeel is dat als je
alleen daar op concentreert het economisch gezien dan een bubbel is.
Lokhipsters: tijdelijke initiatieven om andere investeerders te lokken.
Literatuur 2/ reader: urbanisatie en suburbanisatie (Brugmann, welcome to the urban
revolution)
Ongeveer een eeuw geleden was er een experiment in Mumbai. Hier legde
moslimhandelaren beslag op een noordelijke rand van de stad. Handelaren die gevestigd
lagen tussen de afgelegen slachthuizen en decentrale markten van de stad zagen een kans.
Ze konden misschien gaan profiteren van de nabijheid (dichtheid) van snelle aanvoer van
Documentaire 1: Nederland van boven, 24uur
Tussen 06u en 09u verbruiken we met z’n alle zon 400 miljoen liter water. In 24 uur tijd
verbruiken we 2 miljard liter water. In een uur gebruiken 9 miljoen mensen hun mobiel. Een
kleine verstoring in het verkeersbeeld zorgt voor een file. Per werkdag leggen we 246
miljoen kilometer af op de snelwegen. Nederland kent na Japan het drukst bereden
spoorwegnet van de wereld. 1,2 miljoen passagiers, 100.000 ton aan goederen. Samen met
Duitsland kennen we de minste stroomstoringen. Gemiddeld een half uur per jaar. In
Nederland rijden 400 wagens met cashgeld, waarde transport.
Onderwerpen: water, elektriciteit, spoorwegen, wegen,
Waar kun jij binnen een half uur komen, in de perfecte wereld?
We zijn heel voorspelbaar. Ons is meetbaar en voorspelbaar. Onze ritmes en patronen
worden in kaart gebracht en voorspeld.
Literatuur 1/ reader:
Steden zijn brandpunten voor hoogopgeleiden en daarmee ook voor bedrijven die zich
namelijk vestigen op plekken waar de werknemers en zzp’ers wonen die ze nodig hebben.
Mensen worden productiever naarmate ze dichter bij elkaar wonen en werken.
Global citys zijn (New York, London & Tokyo), steden van de tweede orde zijn Amsterdam,
Brussel en Berlijn. Daaronder komen de steden als Groningen, Eindhoven en Nijmegen.
Economische succes van een stad hangt af van de kwaliteit van haar levensstandaard. Daily
Urban systems: Het systeem waarin we min of meer dagelijks gebruik maken voor onze
activiteiten. Zon stad is meer een netwerk als een gebied.
De kruising van twee wegen, of van een rivier en een weg is het punt waar nederzettingen
ontstaan. Een knooppunt waar mensen elkaar tegenkomen en waar handel word gedreven.
Sommige nederzettingen blijven een dorp, andere groeien uit tot metropolen, andere
sterven weer af.
De kruising is de essentie van de stad, maar door groei autoverkeer ging het mis. Het
modernisme met zijn rigide scheiding van functies deed de rest: de wegen maakten zich los
van de stad en begonnen een autonoom netwerk te vormen, als een harnas om de stad.
De rotonde werd eind jaren zestig omgebouwd naar een klaverturbine met gevlochten toe
en afritten. Meer verkeer leidt paradoxaal gaan tot minder ontmoeting. Het openbaar
vervoer is anders, meer reizigers betekent meer verbindingen die weer meer reizigers
aantrekken.
Stations blijken magneten voor kantoren, woningen en winkels. Terwijl de leegstand op
snelweglocaties blijft oplopen zijn kantoren bij stations ongekend populair. Stations in niet-
stedelijke omgeving doen het beduidend minder goed.
, Anders dan het autonetwerk creëert het openbaarvervoernetwerk wel kruispunten.
Multimodale knooppunten: Elke plek die bijvoorbeeld goed bereikbaar is met de auto en de
trein.
Week 2: Urbanisatie en Suburbanisatie
Documentaire 2: City for Sale?
De keerzijde van de snelle groei is extreme drukte en woekerprijzen op de woningmarkt.
Amsterdam = een wereldstad in wording. Door het beperkte woningaanbod wordt het voor
de lokale markt steeds moeilijker om zelf een woning aan te komen/ te huren. Er is een
woningnood in Amsterdam. 30% eigen woningbezit. Vraag en aanbod met elkaar in aanbod
krijgen om de prijzen te laten stabiliseren. Voor ontwikkelaars is het niet aantrekkelijk omdat
de prijzen zo hoog worden dat de doelgroep die je kan bedienen heel smal wordt. Ondanks
het tekort aan woningen lijkt de stad steeds meer mensen aan te trekken
Steden worden meer geaccepteerd. Hoe intenser de steden hoe minder van de plattelanden
en natuur verloren gaat. Doordat er te weinig is gebouwd zijn de prijzen heel hard gestegen.
Centrum trekt vooral expats, toeristen en rijke mensen aan. De druk verplaatst zich naar de
stadsdelen rondom het centrum.
Er word volgens makelaars te weinig gebouwd in het wat duurdere segment, waardoor de
prijzen verder zullen stijgen.
De koopwoningenmarkt wordt bepaald door de vraag. De huurwoningen worden bepaald
door het beleid. Het scheefwonen probleem is aan de hand en is kenmerkend voor
Amsterdam. In het tussensegment van 900 a 1000 euro huurwoningen is een segment. De
prijs van een sociaal huurwoning is een momentopname. Maar diegene zou er wel 20 jaar
voor dat bedrag in kunnen blijven zitten, ondanks dat zij misschien veel meer zijn gaan
verdienen. Er komt steeds grotere eenzijdigheid. Ze zoeken straten waar er wordt gehaald
en gebracht. Als de balans eruit is en er is alleen eenzijdigheid (toerisme, de eenmalige
consument), en dan komt de Amsterdammer er niet.
Door de internationalisering van Amsterdam gaan de prijzen omhoog. Dit heeft het voordeel
dat je economisch meer kan doen. Je kunt werken aan de kwaliteit. Het nadeel is dat als je
alleen daar op concentreert het economisch gezien dan een bubbel is.
Lokhipsters: tijdelijke initiatieven om andere investeerders te lokken.
Literatuur 2/ reader: urbanisatie en suburbanisatie (Brugmann, welcome to the urban
revolution)
Ongeveer een eeuw geleden was er een experiment in Mumbai. Hier legde
moslimhandelaren beslag op een noordelijke rand van de stad. Handelaren die gevestigd
lagen tussen de afgelegen slachthuizen en decentrale markten van de stad zagen een kans.
Ze konden misschien gaan profiteren van de nabijheid (dichtheid) van snelle aanvoer van
